Bang voor gender
Samenvatting
Enkele jaren geleden constateerde filosoof en psychiater Damiaan Denys dat we in een angstcultuur leven. Angst is een organiserend fenomeen in samenlevingen. Denys stelt namelijk: ‘Waar vroeger de samenleving werd georganiseerd rondom de gemeenschappelijke angst voor donder en bliksem, gebeurt dit in de huidige samenleving rondom de angst voor het onbekende of oncontroleerbare.’1 Het is dus niet zo raar om eens te vragen naar wie er bang is. Daar zullen veel mensen bevestigend op antwoorden. Als we de angst tenminste durven toe te laten. Een vervolgvraag is dan of we de analyse van onze angst richten op de juiste oorzaken. Op die laatste vraag reflecteert Butler in hun nieuwste boek: Wie is er bang voor gender?
In het boek analyseert Butler de actuele discussie rondom het beladen begrip ‘gender’. Dat doet hen door in de eerste hoofdstukken te bestuderen hoe de discussie gevoerd wordt en wat invloeden zijn van het denken en uitingen van het Vaticaan en radicaalrechtse politici in verschillende landen. Daarnaast bespreekt hen de discussie in de VS tussen Trump en het Hooggerechtshof en de Britse kwesties rondom TERFs als J.K. Rowling.2 Vervolgens bespreekt hen in enkele hoofdstukken de begrippen ‘sekse’ en ‘gender’, de verhouding tussen cultuur en natuur, raciale en koloniale erfenissen op het genderdebat en de werking van taal. Het is alleszins een rijk boek: goed gedocumenteerd, prikkelend en intelligent. Het is daarom, spoileralert, zeker de moeite waard om te lezen.
Wie is er bang?
Verschillende maatschappelijke en politieke krachten verwoesten de wereld die we kennen, schrijft Butler: ‘klimaatvernietiging, oorlog, kapitalistische uitbuiting en maatschappelijke en economische ongelijkheid, toenemende onzekerheid en economische verwaarlozing, sloppenwijken overal ter wereld, dakloosheid, detentiekampen, institutioneel racisme, deregulering, neoliberalisme, autoritarisme en nieuwe vormen van fascisme’ (p. 287). Veel mensen leven met het gevoel van vernietiging, de vernietiging van wat het waardevolst is, als een voldongen feit, een gestaag proces of een angstaanjagend vooruitzicht (p. 281).
Het betoog van Butler had op dit punt verrijkt kunnen worden door ook zaken te benoemen die iemand als Charles Taylor analyseert. Namelijk dat ook het moderne wereldbeeld en moderne waarden een gevoel van vervreemding kunnen betekenen: individualisme, instrumentaliteit (mensen zijn nog slechts middelen in een samenleving waar economische productiviteit vooropstaat) en verlies aan zin en betekenis, doordat we zicht missen op ‘een gedeelde horizon van waarden’.3 Butler lijkt hun betoog juist op individualisme en waardepluraliteit te funderen. Eerlijk is eerlijk: het zijn ook zaken die veel goeds brengen. Aandacht voor het individu helpt om de inherente waarde van ieder individu te erkennen, en ook het recht op zelfontplooiing. Waardepluraliteit verrijkt het leven en de samenleving, doordat het de aandacht richt op het mogelijke gelijk van de ander en op de beperktheid van je eigen standpunt. Maar het zijn tegelijk zaken die het moderne individu van zichzelf en de ander kunnen vervreemden. En het lijkt me, met Taylor, van wezenlijk belang om die zaken evenzeer te benoemen als we de bronnen van angst en zorgen van mensen beschrijven.
Judith Butler
Wie is er bang voor gender?
