Naar een herstel van de relatie tussen burgers en natuur
Samenvatting
Er heeft zich een fnuikend proces van vervreemding en onthechting voorgedaan waarbinnen natuurbeheer een zaak van experts is geworden. Het gevolg daarvan is dat mensen de omgang met natuur vooral als een zaak van de overheid en haar instituten zien en in eerste instantie achterover gaan leunen. Er is behoefte aan een inspirerende aanvullende natuurstrategie waarin de natuur weer deel kan uitmaken van het dagelijks leven van de burger en van de ondernemer.
Met het uitwerken van de Ecologische Hoofdstructuur in de jaren negentig is er ongemerkt een proces op gang gebracht waarin mensen zich langzamerhand lieten vervreemden van de natuur. De eerste stap in dat proces is het loskoppelen van landschap uit het beleid voor natuur.1 Dat burgers landschap echter ook als natuur zien, is daarbij over het hoofd gezien. Vervolgens worden er in opdracht van LNV gebiedsvisies opgesteld door ecologische adviesbureaus, waarin de aandacht vooral uitgaat naar de ecohydrologisch kansrijke omstandigheden. Zo’n gebiedsvisie beschrijft vooral de milieucondities voor de levende natuur, en de mens speelt nog slechts een bescheiden rol in de zogenoemde halfnatuurlijke landschappen. De vervolgstap bestaat uit het beschrijven van de ecologische hoofdstructuur in termen van doelsystemen die losgezongen zijn van de gebieden.2 Het vormt een technisch systeem waar de financiering van aankoop en beheer op wordt geënt. Dit is een verdere stap in de richting van ontkoppeling van mens en natuur. Ecologische modellen schrijven voor wat er moet gebeuren, zoals het afplaggen van verrijkte bodemlagen of het opzetten van de waterhuishouding. Het gevolg van deze technische modelmatige invulling is niet alleen dat burgers dit niet meer kunnen volgen, maar ook dat een proces van depolitisering in gang is gezet. Ecologen schrijven voor wat er moet gebeuren. Dat lijkt aanlokkelijk, want zij hebben daar immers veel kennis over, maar het gevolg is dat mensen de omgang met natuur vooral als een zaak van de overheid en haar instituten zien. Ze leunen in eerste instantie achterover.
Europese boekhouding van biotopen en soorten
De wijze waarop de Nederlandse natuurdoelen zijn ingevoerd in Europese wetgeving, in de vorm van een soort boekhouding van biotopen en soorten, is vooral een verdere stap op een reeds ingeslagen pad.3 Voeg hierbij het enorm complexe systeem van compensatiemechanismen als een ruimtelijke ingreep schade berokkent aan de natuur, en geen mens kan dit meer volgen.4 Het is dan ook geen wonder dat maar weinig mensen de stikstofdiscussie begrijpen en met elkaar discussiëren op basis van veel meningen en weinig feiten.5 Geven burgers ten gevolge van deze vervreemding dan weinig om natuur? Het antwoord kan niet anders dan ambivalent zijn: mensen maken zich zorgen om natuur en komen ervoor op, terwijl ze aan de andere kant hun tuin betegelen en overal mierenlokdoosjes neerzetten. Hoe mooi zou het zijn als de mensen die oog hebben voor de natuur en zich daarvoor inzetten andere burgers zouden kunnen inspireren en meenemen. Dit zou een breed gevoeld besef ten goede komen dat de mens geheel afhankelijk is van de natuur.
Initiatieven ondernemen burgers vooral samen
Als mensen zich inzetten voor de natuur, doen ze dat om de natuur toe te laten in hun dagelijkse leven en leefomgeving, als vrijwilliger bij een natuurorganisatie of om in het algemeen te laten zien dat het ook anders kan. Ze doen dat het liefst samen, vaak als deelnemer in een burgerinitiatief. Het toelaten van natuur gaat dan over natuurtuinen, bijenlandschappen, bioblitzen, boomcirkels, en vergroening van de wijk met plantenbakken, geveltuintjes en sedumbegroeiing op daken.6 Als mensen eenmaal beginnen met het vergroenen van hun tuin of van de wijk, ontstaat een zwerm van initiatieven die uiteindelijk ook gaan leiden tot een duurzamere levensstijl. Dit valt onder meer te zien in de Zwolse wijk Assendorp, waar een meerjarig proces is doorlopen van allemaal initiatieven die gaan over leefbaarheid, voorkomen van hittestress, energieopwekking, het telen van groenten in een kloostertuin en nog veel meer.7 Het leidt ook tot aandacht voor minder auto’s en voor verpakkingsvrij winkelen. Argumenten van gezondheid, vermindering van hittestress en opkomen voor milieu en natuur gaan hand in hand. Ervaringen worden op een lokaal platform gedeeld. Het mooie is dat, door op deze manier verantwoordelijkheid te nemen voor hetgeen je naar vermogen kunt doen, de klimaatstress afneemt. Hierdoor vermindert het drukkende gevoel van onmacht dat de problemen te groot zijn om aan te pakken, zonder zicht op een oplossing.
