Te verbinden: natuur en leefwereld
Samenvatting
De belabberde staat van de natuur lijkt vooral een zaak geworden te zijn van een falende overheid en steeds moeilijker te volgen experts, een ingewikkelde kwestie die boeren en burgers niet aangaat. Het tekent het voortschrijdende proces van modernisering waarin natuur en mens steeds meer tegenover elkaar zijn komen te staan. We hebben dringend een nieuwe verbindende visie nodig op natuurbeheer en de inrichting van Nederland. Die begint met anders kijken en anders waarderen, en eindigt met anders doen, met nieuwe ecologisch verantwoorde handelingsperspectieven.
Volgens filosoof Kees Vuyk gaan we als mens ‘op een succesvol pad net zo lang door tot het een ramp wordt’. Hij doet deze uitspraak in een interview met CDV over zijn nieuwe boek Weg van de natuur. Over de grote ontworteling.1 Volgens hem zijn we ontworteld en vervreemd geraakt van de natuur. We weten onze plaats in de kosmische orde niet meer goed en zijn de natuur als een te bedwingen en te beheersen hoeveelheid wezensvreemde materie gaan beschouwen, waar wijzelf helemaal buiten staan. Daar komen onder meer problemen van grootschalige natuurbeschadiging en de uitputting van grondstoffen uit voort, maar ook sociale en politieke vragen. Er is volgens Vuyk een ‘speelse’ omgang met de natuur nodig, ook in de politiek. Alleen zo zijn we in staat de gegroeide vervreemding en natuurvernietiging te overbruggen.
Anderen zeggen met andere woorden min of meer hetzelfde. Het uiterst succesvolle moderne idee om de mens van de natuur te scheiden loopt tegen zijn grenzen aan. De klimaatcrisis en de enorme afname van de biodiversiteit plaatsen ons volgens vakgenoot Michiel Korthals voor twee scenario’s: óf we gaan op de oude voet verder en brengen een nog grotere scheiding tussen mens en natuur aan, met alle schadelijke gevolgen van dien, óf de mens werkt samen met de natuur, ruilt beton in voor respect voor het landschap, en laat de natuur leidend zijn voor de inrichting van zijn leven.
Met onze beheersingsstrategie schieten we in eigen voet, hollen wij onze eigen bestaansgrond uit. We moeten voor de aarde nieuwe waarden vinden, aldus Korthals. Het is tijd te landen op de aarde, zoals de filosoof Bruno Latour dat noemde. Volgens deze laatste is de ultieme modernistische filosofie van het scheiden uitgedrukt in de wens van de superrijken om ‘naar Mars te willen vluchten’ en de beperkingen van de aarde te willen ontstijgen.2
Boerenland
Kortom, de uiterst succesvolle moderniseringsstrategie van het scheiden is problematisch geworden. In het openingsartikel van dit themadeel doet Joks Janssen die strategie van het scheiden goed uit de doeken. Hij laat zien hoe funest deze heeft uitgewerkt voor zowel de natuur als de landbouw. We zijn volgens hem als gevolg van enkele decennia scheidingsdenken met zijn allen uit het oog verloren dat landbouw en natuur elkaar nodig hebben en elkaar kunnen versterken. ‘De sleutel tot natuurherstel ligt op het boerenland. Na decennia van planologische ontbinding tussen landbouw en natuur, zijn we dringend toe aan nieuwe vormen van verbinding’, schrijft hij.
