Kamerleden regionaal kiezen verrijkt het parlement
Samenvatting
Laat ik met de deur in huis vallen: ik ben er niet verrukt van. Het voorstel in het nieuwe verkiezingsprogramma om twee derde van de Tweede Kamer regionaal samen te stellen loopt uit op een politieke verschraling, een lelijke verschraling zelfs.
Op zich is er best iets voor te zeggen om, ook in Nederland, bij parlementsverkiezingen te gaan werken met kiesdistricten. Zonder te vervallen in Britse of Amerikaanse toestanden, is zo wellicht iets te doen aan een van de euvels van het kiesstelsel waar we in Nederland al een eeuw mee werken: de grote, misschien zelfs groeiende afstand tussen kiezers en gekozenen. Landen als Duitsland en, meer nog, Denemarken laten zien dat regionalisering redelijk goed werkt.
Het voorstel in het verkiezingsprogramma is gelukkig geen slag in de lucht. Het lijkt niet door een overmaat aan eigenbelang ingegeven, zoals vaak het geval is met plannetjes om te sleutelen aan kiesstelsels.
Het bevoordeelt grote partijen (of wat daarvan over is) niet of nauwelijks.
Het heeft niet als bijkomende schade dat kleine partijtjes grotelijks de dupe worden. Evenmin tast het de evenredige vertegenwoordiging aan. Per saldo resulteert na verkiezingen een Tweede Kamer waarin, zoals de Grondwet het zo fraai zegt, het ‘gehele Nederlandse volk’ vertegenwoordigd is. Iedereen kan zich, als in een spiegel, nog steeds herkennen in de volksvertegenwoordiging. Soms gebeurt dat als door versplinterd glas. Maar pluriformiteit is iets waar we in een land als Nederland, land van minderheden, gaandeweg zeer aan gehecht zijn geraakt. Je zou het bijna liefkozend een sympathieke nationale onhebbelijkheid kunnen noemen.
Regionale mal
Waarom dan toch maar niet doen? Misschien wel mijn grootste bezwaar is dat men het land in een mal probeert te persen, de mal van een stuk of wat regio’s. Je dwingt kiezers om regionaal te denken. Alle kiezers worden bij Kamerverkiezingen geacht een stem uit te brengen op een kandidaat uit de regio waar ze ingeschreven staan. Dat vind ik een verschraling, een stap terug misschien wel. Een kiezer is méér dan een Hollander, Fries of Limburger. Regionale kleur speelt ook nauwelijks een rol, zo blijkt uit onderzoeken. Sekse, achtergrond, expertise en bekendheid leggen veel meer gewicht in de schaal. Kiezers vinden het veel belangrijker om te kunnen stemmen op, laten we zeggen, een vrouw, een politicus met een allochtone achtergrond, iemand die deskundig is op een bepaald terrein, of iemand die bewezen heeft een goed volksvertegenwoordiger te zijn. Als zo’n favoriete kandidaat in een ander kiesdistrict geregistreerd staat, vang je bot. Hoe zou ik, als Hagenaar, op iemand als Pieter Omtzigt, Mona Keizer of Agnes Mulder kunnen stemmen?
Een kiezer is méér dan een Hollander, Fries of Limburger
Het voorstel roept nog andere weerstanden bij mij op. Het past helemaal in de doorschietende regionalisering die het CDA sinds jaar en dag in haar greep heeft. De kandidatenlijst is, misschien wel meer dan ooit, bijna pijnlijk nauwkeurig verdeeld tussen de provincies. Het verkiezingsprogramma wil vooral regio’s ‘bedienen’. Het CDA is daadwerkelijk ‘partij van de regio’s’ geworden, de partij die de andere helft van het land gemakkelijk afschrijft, het Comité van (boven) Dokkum tot (bijna) Aken. Misschien ben ik er als Randstedeling overgevoelig voor …
Het regionale kiessysteem is de kroon op die regionalisering. Het symboliseert, wellicht onbewust, dat de gemeenschappelijke christendemocratische ideologie plaatsmaakt voor regionale binding. Waar je vandaan komt, wordt belangrijker dan waar je voor staat. Ook dat is verschraling.
Ook wie die verschraling op de koop toe neemt, komt van een koude kermis thuis. Het verkiezingsprogramma suggereert meer dan het waarmaakt. Van een echte regionalisering zal geen sprake zijn. De kiesdistricten worden zo groot – het programma voorziet er tien tot vijftien van elk ongeveer anderhalf miljoen kiezers – dat herkenbare, afgebakende regio’s als Friesland (650.000), de Achterhoek (400.000), Zeeland (350.000) en het Westland (120.000) onderdompelen. Daar sta je dan als Drent, Zaankanter of Twent: met lege handen. Als Groninger mag je op een Fries stemmen, en Zeeland zal zich moeten laten vertegenwoordigen door Hollanders en Brabanders.
Nee, dit is geen pleidooi om het te laten zoals het is. Het is goed mogelijk om de regionale stem zwaarder te laten wegen, zoals de partij kennelijk wil. Dat kan heel simpel: door meer regionale kandidaten op de lijst te zetten en dan via voorkeurstemmen de rangschikking te laten bepalen. Zo laat je kandidaten uit de regio concurreren met andersoortige volksvertegenwoordigers in spe. Waarom laat je het niet aan christendemocratische kiezers over of ze liever Chris van Dam, Lucille Werner of Harry van der Molen in de Tweede Kamer zien? Dat is wel zo democratisch, en het lijkt me meer een verrijking dan het armzalige voorstel om met kiesdistricten te gaan werken. Zoals ik al zei: ik ben er niet verrukt van.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.