Ten Have | 2024 | 352 pp. | ¤ 24,99 | ISBN 9789025910945
Butler stelt dat mensen geen idee hebben hoe ze met angst leven moeten (p. 280). Angst kan eenvoudig een eigen leven gaan leiden en los komen te staan van de bron van angst. Doordat bepaalde politieke stromingen de angst weghalen bij de bronnen die er duidelijk de oorzaak van zijn, aldus Butler, worden er culturele beelden of fantasma’s gecreëerd. Dat idee van een fantasma is een belangrijk punt in hun redenering. Het is een verschijnsel waarmee, plat gezegd, de onderbuik van mensen wordt aangesproken. Je ziet het bijvoorbeeld gebeuren bij thema’s rondom migratie (‘de invasie die ons komt overspoelen en die onze manier van leven bedreigt’) en antisemitisme (de uiteindelijke wereldregering is in handen van Joden; zij zijn het kwaad in onze wereld). Politieke stijlen kunnen de ‘onderbuik’ van mensen voeden, namelijk door zich niet te richten op werkelijke problemen, maar de aandacht te verleggen naar een zondebok. De politieke stijl van het fantasma ontkent bijvoorbeeld dat de woningnood wellicht wortels heeft in jarenlang neoliberaal beleid en het negeren van stikstofregels (er kan nu minder dan nodig gebouwd worden), maar wijst de migrant als schuldige aan: migranten krijgen de huizen waar anders uw kinderen in zouden wonen!
Butler stelt dat een vaag gedefinieerd begrip als ‘gender’ dient om de angst van de moderne mens te kanaliseren
Een fantasma, kort gezegd, is dus een illusie, maar een die krachtig appelleert aan angst en zorg. Het is een product van de verbeelding, in politieke zin een bewust gecreëerde verbeelding, die zorgen afleidt van de bronnen van de angst. Het roept het beeld op van de vernietiging van de aarde en de fundamentele structuren van menselijke samenlevingen (p. 282). Butler stelt dat een vaag gedefinieerd begrip als ‘gender’ dient om de angst van de moderne mens te kanaliseren. Het fantasma is geboren en
eenmaal aangewezen als oorzaak van verwoesting moet gender zelf vernietigd worden, en wat volgt is censuur, opheffing van genderstudies en vrouwenstudies, afbrokkeling van het recht op medische zorg, toenemende pathologisering, beperking van ruimtes voor publieke samenkomsten en herroeping of verwerping van antidiscriminatiewetgeving. (p. 282)
Wat is gender?
Maar waar hebben we het eigenlijk over als we het over gender hebben? Wie het weet, mag het zeggen. Het is een vaag begrip en er zijn ontzettend veel verschillende benaderingen en visies. Daardoor is van werkelijk debat eigenlijk geen sprake, volgens Butler, ‘omdat er geen tekst voorhanden is, geen overeenstemming over de voorwaarden, en het landschap overspoeld is door angst en haat waar kritisch denken zou moeten floreren’ (p. 17).
Het ‘iets en alles’ van gender is helder, zou je kunnen zeggen, maar niet wat het nu precies is. Gender is alles wat sommigen angst inboezemt en gender is iets wat ‘ons’ bedreigt. Het ‘iets en alles’ is een ongedefinieerde bedreiging. ‘Gender’ functioneert eigenlijk net als het begrip ‘woke’; het is een signaalwoord, niemand kan het echt definiëren, en het staat voor alles waar ‘we’ tegen zijn.4 Zo’n generalisatie is vaak een fantasmatische projectie, zo stelt Butler (p. 201).
Om gender te definiëren wordt vaak het onderscheid met ‘sekse’ gebruikt. ‘Sekse’ (of ‘geslacht’) verwijst dan ‘naar biologie of de wettelijke seksetoewijzing bij de geboorte, en “gender” naar wie iemand wordt in sociaal-culturele zin’ (p. 9). Dat laatste brengt de beroemde zin van Simone de Beauvoir in herinnering (mijn kat is overigens naar haar vernoemd): ‘Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt.’5 Butler wijst er meteen op dat er debat bestaat over deze termen en dat geen enkele benadering of definitie van ‘gender’ de overhand heeft, hoewel tegenstanders van de zogenoemde genderideologie gender doen ‘voorkomen als een monoliet, met angstaanjagende macht en reikwijdte’ (p. 10). Straks meer daarover.
