De onzichtbare grens tussen slachtoffer en dader
Samenvatting
Als de dag van gisteren kan ik mij het moment herinneren dat ik in de zomer van 1990 het Edvard Munch-museum in Oslo binnenliep en voor het eerst in mijn leven werd geraakt door een schilderij. Ik zag De schreeuw, en de wanhoop die Munch in dit meesterwerk had weten te verbeelden, appelleerde aan een gevoel dat ik als puber diep had weggestopt.
Het was niets minder dan een sensatie dat een kunstwerk zo’n indruk maakte. In mijn opvoeding had ik de liefde voor muziek, literatuur en cabaret (Toon Hermans en Paul van Vliet) meegekregen, maar in een museum kwamen we niet vaak. Totdat gastouders mij tijdens mijn eerste zelfstandige buitenlandse reis meenamen naar dat museum in de Noorse hoofdstad.
Ik herkende onmiddellijk dat sensatiegevoel uit Oslo toen ik meer dan vijfentwintig jaar later voor de eerste keer een voorstelling van het Nederlands Dans Theater bezocht in de Stopera in Amsterdam. Dit wereldvermaarde gezelschap voor moderne dans uit Den Haag voerde die avond het stuk Clowns uit van de geëngageerde choreograaf Hofesh Shechter. En net als toen in Oslo opende het een venster op iets wat ik niet kende, een schoonheid waarvan ik niet wist dat die bestond.
Sinds de oorlog tussen Israël en Hamas moet ik vaak denken aan de spectaculaire dansvoorstelling van Shechter, omdat die het menselijke onvermogen om vreedzaam samen te leven lijkt te willen verbeelden.
Het stuk begint mysterieus. Een stuk of tien dansers staan geordend in enkele rijen opgesteld. De kleding die ze dragen geeft geen enkele indicatie voor waar we dit verhaal in de tijd moeten plaatsen, of in welke context. Een hypnotiserend ritme komt op. Aanvankelijk is het alleen een drum die we horen, met zogenoemde brushes, waarbij de drummer met een kwast van metaal- of nylondraden op het drumstel aait.
De dansers veren met het ritme mee, huppelen in slow motion, zweven synchroon over het podium. Er kan geen lachje af bij de dansers, ze kijken strak voor zich uit: hier is iets ernstigs aan de hand. De paradox is dat enkele dansers zich losmaken van de groep en de synchronie, en gekke bewegingen gaan maken.
Al snel worden we opgeschrikt: de helft van de dansers steekt de andere helft dood met een mes in de rug. Wanneer ze dat doen, geeft de drummer een harde mep op het drumstel. En daarna komt er nog een sneller ritme bij. De moordenaars huppelen daarna op het ritme terug en stellen zich in een lange rij op en bewegen weer synchroon op het ritme. Een moment denk je: is dit de humor van een clown?
NDT 1, Clowns, gezien in voorjaar 2016 in Stopera, Amsterdam, en Stadsschouwburg, Utrecht. Choreografie: Hofesh Shechter. Op YouTube zijn delen van dit werk terug te zien.
© Rahi Rezvani
Die gedachte beklijft niet, want de posities worden snel weer ingenomen. Het ritme wordt luider en sneller, stemmen zoemen door de drums heen. Een vinger tegen het hoofd, een executie volgt. En daarna weer die lichte dans; de daders maken zich huppelend uit de voeten alsof er niets is gebeurd. De gedode dansers staan op en voegen zich weer bij de groep. De handen van de dansers gaan de lucht in, reiken naar de hemel. Extase.
De drummer slaat nu ook met echte drumstokken tegen de zijkant van de trommel. De associatie van marcherende soldatenlaarzen komt op. Of zijn het geweren die worden klaargemaakt voor gebruik? Meteen zijn de dansers er weer helemaal bij; in het ritme dansen ze nu in strakke, haast agressieve bewegingen, vol overgave.
Het is een overweldigend en tegelijk gruwelijk beeld. En van een bizarre schoonheid. Je wilt, nee, móét blijven kijken. Vijfentwintig minuten lang. Maar waar kijken we eigenlijk naar? Is het – met verwijzing naar de titel – een grote grap? Dat kan haast niet, want daarvoor zijn de moorden te echt, de verbeten gezichten te serieus.
De doden staan weer op en moorden daarna zelf; de daders van de vorige executie zijn de slachtoffers van de volgende. Er zijn geen goeden en kwaden, lijkt de Israëlische choreograaf ons te willen vertellen. Waar ligt de grens tussen zelfverdediging en wraak?
Ongemakkelijke vragen stellen is de taak van de kunsten. Het is aan de politiek om op die vragen antwoorden te formuleren. Door de vreselijke actualiteit schuurt het meesterwerk van Shechter nu nog meer dan het acht jaar geleden al deed.
Ondertussen lijkt de wanhoop van de man op Munchs schilderij De schreeuw alleen maar groter geworden.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.