MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2024 / nummer 2
PDF  

Integrale ecologie: zoeken naar verbinding

Gerard Kuperus
19 juni 2025

Samenvatting

Naast technologische oplossingen is vooral een nieuw ecologisch bewustzijn nodig om de natuur te herstellen. Daarbij kunnen grote projecten zoals de Marker Wadden als inspiratie dienen en moet ook op lokaal niveau de toegang tot de natuur en het gesprek met elkaar bevorderd worden. Politiek én burger worden uitgenodigd om hierover het gesprek aan te gaan en tot concrete stappen te komen.

In de encycliek Laudato si’ benadrukt paus Franciscus dat het technocratisch paradigma ons niet zal redden.1 Sterker nog: het geloof in technologische oplossingen zal ons dieper in de klimaatcrisis trekken. Als we alleen blijven hopen op groene energie, hogere zeeweringen en machines waarmee we CO2 uit de lucht kunnen zuigen, dan zal een daadwerkelijke omkering in ons gedrag uitblijven. Wat kunnen we politiek gezien met dit inzicht? Voor een overheid is de technologische oplossing relatief eenvoudig, vooral omdat het gericht is op concrete doelen die meetbaar zijn. Het is veel lastiger, of misschien zelfs onmogelijk, om als overheid het gedrag van mensen te veranderen, inclusief de onderliggende waarden en gevoelens. Toch kan indirect via bijvoorbeeld subsidies aan natuurinstanties bij het publiek meer ecologisch besef tot stand gebracht worden. Ook kan er in het taalgebruik van beleidsmakers een nieuwe filosofie worden benadrukt. Toch moet er, om samen verder te komen, meer inspraak tot stand komen, namelijk via directe natuurervaringen en ontmoetingen van elkaar.

Laat ik vooropstellen dat een energietransitie noodzakelijk is, maar niet voldoende. De vraag is welk probleem ten grondslag ligt aan de ecologische crisis. Deel van het probleem is onze techniek: simpel samengevat is de industriële revolutie op gang gekomen door de verbrandingsmotor. Dat laat de mogelijkheid open om voor dit probleem een oplossing te zoeken, maar er is nog een veel groter probleem: wijzelf. In onze huidige situatie hebben we verwachtingen en gedragspatronen tot stand gebracht die steeds vragen om meer. En het blijkt vaak dat meer dingen en meer geld niet per se tot een gelukkiger leven leiden, vooral niet als we in een spiraal terechtkomen waarin we steeds maar weer meer willen. Aristoteles gaf aan dat een goed leven wel geld vereist (je wilt geen honger hoeven lijden), maar op zichzelf niet tot geluk leidt. Daarentegen is rijk zijn (Athene, waar Aristoteles destijds woonde, was de rijkste stad in de regio) juist een situatie die verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Wat doe ik met mijn geld? Wie of wat help ik? Maar dus ook: waar geef ik mijn geld níét aan uit?

Terwijl veel ethici de ratio als uitgangspunt nemen (en Aristoteles valt daar gedeeltelijk onder), blijft onderzoek uitwijzen dat de meeste beslissingen die we nemen gevoelsmatig tot stand komen. Denkers als David Hume benadrukken dit door het idee van de morele gevoelens (sentiments). Het zijn volgens hem onze gewoontes en gevoelens die bepalend zijn voor ons dagelijks handelen, inclusief ons moreel handelen. Ook ‘onze eigen’ Spinoza beargumenteert dat het de passies zijn die ons drijven, zelfs als we denken dat we rationele beslissingen nemen. Als we iets willen, dan vergeten we vaak dat deze wil zelf een niet-rationele drijfveer is die we niet in de hand hebben. Ik kan bijvoorbeeld denken dat ik vrij handel als ik mijn winst wil maximaliseren, maar die winstmaximalisatie is een drijfveer die ik zelf niet uit vrije wil heb gekozen. Kortom: een verandering in ons ‘ecologisch gedrag’ zal vooral moeten voortkomen uit een verandering of een aanzwengeling van onze gevoelens.2 In de woorden van de paus hebben we een ecologische omkering nodig, waarin we ons weer voelen als een deel van de aarde, en verbonden met elkaar. Ik kom hier zo op terug.