Als mensen eenmaal beginnen met het vergroenen van hun tuin of van de wijk, ontstaat er een zwerm van duurzame initiatieven
Vrijwilligers komen nog weleens op een wachtlijst, maar voegen zich doorgaans naar het beleid van de organisatie waar ze voor kunnen werken. Mensen die met elkaar het landschap gaan onderhouden en bijvoorbeeld wilgen knotten in de regio of hagen knippen, hebben het vooral heel gezellig. En terwijl de natuur- of landschapsorganisatie werkt vanuit een prestatiecontract, ontstaan er in de vrijwilligerspraktijk heel andere waarden. Vrijwilligers gaan een gemeenschap vormen en kijken naar elkaar om. Die vorm van sociale waardecreatie wordt nooit gezien, herkend of erkend in prestatiecontracten (bijvoorbeeld tussen provincie en landschapsbeheer).8
Initiatieven van burgers die willen laten zien dat het ook anders kan, zijn meestal eigenzinnig. Zij kiezen bijna altijd een ander perspectief dan dat van de overheid en de natuurorganisaties, om hun meerwaarde direct te tonen. Dat kan een holistisch perspectief zijn of een perspectief waarin nieuwkomers in de Nederlandse natuur worden verwelkomd in de strategie van het vergroenen van de stad. Denk bijvoorbeeld aan Land van Ons,9 de vele voedselbossen,10 de Herenboeren11 en de ecodorpen.12 Er zijn ook veel initiatieven van privaat aangelegde en beheerde natuurgebieden.13 Het zijn allemaal voorbeelden die proberen het falen van het huidige maatschappijsysteem aan de kaak te stellen en wegen te openen naar samenleven met natuur. Initiatieven van burgers worden gevoed door emoties, zoals het verlangen naar een minder stressvol leven dichter bij de natuur, gevoelens van zorg voor de natuur en ook strijd tegen hetgeen de natuur schade berokkent. Emoties kunnen diep verweven raken met standpunten als mensen zich identificeren met natuur. Dat kan gaan over perspectieven op de relatie mens-natuur, maar kan soms zelfs leiden tot identificatie met dieren.14
Nieuwe initiatieven laten zien dat de natuur veerkrachtig is, want die reageert onmiddellijk. Zo is duidelijk geworden dat wilde bijen direct reageren op het laten groeien van inheemse planten in de tuin. De tuintellingen, de website Nature Today en ook waarneming.nl laten zien dat de zeldzaamste bijen ineens opduiken als hun waardplanten in een tuin zijn geplant. Ondertussen hebben de mensen van de tuinreservaten of natuurtuinen ook veerkracht nodig, want niet zelden worden ze in de buurt bespot of aangeklaagd dat hun tuin of hun wijk een rommeltje is waar allemaal onkruid groeit.
Nieuwe initiatieven laten zien dat de natuur veerkrachtig is, want die reageert onmiddellijk
De initiatieven van mensen in de stad zijn inmiddels van eminent belang geworden, want de natuur in het boerenland is sterk achteruitgegaan. Het scheiden van natuurgebieden van de rest van het ruimtegebruik heeft veel opgeleverd, maar is nu toch aan het eind van zijn mogelijkheden gekomen. We beheren de natuur kapot. Er is behoefte aan een nieuwe aanvullende natuurstrategie waarin de natuur weer deel kan uitmaken van het dagelijks leven van de burger en van de ondernemer. En daarvoor is een andere mens-natuurrelatie nodig. Geen relatie die uitgaat van de mens als eindpunt van de evolutie of als rentmeester van de natuur, en ook geen die uitgaat van hoe de natuur er in onze jeugd uitzag en die dat met beheer probeert vast te houden, maar een relatie waarin mensen een nieuwe balans weten te vinden tussen de rechten van de natuur en de behoeften van henzelf. De mens is dan niet a priori de basis waaraan alles wordt afgemeten, zoals met de ecosysteemdiensten, maar niet meer dan één van de vele soorten die het met elkaar moeten zien te rooien. De vele burgerinitiatieven vormen een kweekvijver voor het vinden van die nieuwe mensnatuurrelaties en de invloed daarvan op de ontwikkeling van duurzame leefstijlen.
