Op zoek naar christendemocratische eigenheid in Europa
Samenvatting
Hoe staat de christendemocratie in Europa ervoor, nu populistische krachten en autoritaire politici zowel binnen als buiten de EU de gunst van de kiezer weten te winnen? Slagen de extremen er niet veel beter in een kracht aan te boren die ergens bij de christendemocratie zou moeten liggen, namelijk een door het christendom beïnvloede identiteit en conservatieve waarden op bijvoorbeeld het gebied van religie en familie? Ja, wat is eigenlijk het wezenlijke verschil tussen christendemocratie en populisme, die beide claimen er voor het volk te zijn en hun bronnen aan het christendom ontlenen?
Die vragen staan centraal in Christian democracy, conservatism and the challenge of the extremes, een bundeling van ruim twintig artikelen die dit jaar door het Martens Centre, het wetenschappelijk studiecentrum van de Europese Volkspartij (EVP), is gepubliceerd.1 De uitgave is vanwege haar insteek op zichzelf al van waarde, omdat lange tijd het begrip ‘christendemocratie’ een wat stiefmoederlijk bestaan kende binnen de EVP. Eind twintigste en begin eenentwintigste eeuw afficheerde de EVP zich vooral als centrumrechts, aangezien de christendemocratie zo goed als afgedaan had: in Italië was het grote Democrazia Christiana door interne corruptie ontmanteld, in Spanje werd eind jaren tachtig de Partido Popular opgericht, met in haar naam geen christendemocratische verwijzing meer, en ook andere tot de EVP behorende partijen tooiden zich eerder met het etiket ‘centrumrechts’ dan met het label ‘christendemocratisch’. Zelfs in Noordwest-Europa kregen de eens machtige christendemocratische partijen van België en Nederland het zwaar te verduren. Alleen in Duitsland staat de CDU/CSU nog fier overeind, maar ook zij voelt de hete adem in de nek van de radicaal-rechtse AfD, die conservatieve christenen mede met haar standpunten over abortus en euthanasie probeert te paaien.

Klaus Welle en Federico Ottavio Reho (red.)
Christian democracy, conservatism and the challenge of the extremes Eburon | 2025 | 238 pp. |€ 29,90 | ISBN 9789463015240
Verscheidenheid
In dit licht is het opvallend dat het Martens Centre een studie over de waarde en eigenheid van de christendemocratie publiceert, waarin politici en wetenschappers zich buigen over de volgende vraag: welke onderscheidende kracht ligt er in de christendemocratische politieke overtuiging, die juist in het huidige tijdsgewricht heilzaam kan zijn? Deze exercitie is te vergelijken met die van het CDA dat, electoraal gemarginaliseerd, zijn geboortepapieren weer opduikt: waar zit onze eigenheid, en hebben we die geen geweld aangedaan door hetzij te liberaal te worden, hetzij bepaalde conservatieve thema’s over te laten aan populistisch- of radicaal-rechts?
Wat betreft dat laatste: de bundel is er duidelijk over dat er – welke aantrekkingskracht radicaal-rechts ook op de Europese burgers uitoefent en welke steken de christendemocratie ook heeft laten vallen – een wezenlijk verschil is tussen christendemocratie en populisme. Populisten geloven in een volk dat één en ondeelbaar is en bestaat uit mensen die in het eigen land geboren zijn, terwijl christendemocraten principieel voor de in het volk aanwezige verscheidenheid kiezen: zowel de verscheidenheid die zich uit in verbanden als kerk, school, buurtvereniging, bedrijf en sportclub, als die welke erin bestaat dat niet alleen autochtone burgers maar ook elders geborenen volwaardig burger kunnen zijn. Het populisme stelt zijn vertrouwen in één machtige leider die in zijn eentje het volk vertegenwoordigt, terwijl de christendemocratie principieel voor de checks-and-balances van de democratische rechtsstaat kiest, met haar krachtige oppositie, vrije pers en onafhankelijke rechtspraak. Christendemocraten weten dat er verschillende krachten en overtuigingen in een samenleving zijn, die tot een consensus moeten komen, aldus Mikuláš Dzurinda, voorzitter van het Martens Centre en voormalig premier van Slowakije, in zijn bijdrage. Populisten daarentegen bannen, eenmaal aan de macht gekomen, het liefst alle tegenspraak uit; zo kunnen ze alles doen wat ze willen, iets waartoe ze in hun ogen gerechtigd zijn omdat ze de verkiezingen hebben gewonnen. Hiermee verwoordt Dzurinda ook een door anderen beschreven kernwaarde van de christendemocratie: bruggen bouwen, het onverzoenlijke verzoenen, en de waarde van subsidiariteit of soevereiniteit in eigen kring, namelijk de bevoegdheden daar leggen waar ze het meest geëigend zijn – en dus niet enkel bij een almachtige leider.
