MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2024 / nummer 3
PDF  

Arbeidsmigratie: balans tussen lusten en lasten is zoek

Arjen Siegmann
2 oktober 2025

Samenvatting

Als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is Karien van Gennip hard bezig geweest de misstanden rond arbeidsmigratie aan te pakken. Ze schrok van de omstandigheden waarin veel arbeidsmigranten werken en wonen; die achtte ze ‘Nederland onwaardig’. Tegelijkertijd is het volgens haar noodzakelijk om een langetermijnvisie te ontwikkelen over ‘welke economie we willen zijn’, zodat de lusten en lasten van arbeidsmigratie eerlijker worden verdeeld. ‘Als er te veel arbeidsmigranten zijn die laagbetaald werk doen, zet dat zowel de innovatie van bedrijven als de leefbaarheid van wijken onder druk. Dat moeten we eerlijk onder ogen zien.’

Het probleem van arbeidsmigratie staat al langer op de politieke agenda. Wat is de bestuurlijke praktijk geweest? En welke wetgeving gaat er nog aankomen? CDV spreekt met onze voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip.

Er speelt enorm veel rond arbeidsmigratie. U was als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoordelijk voor dit onderwerp. Hoe heeft u de politieke druk hierbij ervaren?

‘Migratie is gaandeweg het thema geworden van de verkiezingen. En niet alleen asielmigratie. En, helaas, van de val van het kabinet-Rutte IV is de bestuurlijke realiteit anders dan wat de verkiezingscampagnes suggereerden. We hebben als kabinet van begin af aan veel aandacht gehad voor migratie, waaronder arbeidsmigratie. Als minister ben ik tweeënhalf jaar druk geweest met het opzetten van wetgeving die de grootste problemen op het gebied van arbeidsmigratie aanpakt. Door de val van Rutte IV konden we niet alles afmaken wat we begonnen waren. Dat ligt nu klaar in de Tweede Kamer voor mijn opvolger.’

Katrien van GennipFoto: Dirk Hol

Wat heeft u concreet op het gebied van arbeidsmigratie gedaan?

‘Meteen bij mijn aantreden schrok ik van de manier waarop heel veel arbeidsmigranten gehuisvest worden. “Dit is Nederland onwaardig”, vond ik. Ik ben veel met de Arbeidsinspectie op stap geweest en heb goed kunnen zien voor welke uitdagingen we gesteld zijn. Dat zijn er drie.’

‘Ten eerste moet de waarde van werk weer centraal staan. Het inchecken van je koffer, het bezorgen van een pakketje of het plukken van een tomaat is echt werk dat door echte mensen gedaan wordt en waarvoor wordt gezweet. We mogen die mensen niet als tweederangsmensen behandelen. Menselijke waardigheid betekent dat we grenzen stellen aan wat acceptabel is. En dat we die grenzen daadwerkelijk handhaven.’

‘Ten tweede is er een enorme druk op de leefbaarheid in de wijken. In Den Haag, Rotterdam of Helmond worden arbeidsmigranten gehuisvest op een onmenselijke manier. Soms heel erg krap en in slechte omstandigheden. Dat levert overlast op voor de andere mensen in de wijken. De lusten en de lasten zijn niet eerlijk verdeeld.’

‘Ten derde missen we een visie op integratie. De mensen zijn hier soms lange tijd, of regelmatig, en hebben soms kinderen op school. We moeten aandacht hebben voor hoe zij in de samenleving kunnen meedraaien. Dat gaat met name om de taalkennis. Elkaar kunnen verstaan is een eerste vereiste van samenleven.’

‘En overall begint het met een visie op onze economie. Welke bedrijvigheid wil je wel of niet of meer of minder in Nederland? Welke banen horen daarbij? En welke arbeidsmarkt wil je als samenleving hebben? Doorgeslagen flexibilisering stimuleert ook arbeidsmigratie.’

Doorgeslagen flexibilisering stimuleert ook arbeidsmigratie

Kunt u ons meenemen in welke wetgeving eraan zit te komen op het vlak van arbeidsmigratie?

‘Dat is om te beginnen de wet die strenge normen stelt voor de toelating van uitzendbureaus, de Wtta. De conceptwettekst ligt er en kan nu behandeld worden door de Tweede Kamer. Met deze wet willen we malafide uitzendbureaus aanpakken, die goedkoop en onder de kostprijs menskracht aanbieden zonder bijvoorbeeld fatsoenlijke huisvesting te regelen of zich aan de loonwet te houden.’

