Sammy Mahdi wil christendemocraten wakker schudden
Samenvatting
In het radioprogramma Sven Op 1 zei Sven Kockelmann mij na een indringend vraaggesprek over de toekomst van de christendemocratie in Europa: ‘Die Belgische minister, nou die springt er wel uit.’1 Voor wie dat nog niet hadden opgemerkt is die bewindsman, Sammy Mahdi, zo vriendelijk met zijn eigen nieuwe boek Van hol naar vol die gedachte van de Hilversumse interviewer nog eens te onderstrepen. En dat is ook inhoudelijk nuttig voor zijn geestverwanten in ons land. CD&V, de Vlaamse zusterpartij van het CDA, heeft het – net als de CDU en het CDA – niet eenvoudig, maar in Vlaanderen durven de christendemocraten zich bijna onbekommerd met nieuwe, frisse en eigentijdse gezichten te profileren. Of het nu Vincent Van Peteghem op Financiën is of fractieleider Peter Van Rompuy, de Vlaamse christendemocraten zetten nieuwe krachten en geluiden in op sleutelposten zonder dat zij iconen als Jean-Luc Dehaene of Marianne Thyssen naar de vergetelheid verbannen. Zeer zichtbaar, hoorbaar en uitdagend in die nieuwe generatie CD&V’ers is die – in de woorden van Kockelmann – ‘Belgische minister’ Sammy Mahdi.
Als staatssecretaris voor Asiel en Migratie zit hij op een schijnbaar bescheiden post, waar hij zich als 33-jarige echter niet voor hoeft te schamen. Schijnbaar, want het is natuurlijk een cruciaal ambt met een episch afbreukrisico. Zeg maar gerust een abonnement op ellende en reputatieschade. Vraag dat maar aan voormalige Nederlandse bewindslieden als Rita Verdonk, Ankie Broekers-Knol, Mark Harbers, Gerd Leers of Hilbrand Nawijn. Dat weerhield Mahdi er niet van een boek te schrijven, en wel een dat geen prealabele memoires vormt van een bewindsman die melancholisch vooruitblikt naar zijn nakende politieke déconfiture. Van hol naar vol is allesbehalve dat.
Sammy Mahdi
Van hol naar vol. 10 wake-upcalls voor christendemocraten
Pelckmans | 2021 | 192 pp. | € 25,00 | ISBN 9789464013788
Hartenkreet
In de kern is Mahdi’s boek een hartenkreet. Hij toont zich onthutst over het feit dat de christendemocraten van deze tijd – en dus die van de periode van zijn politieke werdegang – zo weinig inhoudelijke en spirituele panache bezitten. Dat uit zich voor hem ten diepste in twee hardnekkige gebreken. Die klonken ook door in zijn betoog in het nog recentere boek Seeing Europe anew, waarvoor ik met hem een fascinerend gesprek kon voeren.2
Het eerste gebrek is een gebrek aan diepgang in de ideologische plaatsbepaling van de christendemocratie in deze eeuw – vanuit haar historische en culturele wortels – na ‘11 september’ en in de mondiale globalisering. Het tweede gebrek is voor Mahdi een gebrek in de kwaliteit van de vertolking van die ideologische identiteit en positionering. Dat hij hiermee – gebrek aan diepgang én vertolking – zeker voor de christendemocraten in ons land een treffende analyse te berde brengt, behoeft weinig toelichting.
Bij het eerste gebrek signaleert Mahdi bij de start van zijn betoog een kernachtig punt. Hij ziet dat vele warme, fraaie en veelal goedbedoelde woorden over ‘verbinding’ en ‘burgers meenemen’ door ‘mensenmensen’ van het ‘midden’ of ‘centrum’ ‘nobel en waardevol [zijn] in hun streven naar dialoog’. Maar let op! Hij schrijft ‘in hun streven naar dialoog’ (mijn cursivering), hij zegt niet ‘als dialoog’. En dat verfijnde onderscheid is terecht. Heel wat tolken van die verbinding zijn niet erg bedreven in het voeren van een echte dialoog, in het voeren van een pittige discussie en gedachtewisseling met andersdenkenden. Verbinding is – ook binnen het CDA – een codewoord geworden voor de gedachte dat we het wel een beetje gezellig moeten houden, en de kerk in het midden.