We hebben een ecologische omkering nodig, waarin we ons weer voelen als een deel van de aarde, en verbonden met elkaar

In Nederland vinden we grote inkomensverschillen. Dit vertaalt zich in het feit dat een (relatief klein) percentage veel vliegt: het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) geeft aan dat acht procent van de bevolking veertig procent van de vliegreizen maakt.3 Als mensen niet vliegen dan is dat vanwege de kosten of vliegangst; milieuoverwegingen blijken van ondergeschikt belang.4 We kunnen het verder over autobezit en de grootte van onze huizen hebben, of over hoe vaak we een nieuwe telefoon of nieuwe kleding aanschaffen. Tegelijkertijd zien we vaak dat het deel van de bevolking dat niet vliegt, geen auto heeft, en in een relatief klein huis woont, buiten de discussies en het beleid rondom duurzaamheid valt. Ook deze mensen wonen grotendeels onder zeeniveau, ademen dezelfde vervuilde lucht (of in vele gevallen meer vervuilde lucht, omdat mensen met geld niet naast de fabriek willen wonen) en moeten hoge energierekeningen betalen, terwijl ze subsidies voor elektrische auto’s en zonnepanelen volledig mislopen. De verbondenheid met elkaar is hier dus een belangrijk thema.

Ecologische omkering

Verbondenheid is ook een centraal thema in Laudato si’, en essentieel voor wat Franciscus omschrijft als een ecologische ‘omkering’ (of zelfs ‘bekering’; in het Latijn staat er conversio). De ondertitel van de encycliek is Over de zorg voor ons gemeenschappelijke huis, en daarin wordt eigenlijk een dubbele verbondenheid uitgedrukt: de gemeenschap van mensen die samen de aarde als huis bewonen. Mensen zijn onlosmakelijk met de aarde én met elkaar verbonden. De verwoesting van natuurgebieden, zeespiegelstijging, ziektes rondom sterk vervuilde woongebieden, extreem weer: dit alles heeft grote gevolgen voor onze medemensen. Deze gevolgen moeten we allereerst voelen, en dat kan alleen door de correlatie te ervaren die er is tussen ons gedrag als consumenten en de negatieve gevolgen daarvan voor anderen.

Zoals gezegd is een ecologische omkering een lastige opgave voor een overheid. Desalniettemin kunnen we beginnen bij concrete voorbeelden die al baanbrekend zijn geweest. De stormvloedkering in de Oosterschelde is daar een mooi voorbeeld van, evenals de Marker Wadden. Dat laatste project is een soort symbiose tussen mens en natuur.5 De eilanden zijn ontstaan door de mens en moeten onderhouden worden door de mens, en dit wakkert allerlei natuurlijke processen aan. Wat hier dan interessant aan is, is dat we als mensen anders naar het niet-menselijke gaan kijken. We spreken er anders over, we denken er anders over, en we voelen ons er anders bij. Een ander voorbeeld is het Nederlandse rivierenbeleid, dat onder het motto ‘Ruimte voor de Rivier’ een geheel nieuw paradigma heeft geïntroduceerd. Het water wordt in zekere zin als levend gezien, en de rivier heeft af en toe ruimte nodig. We kunnen ook denken aan de wildbloemen die weer overal te vinden zijn omdat we niet meer altijd en overal maaien, en aan de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater in bijvoorbeeld Amsterdam, waardoor er nu op vele plaatsen weer gezwommen kan worden. Door wildbloemen voelt het hele landschap anders aan; door het schone water voelt het leven in de stad heel anders. De verbinding met de natuur wordt hier dus gevoeld.

Er is geen gebrek aan ideeën, inzichten en gevoelens, maar wel een gebrek aan inspraak

Dat de overheid een rol kan spelen in dergelijke ontwikkelingen is duidelijk, maar politieke bewegingen komen ook vaak decentraal tot stand. Een gemeente kan besluiten om bepaalde stroken niet te maaien, meer fietspaden aan te leggen of auto’s te weren, maar dergelijke maatregelen zullen allereerst bij de burgers zelf vandaan moeten komen en op de juiste manier moeten worden uitgevoerd. Voor een ecologische omkering kan de overheid stimuleren, maar die rol is op zichzelf niet voldoende. Burgers uit alle lagen van de bevolking moeten kunnen voelen dat ze een deel van de oplossing kunnen zijn. Er is geen gebrek aan ideeën, inzichten en gevoelens, maar wel een gebrek aan inspraak.

Gezien het idee dat mensen vooral gevoelsmatig beslissingen nemen, stel ik voor dat, om een ecologische omkering te bevorderen, burgers – van jong tot oud en van arm tot rijk – in de gelegenheid worden gesteld om een verbinding te voelen met elkaar, met de plek waar ze wonen en met de dieren waarmee ze deze plek delen. De grote vraag: hoe doen we dat?