‘De aanbevelingen van de commissie-Roemer, uit 2020, hebben we onverkort en met urgentie uitgevoerd.1 Zo hebben gemeenten nu meer instrumenten, en mensen hebben vier weken recht op woonruimte na afloop van hun contract. Ook hebben ze het recht om de taal te leren en is er meer aandacht voor veiligheid op de werkvloer. Daarnaast moet wat mij betreft gelden: “Geen bed, geen business.” Zo is de VNG aan de slag gegaan met het opstellen van een zogeheten (bedrijfs)effectrapportage. Dat geeft gemeenten een instrument om te kijken of bedrijven voldoen aan de juiste eisen om zich te mogen vestigen. Denk aan het zorgen voor huisvesting, maar ook toegang tot de zorg en voldoende voorzieningen. Die rapportage moet nu uitgerold worden in heel Nederland en uiteindelijk randvoorwaardelijk worden.’

‘Een andere verbetering is de afschaffing van de 24-weken-eis voor asielzoekers wier aanvraag langer dan zes maanden in behandeling is. Nu kunnen ze gewoon aan het werk, een bijdrage leveren aan de samenleving én sneller de taal leren. Werk is het beste woordenboek. Op de bank zitten is remmend voor integratie en nodeloos frustrerend voor de mensen om wie het gaat. En het ontneemt ons de mogelijkheid om migranten die hier voor heel goede redenen zijn, in te zetten op de arbeidsmarkt. Daarnaast weten werkgevers ook beter waar ze aan toe zijn. Een statushouder aan het werk is een arbeidsmigrant minder. Daarom is ook het plan van aanpak Statushouders aan het werk zo belangrijk.’2

U zegt ‘goedkope arbeid’. Voor de mensen die het betreft is het werken in Nederland soms de vervulling van een droom. Iemand uit, zeg, Tadzjikistan die hier een halfjaar komt werken, keert soms in zijn eigen land terug als een rijk man.

‘De perspectieven van buitenlanders om hier te komen werken kunnen inderdaad heel aantrekkelijk zijn, vanuit hun lokale situatie gedacht. Dit is mede de achtergrond van het probleem, maar ik leg me er niet bij neer dat daarmee alles gezegd zou zijn. We zijn namelijk zelf, als Nederland en EU, verantwoordelijk voor de voorwaarden waaronder mensen hier toegelaten worden en kunnen werken. En daar richt de Nederlandse en Europese wetgeving zich op. Laat ik een voorbeeld noemen. Het is nu mogelijk voor iemand van buiten Europa om zich in Polen te laten inhuren door een bureau, en dan een dag later in Nederland aan het werk te zijn. Dit is het probleem van de “derdelanders”. Wat bedoelen we dan met vrij verkeer van personen? Hoelang mag je eerst in het ene Europese land werken voordat je doorgedetacheerd mag worden? Omdat de Europese wetgeving nu niet duidelijk genoeg is, ontstaan er dit soort constructies.’

‘In de nabije toekomst zal een grote rol weggelegd moeten zijn voor Europees beleid. Ik heb gestreden voor fair labour mobility en een steviger mandaat voor de Europese Arbeidsautoriteit, de ELA. Alleen in Europees verband, samen, kunnen we vooruitgang boeken. We zullen als lidstaten met elkaar moeten afspreken wat we fair vinden. Wat staan we toe, en wat niet?’

We moeten ons realiseren dat een deel van onze economie te lang gebaseerd is geweest op goedkope arbeid

Als christendemocraten zijn we vol van de rol van het maatschappelijk middenveld, zoals de vakbonden. Hebben die niet een belangrijke functie bij dit onderwerp?

‘Zeker. In het bepalen van wat we maatschappelijk verantwoord vinden, in de morele standaard van wat “goed werk” is, daar zijn de vakbonden cruciaal. En werkgevers.’

‘Laat ik een paar voorbeelden noemen. Malafide uitzendbureaus worden door werkgevers ingehuurd. Als werkgever kun je ook vragen of dat uitzendbureau is aangesloten bij een branchevereniging met een gedragscode. Als werkgever kun je zelf via de branchevereniging afspraken maken over waardig werk. Het vragen van een gedragscode en de naleving daarvan moet daar gebeuren. In de vleessector worden mensen nu op staande voet ontslagen, als manier om van mensen af te komen wanneer er geen werk is. Dat is een slechte praktijk die leunt op een gedeelde moraal, die dit kennelijk toelaatbaar vindt. Daar moet verandering in komen.’

‘Omdat dit ontslag op staande voet echt onacceptabel is, heeft de Arbeidsinspectie die “erger dan erge” misstanden afgelopen voorjaar naar buiten gebracht tijdens het onderzoek.3 Dit was niet de gewoonte, maar we vonden het nodig om te werken aan het maatschappelijk draagvlak, aan de morele ontwikkeling van wat we “goed werk” vinden. En vooral, wat niet. Het bevestigen van de moraal vindt vaak plaats door te benoemen wat je niet acceptabel vindt, en dat doen we op deze manier.’