Echt spraakmakende christendemocratische politiek is voor mensen jonger dan 45 iets van het verleden
Dat zagen we bijvoorbeeld toen de Brabantse CDA-afdeling een coalitie sloot met FVD. Wie daar geen heil in zagen en pijnlijk correct wisten te voorspellen waar dat in die regio en nationaal ook electoraal toe zou leiden, werd vooral aangewreven de goede bedoelingen van de provincie te verstoren en daarmee de partij lastig te vallen. Daar was blijkbaar zó veel verbinding de moeite waard dat het accent op dat ‘streven naar dialoog’ betekende dat elke kritische vraag of principiële aarzeling bij de inhoud of tactiek buiten de orde verklaard moest worden. Mahdi wijst er dan terecht op dat niet alles ‘nobel en waardevol’ genoemd mag worden wat zichzelf benoemt tot ‘de dialoog’. Zoals ook niet iedereen een achtenswaardig democraat is die zichzelf benoemt tot de tolk van het volk. Verbinding als codetaal voor een witwasoperatie in de politiek maakt dan elke ‘deal’ een heldendaad, en elk opportunisme beginselvaste moed. Dat lijkt mij geen christendemocratische gedachte.
Wakker schudden
Het boek van Sammy Mahdi is dus leerzaam. Het gaat vooral over het tweede gebrek: het gemis aan een goede vertolking van het christendemocratische gedachtegoed. Dat bewijst al de ondertitel ervan: 10 wake-upcalls. Mensen moeten worden wakker geschud, vindt hij. En dat moet en kan ook door opwekkende communicatie rond toespitsing van inhoudelijke zwaartepunten. Dat veronderstelt dat velen die bereikt moeten en kunnen worden, feitelijk zouden snurken. Ik vrees dat de schrijver daar zowel een juiste als een in beperkte mate treffende analyse pleegt. Want velen van hen slapen inderdaad – maar dat is dan de eeuwige rust der zielen die wachten op hun Verlosser. De kerkhoven zijn immers gevuld met steeds meer voormalige aanhangers van en trouwe stemmers op partijen met een christendemocratisch profiel.
En dat zijn er bij elke verkiezing meer, nu de babyboomgeneratie van de decennia tussen 1940 en 1960 heengaat. De mensen die Wilfried Martens, Dries van Agt, Leo Tindemans, Ruud Lubbers en Helmut Kohl hun electorale triomfen gunden, wisselen het aardse voor het eeuwige. Het is niet anders. De kiezers van na 1970 hebben Martens’ of Lubbers’ hoogtijdagen slechts als tiener in hun geheugen, en gingen pas bewust stemmen in de periode van de paarse pretentie met een ontredderd en stuurloos CDA. Dat was het a fortiori nog toen Marnix van Rij rond de eeuwwisseling de eerste keer als voorzitter optrad. Anders dan Sammy Mahdi denk ik dat deze jongere kiezers niet slapen, maar de christendemocratie zijn gaan zien als een politiek merk en verhaal van vroeger, van oude taal en beelden. Als het ‘van oude mensen, de dingen die voorbijgaan’ van Louis Couperus als het ware. Echt spraakmakende christendemocratische politiek is in hun ervaring iets van het verleden.
