Verbod homogenezing dringt onterecht kerk binnen
Samenvatting
Extreme sessies met veel geschreeuw en gebeden, om een kwade geest uit een lichaam te verjagen, kunnen leiden tot psychische en fysieke schade, met depressies en zelfmoord tot gevolg. Dan kan er voor het parlement noodzaak zijn om met een expliciet wettelijk verbod een signaal af te geven ten dienste van de veiligheid en emancipatie van jonge homoseksuelen en lesbiennes.
De afgelopen eeuwen werd homoseksualiteit door velen beschouwd als ‘tegennatuurlijk’. Openlijke homoseksualiteit was strafbaar, en mannen konden bijvoorbeeld niet hand in hand op straat lopen. Voor veel homoseksuelen gold de ‘code van de kast’; er werd over gezwegen. Discriminatie speelde op de werkvloer, in het leger, in sportclubs, bij studentenverenigingen en geloofsgemeenschappen. In de culturele context van volk en minderheden is door elites eeuwenlang druk uitgeoefend rond voortplanting en seksualiteit (nu nog in Rusland). De tegenstanders van homoseksualiteit noemden ook religieuze argumenten: het op elkaar aangewezen zijn van man en vrouw (Genesis 1:27). Maar achter die sociaal-religieuze druk zat vaak biologisch determinisme of de behoefte van een groep om bij elkaar te blijven, met het verlangen naar veel nageslacht ten dienste van de groei van een bepaalde gemeenschap.
Tot zelfs zestig jaar geleden werd homoseksualiteit nog gezien als een stoornis of ziekte waarvan men zou kunnen ‘genezen’. In de loop van de tijd werden homoseksuele relaties geaccepteerd. Ook de meeste kerken beschouwen die relaties nu in het licht van het gebod tot naastenliefde. Tegenwoordig behoren lhbtqia+- personen niet meer te worden beschouwd als zieken die genezing behoeven. Uit het onderzoek Voor de verandering uit 2020, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is echter gebleken dat in Nederland nog vijftien therapeuten en organisaties bestaan, met name in evangelische en pinkstergemeentes, die homoseksuelen zouden proberen te genezen.1 Hoewel de praktijk wordt beschouwd als tamelijk beperkt in omvang, zijn er 68 slachtoffers gevonden van dergelijke therapieën. Het wetsvoorstel strafbaarstelling conversiehandelingen bij mensen jonger dan 18 jaar komt voort uit zorg van parlementariërs over jonge mensen in de knel, over slachtoffers van onwenselijke praktijken. Leiders van geloofsgemeenschappen worden aangespoord om alert te zijn waar sprake is van handelingen gericht op het veranderen of onderdrukken van seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie. Want we spreken hier over mensenrechten. Aan de orde zijn onder meer het discriminatieverbod, het recht op vrijheid van meningsuiting, het recht op lichamelijke en geestelijke gezondheid, het recht op leven en de rechten van het kind. De slachtoffers van conversiehandelingen en onderdrukking zijn vaak minderjarigen en kwetsbare volwassenen.
Iemand mag iets zondig vinden, maar dat is nog geen reden om anderen te onderdrukken
Daartegenover kunnen ook de ouders zich beroepen op grondrechten, zoals de opvoedingsvrijheid en de vrijheid van godsdienst. Ouders hebben nu eenmaal morele opvattingen en kunnen bijvoorbeeld de behoefte hebben om hun 17-jarige kind te waarschuwen voor een ziekte als hiv. Er kan ook behoefte ontstaan aan professionele hulp bij een goed gesprek over seksuele gerichtheid. Inzake het voorgestelde artikel 285ba Wetboek van Strafrecht uit het wetsvoorstel, is het verbod gericht op de praktijk van het veranderen of onderdrukken. Iemand mag iets zondig vinden, maar dat is nog geen reden om anderen te veranderen of te onderdrukken. Wel vraagt het strafrecht om duidelijke grenzen. Want niet elk gesprek of gebed is automatisch strafwaardig als onderdrukking. Tolerantie is bedoeld voor mensen met wie je het niet eens bent. Uiteraard zijn opvoedingsvrijheid en vrijheid van godsdienst geen absolute rechten. Er kunnen goede redenen zijn om beperkingen aan te brengen op die vrijheden, wanneer het algemeen belang of de rechten van anderen in het geding zijn. Wanneer voorstanders van conversie of onderdrukking van homo’s zich beroepen op religieuze argumenten, geven ze slechts aan dat het veel voor hen betekent, maar daarmee wordt de praktijk voor de slachtoffers niet minder schadelijk en discriminerend.
Christendemocratische leerstukken over subsidiariteit en soevereiniteit in eigen kring laten zien dat indien de publieke gerechtigheid in het geding komt, het noodzakelijk kan zijn om als overheid op te treden als schild voor de zwakken. De afgelopen decennia is het discriminatieverbod zwaarder gaan tellen. Uit onderzoek is gebleken dat seksuele voorkeur niet zozeer een kwestie is van te veranderen smaak, maar te maken heeft met iemands hersenstructuur.
Hoewel kerken ervaring hebben met het opstellen van hun eigen protocollen, wilden de geloofsgemeenschappen niet meewerken inzake het verzoek om een gedragscode. De reden was dat zij conversietherapie als onderdeel van de pastorale praktijk niet kennen. Daarnaast verschillen de bevoegdheden van de bestuurders per geloofsgemeenschap, mede door buitenlandse bindingen en tradities. Juist het parlement kan, namens de burgers die op één territorium leven, conversietherapie gericht aan banden leggen met een verbod ter afschrikking. Zo’n krachtig signaal is een ondersteuning van de zorgplicht van geloofsgemeenschappen voor een veilige omgeving.
Noot
- 1.Anton van Wijk, Joey Wolsink, Gerine van Barneveld, Paul Gruter, Peter Kruize en Teddy van Suchtelen, Voor de verandering. Een exploratief onderzoek naar pogingen tot het veranderen van seksuele gerichtheid en genderidentiteit in Nederland. Arnhem/ Amsterdam: Bureau Beke/Bureau Ateno, 2020.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.