Hoe past het ontmoedigen van laagbetaalde arbeidsmigratie in uw economische visie?

‘We moeten ons realiseren dat een deel van onze economie te lang gebaseerd is geweest op goedkope arbeid. Dat heeft succes gebracht, maar te lang hebben we de bredere effecten daarvan niet onder ogen gezien. Arbeidsmigratie voor laagbetaald werk ontmoedigt innovatie: ik heb werkgevers gesproken, bijvoorbeeld in de glastuinbouw, voor wie goedkope arbeidsmigranten momenteel veel interessanter zijn dan dure investeringen in innovatie. Deels omdat de technieken soms nog niet beschikbaar zijn, maar er zou meer geautomatiseerd kunnen worden dan nu het geval is. Dat is duur en soms risicovol, maar het zijn investeringen waar onze economie beter van wordt op de lange termijn en waar de overheid bij kan sturen en ondersteunen. Als land groeien we nu vaak in sectoren met veel laagbetaalde arbeid. Maar hebben we dat 37e distributiecentrum echt nodig?’

We moeten werken aan sociaal perspectief op de langere termijn, voor onze volgende generaties

‘Het rapport van de staatscommissie voor demografie wijst hier ook op.4 Zij benoemt de goedkope importarbeid en lage gasprijzen als drijvende factoren voor sommige sectoren. We zijn eraan gewend geraakt, en het zal moeite kosten om te ontwennen. Maar het moet gebeuren als we een land willen zijn met waardevol werk en een gezonde economische ontwikkeling.’

Is er iets waarvan u zegt: ‘Daar ben ik als minister niet aan toegekomen.’?

‘Wanneer het gaat om werk en sociale zekerheid vergeten we in de politiek weleens om aandacht te hebben voor de plek waar alles samenkomt. De samenleving in het klein, waar mensen gevormd worden en waarden en normen meekrijgen: het gezin. Jonge ouders zitten in het spitsuur van hun leven met opgroeiende kinderen en daarnaast het combineren van werk en (mantel)zorg, voor ouder wordende ouders. Ik ben bezig geweest met de bouwstenen voor een gezinsvisie vanuit het kabinet, maar de visie zelf zal het volgende kabinet moeten oppakken. Hilde Palland heeft er als CDA-Kamerlid veel aandacht voor gevraagd met de mooie CDA-gezinsvisie Naar een gezinsvriendelijke samenleving.5 Ik ben er echt van overtuigd dat er veel meer aandacht moet zijn voor de situatie van gezinnen bij het opstellen van beleid. Dat geldt net zo goed voor de situatie van jongeren, die volgens het SER Jongerenplatform een “uitgesteld leven” leiden: later aan kinderen beginnen, later een huis kunnen kopen, later een vaste baan.6 We zullen die drempels moeten weghalen, zodat we werken aan sociaal perspectief op de langere termijn. Voor onze volgende generaties. Dat noem ik sociaal rentmeesterschap. Dat is bij uitstek een opdracht voor ons als christendemocraten.’

Interview in het kort:

  • Het kabinet-Rutte IV heeft veel aandacht besteed aan het thema (arbeids)migratie. Zo is hard gewerkt aan de aanbevelingen van het rapport-Roemer en komt er een wet om malafide uitzendbureaus aan te pakken

  • We hebben veel te lang veel te weinig oog gehad voor de scheve balans tussen lusten en lasten op het gebied van arbeidsmigratie

  • Naast een goede visie op wat waardevol werk is, hebben we een gezinsvisie nodig en meer aandacht voor het sociale perspectief van onze volgende generaties

Noten

  • 1.Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan. Den Haag: Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, 30 oktober 2020.
  • 2.Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Statushouders aan het werk. Plan van aanpak. Den Haag: Ministerie van SZW, april 2023.
  • 3.Nederlandse Arbeidsinspectie, Signaal over uitzendbureaus die ontslag op staande voet misbruiken voor financieel gewin. Den Haag: Nederlandse Arbeidsinspectie, mei 2024.
  • 4.Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, Gematigde groei. Rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Den Haag: Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, 2024.
  • 5.Hilde Palland, Naar een gezinsvriendelijke samenleving. Gezinsvisie. Den Haag: Tweede Kamerfractie CDA/Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, februari 2023.
  • 6.Sociaal-Economische Raad, Veelbelovend. Kansen en belemmeringen voor jongeren in 2021. Den Haag: SER, januari 2022.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 3, herfst 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl