Gesignaleerd
Samenvatting
Hoe vrienden zich tot populistisch rechts bekeerden

Anne Applebaum
De schemering van de democratie. Over de verlokkingen van een autoritair systeem
Amsterdam: Ambo|Anthos | 2020 | 216 pp. | € 20,99
In een persoonlijk geschreven boek richt Anne Applebaum zich tot de intellectuelen die de democratie in landen als Polen en Hongarije, maar ook de VS en het VK ondermijnen. Deze mensen, vaak rechts-conservatieven, behoorden twintig jaar geleden nog tot de vriendenkring van de vermaarde Amerikaans-Poolse journalist en haar echtgenoot Radek Sikorski, de huidige Poolse europarlementariër. Maar inmiddels hebben veel vrienden zich tot populistisch nieuwrechts bekeerd, en zijn vatbaar geworden voor nepnieuws en nepotisme. Ze zijn in de ban gekomen van mensen als Viktor Orbán en Jarosław Kaczyński, maar ook Boris Johnson en Donald Trump. Applebaum biedt geen sluitende verklaringen, maar stipt eerder anekdotisch allerlei zaken aan, waaronder het gegeven dat de teloorgang van de democratie iets van alle tijden is. Stelde Plato niet al dat democratie via demagogie in tyrannie kon ontaarden? Applebaum, zelf rechts georiënteerd, laat zien dat populisten de leugen en complottheorieën niet schuwen, en noemt als voorbeeld Trumps aantijging dat Obama niet in de VS geboren zou zijn. Toch is Applebaum niet pessimistisch. ‘Geen enkele politieke overwinning is voor eeuwig’, schrijft ze, en dus moeten democraten gewoon voor hun waarden blijven strijden.
Scherpe analyse van autocratische ontwikkelingen

Ivan Krastev en Stephen Holmes
Falend licht. Hoe het Westen de Koude Oorlog won maar de vrede verloor
Amsterdam: Atlas Contact | 2019 | 288 pp. | € 22,99
Wie een achtergrond wil bij de recente ontwikkelingen in Oost-Europa, inclusief de Russische inval in Oekraïne, kan nog altijd goed bij deze scherpe analyse van de Bulgaarse filosoof Ivan Krastev (1965) en de Amerikaanse politicoloog Stephen Holmes (1948) terecht. Kundig beschrijven zij hoe na de val van de Muur Oost-Europese landen het Westen probeerden te imiteren, op een manier die via vernedering wel moest leiden tot wrok en rancune. Landen als Polen en Hongarije kwamen erachter dat het vrije Westen een liberale cultuur meebracht die de hunne niet was. De imitators voelden zich vernederd, omdat de geïmiteerden hen steeds de maat namen, terwijl ze zelf een meer traditionele en conservatieve visie op bijvoorbeeld de rol van godsdienst, gezin en (homo)seksualiteit hadden. Van de weeromstuit kozen zij voor de illiberale democratie, zoals Viktor Orbán in Hongarije het verwoordde. Voor Rusland gold iets vergelijkbaars. Weliswaar stonden de Russen na 1989 niet te juichen bij de ineenstorting van de USSR, maar ook zij voelden zich vernederd door een triomfantelijk Westen. Als revanche besloot Poetin het Westen te imiteren door in de Russisch-Georgische oorlog in 2008 en bij de inname van de Krim in 2014 naleving van mensenrechten als verdediging te gebruiken.
Waarden zijn niet relatief

Markus Gabriel
Morele vooruitgang in duistere tijden. Universele waarden voor de 21ste eeuw
Amsterdam: Boom | 2021 | 320 pp. | € 24,90
Zijn de waarden van democratie, vrijheid en mensenrechten, universeel, en hoe weten we dat? Moeten we niet erkennen dat er ook in Europa en de VS steeds meer geluiden opkomen die deze universaliteit ter discussie stellen? Wie met dergelijke vragen zit, kan terecht bij het boek van de Duitse filosoof Markus Gabriel (1980), dat wel enigszins de taaiheid van filosofische collegedictaten kent. Gabriël moet weinig hebben van relativerend postmodernisme, waardenloze neoliberalen of op enkele groepen gerichte identiteitsdenkers, die weinig geloof hechten aan een door iedereen gedeelde moraal. In de huidige duistere tijden van coronacrisis, autocratie en alternatieve waarheden is het juist goed dat we het bestaan van ‘morele feiten’ erkennen. Uiteindelijk is immers iedereen het wel eens over de essentie van goed (doe een ander niet aan wat je ook niet wil dat hij jou aandoet) en kwaad (bijvoorbeeld het martelen van kinderen). Wat echter de grond van deze morele feiten precies is, kan ook Gabriel moeilijk zeggen. Ze zijn niet in God gefundeerd, maar eerder in zichzelf. Toch aanvaardt ook Gabriel de basisregel van de filosofische hermeneutiek: ‘De ander zou weleens gelijk kunnen hebben.’ Dialoog over wat goed is en wat niet, moet er daarom altijd zijn.
Pleidooi voor nieuw christelijk realisme

Simon Polinder
Towards a new Christian political realism? The Amsterdam School of Philosophy and the role of religion in international relations (proefschrift)
Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam | 2021 | 406 pp.
Wat als religie serieuzer werd genomen tijdens de Iraanse revolutie in 1979? Er zijn geleerden, zogenoemde religionisten, die beweren dat het een verschil zou hebben gemaakt in de internationale betrekkingen. In dit lijvige, specialistische en prikkelende proefschrift geeft Simon Polinder een kritische reconstructie van deze positie. Hij onderzoekt hoe het klassieke realisme van Hans Morgenthau en het neorealisme van Kenneth Waltz omgaan met religie. De conclusie is dat de religionisten vrij overtuigend pleiten voor het belang van religie in internationale betrekkingen, maar om de verkeerde redenen. Ze zien de theologische inspiratie (via Augustinus en Niebuhr) van het politiek realisme over het hoofd. Het boek loopt uit op een schets van een nieuw christelijk realistisch perspectief, gebaseerd op de normatievepraktijkenbenadering zoals die binnen de reformatorische wijsbegeerte is ontwikkeld. Deze beschouwt internationale betrekkingen als een praktijk met eigen wetmatigheden en een eigen normativiteit. Macht is hiervoor funderend, maar die kan deze praktijk nooit kwalificeren omdat ook staten onderworpen zijn aan de plicht om rechtvaardigheid na te streven. In het vinden van deze balans spelen religieuze wereldbeschouwingen en overtuigingen een belangrijke rol.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.