Van het gegeven ‘identiteit’ accepteren we inmiddels dat het een construct is, en niet een diep onveranderlijke kern van de mens.6 Gender zouden we daaronder kunnen scharen als onderdeel van identiteit: cultureel bepaald, persoonlijk ingekleurd. Het is echter verleidelijk om ‘sekse’ meer deterministisch op te vatten: dat is ‘gewoon’ natuur, je kunt aan biologische kenmerken aflezen of iemand man of vrouw is. Maar inmiddels weten we dat ook het deel dat we aanduiden met ‘sekse’ minder afgebakend is dan we eerder dachten en sommigen wellicht zouden wensen. Sommige mensen dragen bij de geboorte geen duidelijke geslachtskenmerken, het hormonale spectrum is breed, en op basis van alleen testosterongegevens kunnen we niet besluiten wie vrouw is en wie niet (p. 221).
Als het gaat om de biologische interpretatie van gender kan het perspectief helpen van de eerder dit jaar overleden primatoloog Frans de Waal (1948-2024). Hij stelde dat hoewel gender inderdaad biologie overstijgt, het ook niet op niets is gegrond. De reden dat we genderdualiteit constateren is omdat de meerderheid van mensen in twee geslachten is in te delen.7 Hij beschrijft vervolgens het verschil tussen genderrollen en genderidentiteit. Genderrollen mogen dan culturele producten zijn, genderidentiteit lijkt van binnenuit te komen. Hij wijst op een studie onder transgender kinderen en cisgender kinderen.8 Uit deze studie blijkt dat transgender kinderen even overtuigd waren van hun toekomstige gender als cisgender kinderen.9
De werkelijkheid van transmensen leert dat hoewel dualiteit in geslacht voor de overgrote meerderheid van de mensen geldt, biologie en natuur daar niet op vast te pinnen zijn. Gender en sekse zijn beide niet eens en voor altijd op te sluiten in biologische en culturele gegevenheden. De natuurlijke werkelijkheid blijkt altijd weer rijker en diverser dan onze culturele schema’s soms toelaten.
Gender is alles wat sommigen angst inboezemt en gender is iets wat ‘ons’ bedreigt
Wie is er bang voor gender?
Wie is er bang voor gender? Nogal wat mensen. Het fantasma ‘gender’ wordt volgens Butler gevoed door uitingen van paus Franciscus, die de vernietigende kracht van ‘gendertheorie’ (evenals genetische manipulatie) op één lijn stelt met kernwapens, ‘de mogelijkheid om in een paar seconden heel veel mensen de dood in te jagen’ (p. 13).10 Ook Viktor Orbán beschrijft ‘genderideologie’ als bedreiging voor de toekomst en het voortbestaan van het (witte) Europa (p. 65). Butler noemt verder nog (naast talloze andere voorbeelden) het Brazilië van Bolsonaro en het Rusland van Poetin, waar de gedachte leeft dat ‘het idee van de natie en dat van mannelijkheid tot in de kern werd bedreigd door een “genderideologie” die werd afgeschilderd als gevaarlijke culturele import’ (p. 58).
Gender is alles en niets. Niets omdat het gebruik van de term ‘gender’ geen duidelijke afbakening kent in het publieke ‘debat’ erover. En alles omdat het als fantasmatisch construct wel degelijk een (gecreëerde) werkelijkheid is, en als die werkelijkheid een bedreiging voor de wereld, Europa, het gezin, kinderen.
De natuurlijke werkelijkheid blijkt altijd weer rijker en diverser dan onze culturele schema’s toelaten
In zijn boek Seks in biopolitieke tijden analyseert filosoof Marc De Kesel aan de hand van theorieën van Foucault en Lacan de werking van machtsstructuren. De mens is wat hij is enkel binnen een krachtenspel van macht en tegenmacht.11 Foucault laat zien hoe ‘seksualiteit en seksuele preoccupaties gefabriceerde probleemvelden zijn waaromheen machtsmechanismen zich manifesteren en ontwikkelen’.12 Het lijkt me van enorm belang dat de politiek zich keer op keer rekenschap geeft van de ontwikkeling van deze machtsstructuren, zeker waar het de intieme facetten van ons mens-zijn betreft: seksualiteit, geaardheid, sekse en gender. Te vaak zijn (toevallige) culturele patronen en machtsstructuren oorzaken van onderdrukking van mensen en groepen. Butlers boek is een belangrijke bijdrage om met betrekking tot gender deze structuren tegen het licht te houden.