Nood aan visie voorbij het scheidingsdenken
Voor veel burgers is de crisis in de natuur en het klimaat door het scheidingsdenken te veel een ver-van-mijn-bedshow geworden. Er heeft zich volgens Roel During ‘een fnuikend proces van vervreemding en onthechting voorgedaan waarbinnen natuurbeheer een zaak van experts is geworden. Het gevolg daarvan is dat mensen de omgang met natuur vooral als een zaak van de overheid en haar instituten zien en in eerste instantie achterover gaan leunen.’ Mensen gaan de modellen aanvechten of de stikstofcrisis als zodanig betwisten. Er komt een debat over de feiten, in plaats van een debat over de wijze waarop we met de gesignaleerde problemen moeten omgaan.3
Hoe kunnen we voorbij de scheiding, vervreemding en onthechting komen? Dat is de hoofdvraag van de verkenning in deze CDV. Hierin zijn we op zoek naar een andere visie op natuur en naar elementen voor een nieuwe verbindingsstrategie. Want ook bestuurlijk en politiek gaat de huidige situatie wringen. Zo mist Mirjam Sterk juist bij het CDA op dit terrein urgentiegevoel. Van het CDA zou je dat vanuit rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en publieke gerechtigheid wel verwachten. Er is volgens haar een nieuwe verbindende CDA-natuurvisie nodig, waarin de urgentie een stem krijgt. ‘We kunnen dit heikele onderwerp niet langer voor ons uit schuiven.’ Er is dringend een verbindend narratief nodig waarin natuurbeheer geen ingewikkelde, niet meer te volgen cijfermatige exercitie is, maar een urgente kwestie. Dit narratief moet niet van bovenaf worden opgelegd, en natuur en landbouw moeten hierin niet tegenover elkaar worden gezet, maar elkaar insluiten.
Voor veel burgers is de crisis in de natuur en het klimaat een ver-van-mijn-bedshow geworden
Anders kijken, anders waarderen, anders doen
Er zijn volgens de auteurs in dit nummer nieuwe verbindingsstrategieën nodig om voorbij de moderniseringsstrategie van het scheiden te komen. Dat begint door anders te kijken, zet zich door in anders waarderen, en uit zich in anders doen, andere handelingspatronen en sociale praktijken. Een niet volledige greep uit de veelheid van adviezen in tien regels.
Anders kijken
1. Niet moderniseren, maar ecologiseren
Volgens paus Franciscus moeten we leren zien dat de mens onderdeel is van de natuur en geen heerser daarover. Daarvoor is een ‘ecologische bekering’ nodig waarin we de wederzijdse afhankelijkheid van elkaar en van de aarde erkennen. Kuperus wijst in de zoektocht naar verbinding op de noodzaak van een integrale ecologie die aansluit bij de belevingswereld van burgers en niet alles van technologische oplossingen verwacht.
2. Verbreden van visie op wat natuur is, zodat het iedereen aangaat
Anders naar de natuur kijken betekent volgens Krijn Poppe dat we de ‘postzegelachtige’ opvatting over wat natuur is moeten verlaten. Natuur omvat ook landschap, is leefomgeving, is onze aarde. Uiteindelijk gaat het hem om niets minder dan het ontwikkelen van een nieuwe gezamenlijke missie voor de inrichting van Nederland. Minder gericht op liberalisering en globalisering.
Ook oud-minister van Landbouw Cees Veerman benadrukt het belang van een langetermijnvisie waarbij er naar elkaar geluisterd wordt en waarin eigen dogmatische posities worden bekritiseerd. Met zo’n visie wordt meer bereikt dan met een op de kortere termijn gericht coalitieakkoord. Er zou wat Veerman betreft een landbouwcommissaris moeten komen.
Een beperkte blik wordt ook opgedrongen door de economische realiteit
3. Focus op vernieuwing, energie, potentie
Heel lang is er op bijvoorbeeld het terrein van waterkwaliteit, pfas en stikstof een houding geweest van ‘Dat gaat ons niet aan’ of ‘Wat zijn de regels en hoe komen we ermee weg?’ (zie het interview met Poppe). Inspirerender is het om te kijken waar de vernieuwing, de energie, het potentieel zit voor succesvol natuurbeheer. During sluit op dit punt aan bij de vernieuwing en de energie van veel burgerinitiatieven. Joks Janssen laat zien dat met name rond het ‘boerenland’, precies op het verbindingsvlak van land en natuur, boerenbedrijvigheid en natuurbeheer, veel potentieel zit voor verbetering.
Anders waarderen
4. Nieuwe verdienmodellen
Met anders kijken alleen komen we niet verder. Sterker nog, een bepaalde blik wordt ook opgedrongen door de economische realiteit. Hierin is boerenland geen natuur, maar iets wat renderen moet; zie het interview met Iris Bouwers. Uit het gesprek met haar blijkt dat boeren best bereid zijn hun bedrijf te veranderen, maar dat financiële en richtinggevende hulp belangrijk is om hun een economisch perspectief te bieden.
5. Andere verantwoordelijkheidsverdeling
Jan Jacob van Dijk geeft in zijn bedrage aan dat anders waarderen niet van de grond komt zonder een bijpassende fundamentele herijking van de verantwoordelijkheidsverdeling. We zijn volgens hem in de situatie beland dat de natuur van niemand is, dat de overheid faalt in het nemen van haar verantwoordelijkheid, en dat de zaak nu wordt afgeschoven op de consument. Veel beter is het om producenten te laten opdraaien voor de kosten van het herstel van aangerichte natuurschade. Via deze aanscherping van het principe van ‘de vervuiler betaalt’ kunnen de benodigde veranderingen ten goede wel tot stand komen.
6. Erkennen intrinsieke waardigheid van de natuur
Volgens Poortman begint anders waarderen met de erkenning van de intrinsieke waardigheid van de natuur. Het is de ultieme vorm van menselijke waardigheid om ook waardig met andere schepselen om te gaan. Het is niet voor niets dat ook onze opvattingen over gewenste omgang met dieren en over de intensieve veehouderij veranderen, zoals ook Veerman in zijn interview opmerkt.
7. Andere taal
Er is andere taal nodig. Tanja van Hummel benadrukt dat boeren van oudsher de waardigheid van de natuur erkennen. Het is goed om daarbij aan te sluiten, boeren als natuurbeheerders te erkennen en ze niet alleen met dictaten van bovenaf en met stikstofkaartjes te overvallen.
Het gebruiken van andere taal kan ook helpen om tot nieuwe en andere ideeën over groei en gemeenschapszin te komen, zoals Vuyk in het interview met CDV uiteenzet, zonder te vervallen in de verleiding van rechts om terug te willen naar een geïdealiseerd verleden of die van links om te vluchten in een toekomstige utopie.
Het past bij een andere Europese aanpak dat er minder subsidies bij de grote agrobedrijven terechtkomen
Anders beheren, anders doen
Om voorbij het scheidingsdenken te kunnen komen is het nodig om anders te kijken, anders te waarderen. Een volgende stap is anders doen en anders beheren. Maar daarvoor zijn zeggenschap, participatie en ruimte voor burgerinitiatieven cruciaal, naast heldere langetermijnkaders en een herijking van het begrip ‘rentmeesterschap’. De gedachte ‘Het is mijn zaak niet’ is dan niet meer aan de orde; de kwestie kan dan daadwerkelijk onze gemeenschappelijke zaak worden. Hierover gaan de laatste drie regels.
8. Nieuwe manier van organiseren
Veel bijdragen benadrukken het belang van betrokkenheid van burgerinitiatieven, van regelruimte van onderop. Kern van de zaak daarbij is volgens During: ‘Het perspectief van de overheid is niet de maat der dingen.’ En Poppe stelt, met betrekking tot de boerderij, dat het eigenaarschap terug moet naar de boer: ‘We moeten af van de situatie dat beslissingen in Brussel, Den Haag of provincies genomen worden, alsof de overheid beter weet dan de boer wanneer de aardappelen gerooid moeten worden.’ En dat kan ook.
9. Duidelijke langetermijnkaders die perspectief bieden
Er is volgens Poppe niet zoiets als het trickledowneffect, waarbij de zegenrijke effecten van globalisering, technologische innovatie en economische groei als vanzelf voor allen beschikbaar komen. Er zijn daarom andere manieren van besturen nodig, minder neoliberaal en grenzeloos, met duidelijke Europese en regionale kaders. Andere bijdragen sluiten zich daarbij aan. Om tot een nieuwe visie te komen op natuur en boerenbedrijvigheid is ook een Europese aanpak nodig, zo maakt ook het interview met Martijn van der Heide en Henk Jan Ormel duidelijk. Met een vernieuwende Europese landbouw- en natuurvisie hebben boeren meer vertrouwen in de verandering, omdat ze niet ‘bij de eerste de beste tegenwind hun financiële steun verliezen’.
In de bijdrage naar aanleiding van de afgelopen Europese verkiezingen doet Wim van de Camp hiervoor overigens een interessante voorzet. Volgens hem past bij een andere Europese aanpak dat er minder subsidies bij de grote agrobedrijven terechtkomen, terwijl er meer naar de kleinere boeren gaan.4
10. Andere vorm van rentmeesterschap
Het is daarbij ook nodig om tot een andere, meer integrale vorm van rentmeesterschap te komen, een andere dan een objectieve omgang met de natuur, zoals Dijkman betoogt in zijn CDV-bijdrage. Niet in de vorm van een afstandelijke beheersingsstrategie, maar in de vorm van partnerschap, vanuit dankbaarheid voor de geschonken aarde, deelgenootschap met de natuur, dienstbaarheid aan de gemeenschap, en duurzame zorg voor de volgende generaties.
Bondgenoot
In plaats van een technocratische politiek van vervreemding is er een politiek nodig waarin we ons bondgenoot weten en ons verantwoordelijk voelen. Zo’n politiek beweegt mee met de ontwikkelingen en is hoopvol. Ze zet niet per se in op het behouden van het bestaande, en is ook niet overdreven optimistisch. Ze realiseert zich dat de problemen niet vanzelf technologisch worden opgelost, maar dat er ook morele inzet van burgers nodig is en heldere politieke spelregels. Misschien komen we dan stap voor stap tot een speels meebewegen met de natuur, in plaats van haar verder uit te putten, en tot innovatieve en duurzame initiatieven van boeren en burgers. Omdat de natuur als onze leefomgeving te belangrijk is om enkel aan de overheid en superspecialisten over te laten.
Noten
- 1.Kees Vuyk, Weg van de natuur. Over de grote ontworteling. Utrecht: Ten Have, 2024.
- 2.De Aarde bewonen. Nicolas Truong in gesprek met Bruno Latour. Amsterdam: Octavo, 2023, p. 101.
- 3.Tom van der Meer wijst er in zijn boek Waardenloze politiek op hoe het conflict uit de politiek verdween en het politieke midden in een technocratisch moeras belandde. Technocratie is de politiek van ‘There is no alternative’. Als dat het dominante verhaal is, moet je er niet van opkijken dat er aan de flanken andere bewegingen opstaan die wel degelijk een alternatief schetsen, bijvoorbeeld door feiten te ontkennen – de beruchte ‘alternative facts’ van de woordvoerder van Trump. Er is geen stikstofprobleem, er is wel een migratiecrisis, klimaatverandering is een hoax van een kwaadaardige elite, enzovoort. Juist het politieke midden moet volgens Van der Meer op basis van visie zichzelf weer durven onderscheiden van andere partijen. Zie Tom van der Meer, Waardenloze politiek. Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het conflict verloor. Amsterdam: Querido, 2024.
- 4.Zie Samuel Hanegreefs, ‘How EU farm subsidies favour high-emission animal products’, website Universiteit Leiden, 4 april 2024. Zie https://www.universiteitleiden.nl/en/news/2024/04/how-eu-farm-subsidies-favour-high-emission-animal-products
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.