En desalniettemin heeft Mahdi ook gelijk met zijn boek. Waar christendemocraten erin slagen op coherente wijze hun herkenbaarheid in de inhoud én in de overdracht daarvan – beide! – eigentijds, kwalitatief hoogwaardig, rijk in nuance en visie, concreet en doeltreffend te maken, kunnen zij wel degelijk burgers van nu en van allerlei herkomst en pluimage boeien en voor zich winnen. Dat liet Angela Merkel zien met haar CDU van die Mitte, en precies daar ging haar beoogd opvolger Armin Laschet de mist in.3 Dat is waarop de commissie-Spies wel hintte, maar wat ze niet durfde op te schrijven over het CDA en zijn campagne van 2021.4 Het is wat Leon Frissen wel durfde in zijn evaluatie in 2010 van de déconfiture van Jan Peter Balkenende en die ene campagne te veel die hij trok. Mahdi laat in elk geval helder zien dat een gedegen christendemocratische partij zichzelf niet zal redden met het uitdelen van bekers met ‘Een hele goede morgen’ of parafernalia van volkse marketing.
In Seeing Europe anew vertelt Mahdi hoe hij zich als tienerzoon van een Iraakse vluchteling in Vlaanderen ging oriënteren op ‘de politiek’ en haar ideeën en tolken.5 Hij ontdekte dat christendemocraten nog de minste flauwekul verkochten. En dat daarin hun aanvoerder Jean-Luc Dehaene in zekere zin uitblonk, in dat gebrek aan bullshit, marketing en vlotte styling. Aan zijn lijf geen polonaise, althans wat dit betreft. Aan letterlijk lege mokken deed Dehaene niet, maar hij overleed plotseling tijdens een werkbezoek aan een brouwerij. In Nederland denk je dan aan een Jan de Koning. Ook zo’n man van heldere begrippen, metaforen uit het gewone leven en tegelijk een scherp denker, staatsman die zijn aanhangers én de politiek als vak en roeping kon verheffen.
Mensen met die benadering en mentale kwaliteiten zijn nodig om voor de Sammy’s van deze tijd de christendemocratie letterlijk smoel te geven. Die de publieke zaak en beginselen van holheid naar volheid weten te doen gaan. Want de zoektocht naar een dergelijke diepgang en vertolking is waar het boek van Mahdi ten diepste over gaat. En die lukt niet door een overdaad aan accentuering op slogans, pr en kortademige ophef. Een man als Dehaene was alleen al fysiek niet iemand voor een rondje op het ijs van Thialf, trouwens.
Politieke Sahara
Hoe lukt zo’n zoektocht naar die volheid dan wel? Mahdi doet dat door in zijn boek de inspiratiebronnen te verkennen, en die trektocht is de moeite waard, ook als hij deze nog niet in een route tussen de oases in de politieke Sahara van deze tijd heeft voltooid. Hij begint die tocht en is daar kwetsbaar onvolmaakt in. Je kunt dat niet genoeg prijzen. Een van de punten waarover we de discussie ook met Mahdi nog zeker moeten voeren, is zijn scepsis tegen een duiding als ‘die Mitte’ of ‘het politieke centrum’. Ik begrijp die wel vanuit de specifieke situatie in Vlaanderen, waar extreemrechts een dominante factor werd en vervolgens met de NVA naar een soort populistisch midden ging transformeren – daarbij overigens een tijdje geholpen door de christendemocraten, die hen binnenhaalden en hen het politieke centrum van binnenuit lieten oprollen.
In België is de reeks zelfbenoemde messiassen lang
De zoektocht van de christendemocratie door de woestijn moet hoe dan ook een trektocht naar de oases van het nieuwe denken en nieuwe durf zijn, zo laat Mahdi blijken. Oases zijn immers bovenal bronnen van leven. Het duurt even voordat je ze vindt en weet te bereiken; de kaart is vaak weinig nauwkeurig. Ze eisen geduld en volharding onderweg. Piet Steenkamp zei dan: ‘De honden blaffen, maar de karavaan trekt verder.’ Dat is in onze tijd niet anders, en ook dat geduld en die volharding zijn nu niet minder noodzakelijk. Daarom is het goed dat er een Sammy Mahdi is die die karavanen in hun tocht als verkenner wil voorgaan.