Gezamenlijke projecten

Allereerst kunnen we plekken zoals de Marker Wadden gratis toegankelijk maken. Belangrijker nog zijn de lokale natuurgebieden: een strookje bomen, een stadspark, een bos of de heide. Veel van die natuurgebieden zijn uiteraard al vrij toegankelijk, maar ik denk hierbij ook aan het organiseren van excursies, wandeltochten, yoga-of meditatiesessies, of een spel in de natuur. Dergelijke projecten zullen uit de samenleving tot stand moeten komen, en daar heeft de overheid een rol te spelen. Zoals eerder gezegd: er is geen gebrek aan ideeën, wel aan inspraak. De overheid kan projecten stimuleren door natuurplekken beschikbaar te stellen, en bijvoorbeeld ook door kleine opstartsubsidies te geven voor activiteiten die de verbinding van mensen met elkaar en met de wereld, het gemeenschappelijk huis, bevorderen.

Om één voorbeeld uit te werken stel ik voor dat een groep mensen een plaatselijke moestuin ter beschikking krijgt. Op een maandelijkse werkdag bespreken ze ook ideeën rondom onze relatie tot de natuur. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een aantal passages uit Laudato si’, zoals de volgende referenties naar een Spaanse mysticus en een soefi, waar natuur en God als synoniemen worden uitgedrukt: ‘alle dingen zijn God’ (Johannes van het Kruis; LS 234) en ‘het universum ontvouwt zich in God’ (Ali al-Khawas; LS 233). Ik kan me voorstellen dat tijdens het tuinieren gesprekken tot stand komen over wat deze passages betekenen en dat er gesproken wordt over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis en hoe die zorg ook een zorg voor onszelf is. Wie of wat God ook voor ons mag zijn, het geeft de spirituele dimensie aan van onze relatie tot de aarde en tot deze activiteit. Bomen, vlinders, bloemen, grassen, kreken en meren zijn niet zomaar dingen zoals de dingen die je kunt kopen in een winkel. Het is juist het mysterie van de schoonheid van de natuur die ons inspireert, en ons zowel op materiële als ook op spirituele wijze voedt en verrijkt.

Foto: archedinburgh.org

Terwijl iedereen, ook vanuit de politiek, roept dat er veel polarisatie is, zullen dit soort projecten juist samenwerking en een gevoel van eenheid aanwakkeren. De overheid hoeft hier niet direct bij betrokken te zijn, maar kan wel deze projecten stimuleren waarin mensen met een diversiteit aan achtergronden samenkomen in de natuur, van moestuin tot wandeling, van meditatie tot schilderklas. Geef mensen de gelegenheid om dergelijke projecten zelf op te zetten, waardoor de verbinding met elkaar en met ons gedeelde huis weer kan worden gevonden.

Artikel in het kort:

  • Technologische oplossingen en rationele besluitvorming kunnen de klimaat- en natuurcrisis niet keren, daar is een ecologische omkering voor nodig
  • Daarin zien wij onszelf niet meer als de maat der dingen, maar als verbonden met de aarde en met elkaar
  • Het is daartoe nodig inzicht in de gevolgen van ons gedrag op anderen en op de leefomgeving zichtbaar en invoelbaar te maken
  • Burgers uit alle lagen van de bevolking moeten via gezamenlijke projecten in de gelegenheid worden gesteld een deel van de oplossing te zijn

Noten

  • 1.Paus Franciscus, Laudato si’. Encycliek over de zorg voor het gemeenschappelijke huis. Vaticaanstad/ Utrecht: Libreria Editrice Vaticana/SRKK, 2015. Deze encycliek is te downloaden via www.rkkerk.nl/publicaties/encyclieken.
  • 2.Wat betreft ons ‘ecologisch gedrag’ kunnen we constateren dat hoewel velen van ons zich zorgen maken over klimaatverandering (namelijk ongeveer driekwart van de Nederlandse bevolking), we ons weinig aanpassen. Zie bijvoorbeeld: Maroesjka Versantvoort e.a., Tussen duurzaam denken en duurzaam doen. Houding, gedrag en veranderbereidheid van religieuze en niet-religieuze Nederlanders als het gaat om klimaat. Den Haag/ Amsterdam: Sociaal en Cultureel Planbureau/ Protestants Theologische Universiteit, 2024.
  • 3.Toon Zijlstra en Olga Huibregtse, De Vliegende Hollander. Hoeveel Nederlanders vliegen en de keuzes die ze maken bij een vliegreis. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, maart 2018, p. 2.
  • 4.Zijlstra en Huibregtse 2018, p. 1.
  • 5.Zie https://www.natuurmonumenten.nl/projecten/marker-wadden.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 2, zomer 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl