CDA moet handschoen Tjeenk Willink oppakken
Samenvatting
Het is duidelijk dat voor de heer Tjeenk Willink de democratie en de rechtsstaat van grote en fundamentele waarde zijn. Zijn boek Het tij tegen laat zich lezen als een laatste waarschuwing.
Een waarschuwing, omdat Tjeenk Willink om vele uiteenlopende, doch samenhangende redenen van mening is dat er sprake is van een sluipende uitholling van de democratische en sociale rechtsorde. En alles van waarde is weerloos, dus dreigt onze democratie te bezwijken als we haar niet beschermen. En nee, hij gelooft niet in structuuroplossingen! Centraal staat dat we de waarden van ons stelsel moeten onderkennen en uitdragen.
Een laatste waarschuwing, omdat Tjeenk Willink ermee stopt. Na jaren en jaren van boeken schrijven en lezingen houden eindigt dit boek met de volgende zin: ‘Wat daarvan ook zij, er is één zekerheid: dit was de laatste openbare lezing van Herman Tjeenk Willink.’
Rode draad
In het boek leert Tjeenk Willink ons als rode draad de waarde van de democratie en de rechtsstaat. Democratie geeft vorm aan maatschappelijke en politieke diversiteit en verscheidenheid. De rechtsstaat geeft vorm aan de eenheid: gelijke rechten en rechtszekerheid. Deze fundamenten van onze samenleving moeten gekoesterd worden, de onderliggende waarden getoetst en bediscussieerd, en de vormende onderdelen – zoals politiek, bestuur, rechterlijke macht, burgermaatschappij – moeten rolvast positie nemen. Dat is allemaal de afgelopen decennia niet gebeurd.
Een greep uit de oorzaken:
Democratie is verworden tot ‘de helft plus 1’, met besluitvorming door een kleine groep partijpolitici en uitruil van principes in grote akkoorden. Er is een groot gemis aan waardegedreven debat en publieke verantwoording.
De ontzuiling werd vooral als een bevrijding beleefd. Er was minder aandacht voor wat wegviel en dus eigenlijk vervangen moest worden, namelijk door een sterkere centrale staat en, nog be langrijker, nieuwe verbanden tussen de overheid en haar burgers. Nu de verzuilde maatschappelijke vertegenwoordigers langzaam verdwenen zijn, is een nieuwe civil society nodig. Het publieke domein hoort namelijk niet alleen de overheid toe, maar óók of zelfs júíst de burgers. Tjeenk Willink stelt dat we eigenlijk nooit nagedacht hebben over de gevolgen van de ontzuiling.
Herman Tjeenk WillinkHet tij tegen. De democratische rechtsorde als fundament Prometheus | 2023 | 192 pp. | € 20,- | ISBN 9789044653151
De ontwikkeling van de overheid als een bedrijf met klanten en producten, met kosten en baten, met verantwoording en controle, die zich laat leiden door economische afwegingen. Maatschappelijke vraagstukken werden bestuurlijke en managementkwesties. Politiek werd meebesturen, besturen werd regelen. Met uitbesteden en verzelfstandigen van overheidstaken en veel aan de markt overlaten. En heel, heel veel regels, protocollen enzovoort. Een overheid kortom waar het niet meer gaat over recht of rechtvaardigheid, over normen en waarden.
Er is sprake van een chronisch politiek gebrek aan belangstelling voor de uitvoerbaarheid van beleid. Terwijl die uitvoering wel bepaalt of beleid doelmatig is, waarmee die uitvoering dus ook het functioneren van de overheid bepaalt.
Kenmerk van ons staatsbestel is evenwicht en wederzijdse afhankelijkheid. Er moet evenwicht zijn tussen de verschillende machten (trias politica) en tussen de politieke en maatschappelijke organisaties. Bij te sterke macht van een der partijen moet er tegenwicht zijn. Tjeenk Willink constateert, met vele voorbeelden, dat dat tegenwicht steeds zwakker wordt.
Tjeenk Willink ziet de gemeenten wat over het hoofd
Actualiteitswaarde
Raak vond ik de constatering dat het juist in tijden van grote veranderingen zekerheid biedt als een democratische rechtsorde tevens een sociale rechtsorde is. Mensen zullen niet snel geneigd zijn te veranderen zonder een minimum aan zekerheid. Zekerheid dat je als burger gezien en gehoord wordt, dat je bescherming krijgt van het recht. Mijns inziens een verontrustende constatering in een tijd waarin door het vooruitschuiven van problemen er sprake is van een opeenhoping van grote noodzakelijke veranderingen. Net nu die burger dus helemaal niet zoveel zekerheid meer ervaart en juist het gevoel heeft helemaal niet gezien te worden door de overheid.
Boeiend is dat Tjeenk Willink de spotlight zet op de toevoeging in 1983 (!) in de Grondwet van de sociale grondrechten. Dat was het gevolg van het inzicht dat individuele vrijheidsrechten weinig betekenen als niet is voorzien in de basisbehoeften: een dak boven je hoofd, werk of opleiding, voldoende te eten, medische zorg. Ze werden opgenomen als sociale grondrechten omdat dit verantwoordelijkheden betrof waaraan de overheid zich niet kan onttrekken. De kerntaak van de overheid. Hoe actueel!
Helaas pakte de overheid die kerntaak niet met prioriteit op, maar trad ze juist terug en liet ze steeds meer aan de markt over. Het appel van Tjeenk Willink op de politiek om die kerntaak centraal te stellen en om telkens opnieuw te bepalen wat het algemeen belang is en op welke wijze je invulling aan de sociale grondrechten wilt geven, vond ik een eyeopener.
Omissies
Jammer vind ik dat er niet ingegaan wordt op de rol van gemeenten als meest nabije overheid. Tjeenk Willink rept eigenlijk alleen over de ‘Haagse’ overheid. Daarmee maakt hij zich voor een deel schuldig aan wat hij de politiek en het rijk terecht verwijt, namelijk een naar binnen gerichte fixatie op de Haagse werkelijkheid en ook wel het gebrek aan gerichtheid op uitvoering. Want juist in een gemeente wordt beleid werkelijkheid en loopt men op tegen onuitvoerbare regels. Gemeenten zitten veel dichter op hun burgers; uitvoerende ambtenaren zien precies wat wel en niet helpt en waar de noden en behoeften zijn. De heer Tjeenk Willink ziet de gemeenten wat over het hoofd!
Ook mis ik in zijn analyse de consequenties van migratie en de veranderende culturele samenstelling van de bevolking. Zoveel mensen uit andere, vaak in het geheel niet democratische tradities: dat schreeuwt om een herbezinning van de onderliggende waarden. Burgerparticipatie zal er anders uit gaan zien; de rechtsstaat wordt wellicht anders beleefd. Veel redenen om na te denken over wat onze diversiteit betekent voor onze democratie.
Het boek geeft een doorwrochte analyse van waar het misgaat, maar wat minder oplossingen. Tjeenk Willink meldt korzelig dat hij niet houdt van door de overheid georganiseerde burgerparticipatie en dat hij gruwelt van evidencebased werken. Maar welke oplossingen hij dan wel ziet, dat laat hij lekker aan ons over.
Wat betekenen deze lessen voor het CDA?
Het nieuwe verkiezingsprogramma Recht doen zal Tjeenk Willink genoegen doen, denk ik.
Het constateert met hem dat de rechtsstaat verwaarloosd is, dat burgerschap op allerlei manieren aandacht behoeft, dat er nieuwe instrumenten voor de civil society moeten komen, zoals nieuwe vormen van vereniging en gemeenschapsfondsen. En, fundamenteler, het pleit voor een heroriëntatie op de verhouding tussen overheid, markt en samenleving, en voor een einde aan het rendementsdenken.1
Mijn pleidooi is om de ontwikkeling van die stevige burgersamenleving nog centraler te stellen. Die is hard nodig als tegenwicht van de overheid, maar ook om de gewenste grote veranderingen mogelijk te maken. Dus het gaat niet alleen om het noaberschap, maar om het staatsburgerschap, waar we een breed nieuw instrumentarium nodig hebben.
Verder pleit ik voor een invulling vanuit onze christendemocratische visie van de sociale grondrechten. Waar staan we nu, wie doen we nu tekort, en wat gaan we daaraan doen? Kortom, de sociale grondrechten als dwingende opdracht.
Ten slotte. Wat ik echt mis bij het CDA zelf is een blik in de spiegel. Wat is onze eigen rol, als CDA, geweest in het uit de rails lopen van de rechtsstaat? Wat was de rol van de Tweede Kamer, van onze partij? Hebben we tegenwicht gegeven? Welke lessen zijn er voor ons?
Het boek geeft een doorwrochte analyse van waar het misgaat, maar wat minder oplossingen
Tjeenk Willink stopt ermee. Hij draagt het stokje over. Hij draagt het boek op aan allen die zich inzetten voor de bescherming van dat kostbare goed, die bescherming en vrijheid, dat wat je pas als fundamenteel beschouwt als je het niet meer hebt: onze democratie en onze sociale rechtsstaat. Laten wij het oppakken!
Noot
- 1.CDA, Recht doen. Een hoopvolle agenda voor heel Nederland. Ontwerpverkiezingsprogramma CDA 2023-2027. Den Haag 2023.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.