De christendemocratie moet de uitersten op beide flanken van het politieke spectrum vermijden
Juist dat oog voor de pluriformiteit van het volk is een kracht die de christendemocratie beter moet inzetten, zo betoogt onder anderen de Amerikaanse politicoloog Carlo Invernizzi Accetti, die in 2019 een alom gewaardeerd boek over de christendemocratie heeft geschreven.2 Zowel het populisme als de christendemocratie hecht waarde aan de inbreng van het volk, maar het populisme van radicaal-rechts is wezenlijk anders dan het ‘popularisme’ van de christendemocratie. Zoals het echte volkspartijen betaamt, heeft de christendemocratie een inclusieve visie op het volk – ‘iedereen die onze waarden onderschrijft, mag erbij’ –, terwijl populisten een exclusieve, monolithische visie op het volk hebben, dat enkel uit autochtone burgers bestaat, die, zolang er geen populistische leider aan de macht is, gehinderd worden door een niet-volkse linkse elite.
Dat vermeend linkse karakter van de culturele en politieke elite komt nadrukkelijk aan bod in de bundel, en behoort dus niet enkel tot de populistische overtuiging. Diverse auteurs beschrijven hoe Europa en de EU door links-progressieve krachten cultureel gedomineerd worden, en dat burgers hun heil bij radicaal-rechts zoeken omdat deze stroming zich als enige hiertegen verweert. Invernizzi Accetti raadt de christendemocratie dan ook aan om zich meer te bekommeren om het religieus-conservatieve electoraat, dat zich nu alleen door uiterst rechts voelt aangesproken. Religieuze conservatieven passen volgens hem ten diepste ook meer bij de christendemocratische visie, die waarde hecht aan lokale gemeenschappen met hun tradities, dan bij de monolithische volksopvatting van populistisch-rechts. Uiterst rechts is bovendien gevoelig voor de neoliberale visie op de economie, terwijl de christendemocratie, als het goed is, veel meer de sociale markteconomie is toegedaan, waar de meeste burgers zich ook thuis bij voelen.
Halsstarrige ideologie
De spannende vraag die heel de bundel doortrekt is dan ook: is er een manier om recht te doen aan de conservatieve, op het christendom gebaseerde waarden van veel burgers, zonder te vervallen in de radicale werkwijze van de populisten, die niet alleen bepaalde progressieve verworvenheden willen terugdraaien, maar ook zagen aan de poten van de democratische rechtsstaat? Die weg is er zeker, laat het boek zien, maar dan moet de christendemocratie de uitersten op beide flanken van het politieke spectrum vermijden. Ze moet niet meegaan met uiterst rechts, dat conservatieve opvattingen koppelt aan een illiberale staatsvisie, maar evenmin met links-progressieve activisten die zeggen dat bepaalde opvattingen onlosmakelijk met de democratische rechtsstaat verbonden zijn. Zij vinden bijvoorbeeld dat er sprake is van homofobie als een EU-lidstaat het huwelijk niet openstelt voor homoseksuelen, of van vrouwenonderdrukking wanneer het recht op abortus niet als mensenrecht in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt vastgelegd. In de woorden van Federico Ottavio Reho, als onderzoeker verbonden aan het Martens Centre: ‘What must be avoided is conservatism becoming permanently colonised and hegemonized by nationalist and radical ideas largely alien to its tradition and contrary to its ethos; and, inversely, Europeanism becoming identified with progressive values and policies that tend to marginalise or altogether exclude conservatism and Christian positions.’3
De christendemocratie heeft bij uitstek de papieren in huis om deze beide extremen te ontlopen, omdat ze zich niet blindstaart op één doelstelling die zodanig op de flanken is gelegen dat de andere flank zich er onmogelijk achter kan scharen. De christendemocratie is immers geen halsstarrige ideologie die hetzij links-progressieve doelstellingen, hetzij rechts-conservatieve behoudzucht verheerlijkt; nee, ze wil op basis van vaste waarden en principes het goede voor de samenleving als geheel zoeken, rekening houdend met de opvattingen van iedereen, dus ook met die van minderheden.
Dat vraagt om voortdurend debat en continue discussie, omdat die principes in telkens nieuwe omstandigheden moeten worden toegepast, met oog voor wat in het verleden is gezegd en gedaan. Nadat in het afgelopen decennium eerder niet-christendemocratische politicologen de eigenheid van de christendemocratie zijn gaan beschrijven, is het goed dat er nu ook vanuit de christendemocratie zelf een dergelijke studie is verschenen. Deze is meer dan noodzakelijk, omdat het debat, maar ook de politieke stellingname, op tal van thema’s – zoals prenatale diagnostiek, immigratie, homo-emancipatie, vrijheid van meningsuiting, integratie, gezinsleven, vrouwenrechten en de democratische rechtsstaat – niet enkel aan de flanken van het politieke spectrum kunnen worden overgelaten.
Noten
- 1.De bundel is gratis te downloaden via de website van Eburon Academic Publishers. Zie https://eburon.nl/en/product/christian-democracy-conservatism-and-the-challenge-of-the-extremes
- 2.Carlo Invernizzi Accetti, What is Christian democracy? Politics, religion and ideology. Cambridge: Cambridge University Press, 2019. Vijf jaar geleden verscheen daarvan een bespreking in CDV: Marc Janssens, ‘De diepe verankering van de christendemocratie’, Christen Democratische Verkenningen 40 (2020), nr. 3, pp. 106-110.
- 3.Federico Ottavio Reho, ‘Christian democracy, conservatism and the challenge of European unity. Some reflections on a possible convergence’, in: Welle en Ottavio Reho 2025, pp. 97-108, aldaar pp. 107-108.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.