Mogelijke rol van de overheid
In de vorige kabinetsperiode is de Agenda Natuurinclusief opgesteld en uitgewerkt.15 Dit is een nieuwe en interessante strategie in het natuurbeleid die niet naar nog meer natuurgebieden streeft, maar naar een steviger positie van natuur in allerlei sectoren van de samenleving. Potentieel kan dit beleid uitgroeien tot een goed kader voor burgerinitiatieven. De overheid hanteerde tot dusverre de filosofie dat kennis over en het beleven van de natuur leidt tot liefde voor de natuur, en dan is educatie een belangrijk instrument.16 Het is vooral een cognitieve, en veel minder een emotiegerichte strategie. Als kinderen de soorten kunnen benoemen van vogels, planten en insecten, dan komt de liefde en zorg voor de natuur vanzelf, is de gedachte. Die strategie heft echter de voornoemde vervreemding niet op. Burgers zijn als bezoeker van een natuurgebied een soort consument van die natuur. Natuur is dan vooral een schouwspel dat voornamelijk door professionals van de grote terreinbeherende organisaties wordt verzorgd. Het is zelden of nooit zo dat omwonenden van een natuurgebied inspraak krijgen in wat voor soort natuur er ontwikkeld moet worden. Er wordt vooral gedacht in termen van draagvlak onder, en veel minder aan eigenaarschap van omwonenden. Als er emoties opspelen, dan is dat een draagvlakprobleem dat snel opgelost moet worden met het bieden van kennis voor leken. Het beleven van natuur blijft dan steken in de categorie vrijetijdsbesteding. De vervreemding neemt niet af, en het louter beleven leidt niet tot duurzame leefstijlen, zoals dat wel kan gebeuren bij burgerinitiatieven.

© Land van Ons
Als het gaat om het omgaan met initiatieven van burgers, is er behoefte aan beleid dat kan meebewegen. Beleid dat zich losmaakt van het New Public Management en vooral ruimte schept voor het leren omgaan met natuur in een sociale omgeving. Dan kan een overheid inspelen op (1) waar energie op zit, (2) nieuwe perspectieven en ideeën en (3) emoties. We lopen de drie categorieën hierna af.
Sturen op energie in de samenleving
Burgers raken vaak begeesterd van het doen van projecten met natuur. De overheid moet dan niet reageren vanuit staand beleid, maar zien wat ze kan doen om de energie die er is positief te laten landen. Zo blijkt het idee van stromende beken een heel belangrijke motivatie om landschapsonderhoud en natuurbeheer te gaan doen in de randen van de Veluwe. Dat gaat om veel mensen die veel tijd willen besteden aan het herstel van natuur. Ze lopen aan tegen vergunde grondwaterwinningen, bijvoorbeeld van een papierfabriek, waardoor beken opdrogen. Een overheid die dan kort zegt ‘Wat jullie willen is niet realistisch’, smoort de energie in de kiem. Goede voorbeelden van beleid gericht op samen leren bevinden zich onder meer in de provinciale programma’s Natuur voor elkaar17 en Gelderse Natuurmakers.18
Ruimte maken voor nieuwe perspectieven en ideeën
Een groeiende groep burgers wil de natuur opzoeken bijvoorbeeld via het wonen.19 Ze willen sociaal en groen wonen, en dat mag klein zijn. Onder burgers zijn er veel ideeën over hoe je de harmonie met natuur kunt herstellen. Ze hanteren daarbij andere perspectieven dan gangbaar, bijvoorbeeld een holistisch perspectief, of richten zich op een spirituele relatie met natuur.20 In feite zijn andere perspectieven volop aanwezig in een samenleving met zoveel nationaliteiten, maar ze blijven onzichtbaar of worden gemarginaliseerd door hun omgeving of door de bestaande opvattingen en regelsystemen in onze samenleving. Daarmee wordt een bron van innovatie voor natuurinclusieve leefstijlen niet benut. De overheid zou meer kunnen sturen op innovatie van leefstijlen die voortkomen uit andere mens-natuurrelaties. Dit kan ze doen door sociale initiatieven voor natuur meer ruimte te bieden: meer experimenteerruimte, maar ook meer ruimte door het in speciale gevallen wegnemen van regels die voortkomen uit traditionele mens-natuuropvattingen, binnen de kaders van de wet. Het beleid zou zich kunnen openstellen voor andere kennis, doelen en organisatievormen. Minder doel-middel-resultaatbeleid, en meer flexibiliteit om andersdenkenden de hand te reiken.
