Het coronabeleid strookt niet met de christendemocratie
Samenvatting
Het overheidsbeleid heeft in deze noodsituatie goede christendemocratische papieren. Dat valt te illustreren aan de hand van de christendemocratische visie op de overheid als het schild voor de zwakkeren, de samenleving als een morele en zorgende gemeenschap, en het individu als relationeel wezen.
Allereerst: de overheid is vanuit christendemocratisch perspectief dienstbaar aan de samenleving en heeft daarom ook een normerende taak. Wanneer belangen botsen is het aan de overheid om richting te geven, perspectief te bieden en grenzen te stellen. Te midden van allerlei belangen richt de overheid zich op het algemeen belang en maakt soms deelbelangen daaraan ondergeschikt. De coronacrisis is precies zo’n noodsituatie waarin de overheid deze rol op zich moet nemen. De noodsituatie legitimeert haar om individuen beperkingen op te leggen om zo de verspreiding van het virus tegen te gaan, een zorginfarct te voorkomen en kwetsbaren te beschermen.
Geen vechtkooi
In de tweede plaats raakt de bestrijding van het coronavirus aan de vraag hoe we de samenleving zien. De samenleving is geen vechtkooi of een sociaaldarwinistisch construct waar het recht van de sterkste geldt. Het is geen neoliberale gemeenschap waar iedereen primair op persoonlijke winst en eigenbelang uit is. Het is namelijk de vraag wat we vanuit deze moderne mythes met onze kwetsbare naasten moeten. Zijn zij dor hout dat dan maar door het virus moet worden opgeruimd? Nee, de samenleving is een zorgende gemeenschap waar kwetsbaarheid en lijden een plek mogen hebben. Ieder mens en ieder leven telt. Juist vanuit de gemeenschap kun je zeggen dat ieder individu ertoe doet. De samenleving is een morele gemeenschap; ze doet een appel op ons burgers. Als leden van die samenleving geven we dus rekenschap van ons handelen. En van de taal die we hanteren. Taal is performatief: ze bewerkstelligt wat ze uitspreekt. Hameren op het feit dat er tweedeling ontstaat, doet tweedeling ontstaan. Nuchter bezien is er geen tweedeling. Er is een grote solidaire meerderheid waartegenover zich een kleine groep plaatst die in veel gevallen misplaatste argumenten tegen het vaccin en het overheidsbeleid gebruikt. Uiteraard zijn daaronder oprecht bezorgde mensen en gewetensbezwaarden. Maar de grootste groep is een ondefinieerbaar gezelschap van complotdenkers – zowel woke als wakker –, steenrijke influencers en mensen die een vermoeden van de invloed van de maanstand boven de medische wetenschap plaatsen. Deze groep verwart ‘gezond verstand’ met hun ‘onderbuik’, en ‘geweten’ met ‘gevoel’. Hun argumentatie is plat, horizontaal, inhoudsloos en gespeend van moraal.
Vrijheid en autonomie zijn relationele en relatieve begrippen
Daarmee kom ik bij het mensbeeld. De mens is altijd mens in relatie tot de ander. Geen mens bestaat op zichzelf. Door een mens allereerst als een relationeel wezen te zien, zeggen we meteen iets over termen die in het coronadebat nogal eens vallen: individuele vrijheid en persoonlijke autonomie. Voor een christendemocraat zijn deze begrippen geen absolutum. Vrijheid en autonomie zijn relationele en relatieve begrippen. Het wil zeggen dat ze pas betekenis krijgen in een relatie en binnen een context. Door vrijheid en autonomie als absolute grootheden te zien vervalt elke mogelijkheid tot het doen van een moreel appel op mensen. En dat is nu net de kern van de christendemocratie: ze is een appel op mijn verantwoordelijkheid tegenover de ander.
In feite komt het beleid van de overheid hierop neer: zo snel mogelijk terug naar een normaal leven. Dankzij goede vaccins is dat een reële mogelijkheid. Voor Nederland is de oplossing: de vaccinatiegraad moet omhoog! Met een hogere vaccinatiegraad is het goede leven weer binnen handbereid. Vaccineren is per definitie iets wat ik doe in het belang van het collectief. Het is een morele plicht.
Gewetensbezwaarden
Heeft de overheid daarmee een vrijbrief om naar hartenlust maatregelen uit te vaardigen? Nee. Sterker nog: er is ook flink kritiek te leveren op het wispelturige beleid van de overheid. Daarbij moet de overheid zich realiseren dat alleen politieke legitimiteit niet voldoende is. Ze moet haar beleid ook moreel verantwoorden en verankeren. Vier punten kunnen daarin leiden. Allereerst moet er sprake zijn van een helder doel en eerlijke communicatie. In de tweede plaats, als het gaat om vrijheidsbeperkende maatregelen als 3G, 2G of een totale lockdown, moet het duidelijk zijn dat alternatieven minder goede opties zijn en dat het, in de derde plaats, tijdelijke maatregelen zijn die worden getroffen in het kader van een langeretermijnperspectief. In de vierde plaats moet er altijd ruimte zijn voor gewetensbezwaarden. De vrijheid van het geweten is een groot goed.
Na jaren van een ijzige neoliberale wind in de samenleving is het misschien uit het zicht verdwenen, maar in christendemocratisch perspectief toont de mens zich op zijn mooist als een relationeel wezen binnen de zorgende gemeenschap die de samenleving is.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.