Want voor de christendemocratie is in de tussentijd wel duidelijk geworden dat een ander concept – ook uit de Vlaamse politiek, waartoe Mahdi zich in zijn boek te verhouden heeft – aanlokkelijk leek, maar een funeste route lijkt. Dat is die van de zelfbenoemde messiassen die met hun unieke kwaliteiten, ‘appeal’ aan ‘het volk’ en antipolitieke zuiverheid het zaakje willen komen redden. Dat is nu toch echt te vaak geprobeerd en mislukt. In de jaren negentig was Silvio Berlusconi bij de instorting van het Italiaanse partijlandschap en de Democrazia Cristiana het origineel daarvan. Pim Fortuyn dacht lange tijd dat hij zo het CDA zou kunnen komen redden, aangemoedigd in die waan door onder anderen Hans Hillen. Orbán deed het in Boedapest, en ook binnen het CDA zagen velen in Sebastian Kurz zo’n eigentijdse verlossersfiguur met zijn eigen persoonslijst en verpakking.
Volgens de mensen in en rond de Stichting Sociale Christendemocratie was er met Pieter Omtzigt gelukkig nog eens zo’n fenomeen en politiek panacee gelanceerd. Intussen zien we hoe de kringen aan de flanken die hem bejubelden en hem aanmoedigden een soort berlusconiaanse entrepreneur in de politiek te worden, zich al snel weer van hem afkeren. Zodra Omtzigt hun sociaal darwinisme niet meteen volgt, wordt hij beschimpt als kartelfiguur en controlled opposition, oftewel als een verrader van hun zuiverheid. In die kringen is immers niet beginselvastheid maar kannibalisme de dominante stijl, drijfveer en norm. Ook wat dit betreft is Van hol naar vol een waarschuwing die de moeite waard is: de pretentie van volheid vult het gat van holheid niet meteen en meestal nimmer.
Je hoeft een Belg als Sammy Mahdi dan ook niks te vertellen hier. In zijn land is de reeks zelfbenoemde messiassen immers lang. Van de oplichter-speculant en tv-icoon Jean-Pierre Van Rossem tot judocoach Jean-Marie Dedecker, voor wiens Vlaams-nationalistische partij het huidige JA21-Kamerlid Derk Jan Eppink nog Europarlementariër is geweest. De inhoudelijke ‘wake-upcall’ van Sammy Mahdi richt zich dan ook tegen het wegdommelen bij het type ‘politiekers’ als Henk Krol, Caroline van der Plas of Richard de Mos. Mahdi wil eerst en vooral zijn geestverwanten zélf wakker schudden, desnoods wakker schoppen, bij de les brengen en de ogen openen voor de realiteit van de politieke cultuur van vandaag. Hij doet dat geen dag te vroeg.
Noten
- 1.‘Sven op 1 met CDA-chroniqueur PG Kroeger’, Sven Op 1, NPO Radio 1, 28 december 2021. Terug te luisteren via nporadio1.nl.
- 2.Pieter Gerrit Kroeger en André Poortman (red.), Seeing Europe anew. Young politicians and the future of Europe. Den Haag: CDA Research Institute/Wilfried Martens Centre for European Studies, 2021.
- 3.Pieter Gerrit Kroeger, ‘Exodus naar het midden. De CDU verloor, maar hoe dan?’, Christen Democratische Verkenningen 41 (2021), nr. 4, pp. 27-32.
- 4.Zie: Pieter Gerrit Kroeger, ‘Rapport-Spies bereidt de volgende nederlaag alvast voor’, Het Financieele Dagblad, 22 juli 2021; en Pieter Gerrit Kroeger, ‘Sleutelfiguren blijven onzichtbaar in rapport-Spies’, Het Financieele Dagblad, 23 juli 2021.
- 5.Marc Janssens, ‘“Christendemocratisch verhaal vergt dappere politici”’ [interview met Sammy Mahdi], Christen Democratische Verkenningen 41 (2021), nr. 1, pp. 16-21.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.