We beheren de natuur kapot
Emoties benutten in plaats van tegengaan
Als we weten dat burgerinitiatieven voor natuur ook gedreven worden door emoties en dat een emotionele band met natuur samenhangt met identificatie met natuur, dan is beleid wenselijk dat emoties niet als probleem ziet, maar als een belangrijk aangrijpingspunt om de vervreemding ten positieve te keren. Dit vraagt om een lerende opstelling van de overheid, gericht op het herkennen en erkennen van emoties die voortkomen uit identificatie met natuur vanuit andere perspectieven. Deze opstelling gaat over het aangaan van de dialoog en het bieden van ruimte. Het perspectief van de overheid zelf is dan niet louter de maat der dingen.
Artikel in het kort:
- Vanaf de jaren negentig heeft zich een proces van vervreemding en onthechting doorgezet door de manier waarop natuurbeheer is geregeld in Nederland en in Europa
- Natuur- en landschapsbeleid worden los van elkaar ontwikkeld, en van natuurbeheer is een niet meer goed te volgen technische zaak gemaakt, te beheren door ecologen en andere deskundigen
- Mensen komen in het hele verhaal niet voor, terwijl er juist nu behoefte is aan een aanvullende natuurstrategie waarin de natuur weer deel kan uitmaken van het dagelijks leven van burgers en ondernemers
- Om de vervreemding te keren zou de overheid veel meer ruimte moeten bieden voor burgerinitiatieven en andere creatieve vormen van landschapsbehoud en natuurbeheer
Noten
- 1.Zie hiervoor het Natuurbeleidsplan (1990) en de Nota Landschap (1992).
- 2.Zie het rapport Ecosystemen in Nederland (1995).
- 3.Zie Raoul Beunen, The governance of nature. How nature conservation ambitions have been dashed in planning practices (proefschrift). Wageningen: Wageningen Universiteit, 2010.
- 4.Ik geef hier als voorbeeld hoe verlies van ganzenareaal bij Ruimte voor de Rivier in de IJsseldelta gecompenseerd moest worden in de Noordwaard (Biesbosch), zonder dat dit de boeren verteld werd.
- 5.Een goede poging om het aan gewone mensen uit te leggen: Wieger Wamelink, Het stikstofweb. Voor wie wil weten wat de wetenschappelijke waarheid is. Amsterdam: Veen Media, 2024.
- 6.Sedum is een geelbloeiend vetplantje dat op daken kan groeien, zelfs in combinatie met zonnepanelen.
- 7.Roel During, Josine Donders, Joep Frissel en Rosalie van Dam, Responsief én adaptief natuurbeleid. Op zoek naar veerkracht in de menselijke natuur. Wageningen: Wageningen University & Research, 2022.
- 8.Zie de analyse in de volgende publicatie: Rosalie van Dam, Irini Salverda en Roel During, Waardecreatie en de participatie-aanpak van Stichting Landschapsbeheer Gelderland. Wageningen: Wageningen University & Research, 2016.
- 9.Zie landvanons.nl.
- 10.Zie netwerkvoedselbosbouw.nl.
- 11.Zie herenboeren.nl.
- 12.Zie gen-nl.nl.
- 13.Hiervan bestaat geen landelijk overzicht, maar voor Friesland is dit bijvoorbeeld te vinden in de volgende publicatie: Josefien Oude Munnink, Sylvia van Lieshout en Tineke de Vries, Natuur in eigen hand. Particulier natuurbeheer in Friesland. Z.p.: Natuur op eigen land, 2017.
- 14.Er is een subcultuur van mensen die zichzelf zien als een ander dier in het lichaam van een mens, de zogenoemde otherkins.
- 15.Interprovinciaal Overleg, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, LandschappenNL en Ministerie van LNV, De eerste agenda Natuurinclusief. Den Haag: Ministerie van LNV, mei 2022.
- 16.Zie bijvoorbeeld de educatiestrategie voor de nationale parken: Stefanie Boomsma e.a., Magische momenten. Nationale Parken educatiestrategie. Amersfoort: Nationale Parken Bureau, 2020.
- 17.Zie natuurvoorelkaar.nl.
- 18.Zie geldersenatuurmakers.nl.
- 19.Het platform HetkanWEL (zie hetkanwel.nl; ‘groener, eerlijker & leuker leven’) stuurt jaarlijks een enquête rond over woonwensen. De meeste van de vijftienhonderd respondenten willen vooral sociaal en groen wonen.
- 20.Deze perspectieven worden verkend in het Europese project BIOTraCes (zie biotraces.eu), waarbij gekeken wordt hoe initiatieven met ongebruikelijke perspectieven in ongelijke machtsverhoudingen terechtkomen en vaak worden gemarginaliseerd.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.