De kracht van het concept van het fantasma lijkt ook een zwakte. Butler lijkt in dit boek niet goed voorbij te komen aan de benadering van radicaal-rechts als het gaat om gender. Terwijl de weerstand tegen ‘progressieve’ ontwikkelingen rondom vraagstukken die samenhangen met gender (denk aan de positie en rol van de vrouw, mogelijkheid van het homohuwelijk) al langer bestaat. De paus vertegenwoordigt een traditie van eeuwen. Orthodoxe protestanten keren zich altijd al tegen zaken als het homohuwelijk en het idee van biologische fluïditeit. Dat is niet af te doen als ‘fantasmatisch denken’ van radicaal-rechtse politiek. Het is een verschil in mensvisie en wereldbeeld. Die mag je over en weer bediscussiëren. Maar alles onderbrengen onder de noemer ‘fantasma’ maakt mensen onterecht tot willoze slachtoffers van radicaal-rechtse politiek.
De opdracht voor politici en de christendemocratie lijkt me het zoeken naar een evenwicht. Dat betekent dat de zorgen van mensen die vaak samenhangen met de verweesdheid die de moderne tijd met zich meebrengt (zie Taylor), serieus genomen moeten worden. Dat betekent ook dat de bronnen van zorg en angst in zicht moeten blijven. Gender als zodanig kan niet een bron van zorg zijn. Weerstand ten opzichte van de moderniteit in bredere zin wel: individualisering, verlies aan gemeenschapszin, onzekerheid, verlies aan zin en betekenis.
In het bedrijven van politiek zal daarom stevig afstand moeten worden genomen van het fantasma dat radicaalrechts maakt van gender. Achter dit vage concept gaan levens, zorgen en angsten van mensen schuil. Mensen die onzeker zijn of ze wel geaccepteerd zullen worden om wie ze (willen) zijn. Het vraagt van de samenleving om ook onze eigen fantasma’s en onderbuik te onderzoeken en steeds weer de mens achter het politieke concept te zien.
Butler komt niet goed voorbij de benadering van radicaal-rechts als het gaat om gender
In die zin kan gender dan een weg zijn tot een gezamenlijke zoektocht naar het goede leven voor alle mensen.
Noten
- 1.Naciye Karaalioglu, ‘Damiaan Denys over angst op de werkvloer’, Filosofie magazine, 4 mei 2017. Zie https://www.filosofie.nl/damiaan-denys-over-angst-op-de-werkvloer.
- 2.Het Engelse acroniem TERF staat voor trans-exclusionary radical feminist, oftewel een radicale feminist die transvrouwen niet als vrouw erkent en hen daarom uitsluit van de strijd voor vrouwenrechten.
- 3.Zie bijvoorbeeld: Charles Taylor, The ethics of authenticity. Cambridge: Harvard University Press, 1991, pp. 3-10.
- 4.Zie Casper Thomas, ‘Van trots vignet tot sinister signaalwoord. De verwording van woke’, De Groene Amsterdammer, 5 april 2023.
- 5.Simone de Beauvoir, De tweede sekse. Feiten, mythen, geleefde werkelijkheid. Utrecht: Bijleveld, 2015, p. 345.
- 6.Zie bijvoorbeeld: Paul Verhaeghe, Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij, 2018.
- 7.Frans de Waal, Different. What apes can teach us about gender. Londen: Granta, 2022, p. 42.
- 8.Men spreekt over ‘cisgender’ als de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht.
- 9.De Waal 2022, p. 58.
- 10.‘Paus vergelijkt genderideologie met kernwapens, Hitler en Mussolini’, Katholiek Nieuwsblad, 4 maart 2015. Zie https://medische-ethiek.nl/paus-vergelijkt-genderideologie-met-kernwapens-hitler-en-mussolini.
- 11.Marc De Kesel, Seks in biopolitieke tijden. Levenskunst met Foucault en Lacan. Amsterdam: Boom, 2023, p. 15.
- 12.De Kesel 2023, p. 24.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.