Voor verbinding en diversiteit
Samenvatting
Sarah Alsalhawi

Leeftijd 23 jaar | Actief als student HBO Rechten |
Godsdienst/ levensovertuiging islamitisch | Politieke partij CDA-lid sinds 2013 |
Geboorteplaats Voorburg | Passies mensen verbinden |
Woonplaats Zoetermeer |
Beste Hugo,
Moeten we alles van de overheid verwachten? Ik denk het niet. Juist het maatschappelijk middenveld moeten we in ere houden. Dat heeft de coronacrisis wel bewezen. Burgers deden boodschappen voor ouderen, buren gingen maaltijden voor elkaar bereiden, en de eenzaamheid werd verlicht door buitenconcerten. Zonder dat de mensen dat beseften, sloten die activiteiten aan bij de uitgangspunten van het CDA: solidariteit, naastenliefde en barmhartigheid. En eigenlijk zijn die waarden heel menselijk. De mens is tenslotte een sociaal dier en geen individualist. Waar bestaat dat maatschappelijk middenveld dan uit? Uit mensen die vrijwilligerswerk en mantelzorg verrichten, kartrekkers die verenigingen in stand houden, en gelovigen die vanuit kerken, moskeeën en synagogen de minderbedeelde burger ondersteunen. Daartoe reken ik ook de voedselbanken die voedselpakketten verstrekken en de formulierenbrigades die de burgers door het oerwoud van (digitale) formulieren heen leiden. Allemaal prachtige initiatieven. Maar dat betekent niet dat de centrale overheid kan blijven stilzitten.
De centrale overheid moet er voor haar burgers zijn en niet andersom. Dat betekent dat die overheid onder meer instaat voor de veiligheid van haar burgers en zorg draagt voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Ik verwacht van u dat u discriminatie op grond van je achternaam bestrijdt en volop aandacht vraagt bij de regering voor de moeite die het mbo’ers met én zonder migratieachtergrond kost om een stageplek te vinden. We hebben tenslotte die mbo’ers hard nodig om zowel onze economie als ook de zorg draaiende te houden. Maar er is nog meer werk aan de winkel. Een vijftal jaar geleden heeft de centrale overheid een aantal zaken overgedragen aan de gemeenten, zoals de jeugdzorg en de thuiszorg. De visie daarachter was niet verkeerd: de gemeenten zouden dichter bij hun burgers staan en vanuit de eenloketgedachte sneller en efficiënter kunnen reageren. De werkelijkheid is nu evenwel anders. Gemeenten beschikken over onvoldoende geld om de belofte van de centrale overheid waar te maken. U zult dus de voornoemde decentralisatie kritisch tegen het licht moeten houden. Wat is er nodig om gemeenten weer de controle te laten krijgen over hun eigen begroting?
Het is uw schone taak om te bewerkstelligen dat de lokale raadsleden weer hun rol als volksvertegenwoordiger op dit terrein optimaal kunnen uitoefenen zonder dat er telkens financiële tekorten dreigen. Bij uw analyse van de doorgevoerde decentralisatie geldt uiteraard: ‘Toets alles, maar behoud het goede.’ Kortom, wat ging er goed en wat kan beter?
‘De centrale overheid moet er voor haar burgers zijn en niet andersom.’
Diezelfde vraag is te stellen bij de discussies in de samenleving over heikele onderwerpen als racisme, migratie of de stikstofproblematiek. Te veel worden die bepaald door de vuilspuiterij op Twitter en de extreme posities die in het debat worden ingenomen. Saamhorigheid en respect voor elkaars standpunten zijn daarbij ver te zoeken. U heeft daarin een voorbeeldfunctie. Doe het voor door die tegenstellingen te overbruggen, en vermijd polarisatie. Schort uw oordeel op. Luister naar ieders argumenten, wik en weeg, en neem dan een standpunt in. Wees daarna ook standvastig. Dat geldt evenzeer voor het slaan van een brug tussen de CDA-leden na de lijsttrekkersverkiezing van afgelopen juli.
Bij het debat over racisme dat dit jaar oplaaide, is er nog een wereld te winnen. Ik raad u aan daarbij de navolgende waarden uit te dragen. Verdenk elkaar niet bij voorbaat, laat staan dat je elkaar haat. Dat geldt evenzeer voor gelovigen met verschillende religieuze achtergronden. Hierbij komt de leerschool van mijn moeder u vast van pas. Ze zei immer: ‘Wees bevriend met iedereen. Sta open voor mensen met alle religieuze achtergronden en maak geen onderscheid tussen mensen.’ Dat is ook een belangrijke reden dat ik mij bij het CDA thuis voel, en ik verwacht van u dat u die visie ook in de politieke arena laat zien.
Een terugkerend onderwerp in die politieke arena zal de komende jaren de zorg voor ouderen zijn. Zijn er over vijf à tien jaar nog voldoende handen aan het bed? Wordt de bureaucratie teruggedrongen en gaan we het verzorgend personeel voldoende waarderen en belonen? Die waardering hebben ze nodig opdat onze ouderen goed verzorgd worden op hun oude dag, niet alleen in verzorgings- en verpleeghuizen maar ook thuis. Hoewel eenzaamheid in alle leeftijdscategorieën voorkomt, is het juist schrijnend om dit te zien bij ouderen. Vaak hebben zij na de Tweede Wereldoorlog de samenleving mee opgebouwd en moeilijke tijden doorstaan. We zijn dus schatplichtig aan hen. Als samenleving kunnen we daarbij wat opsteken van gezinnen met een migratieachtergrond. Van kinds af aan is mij ingeprent: zoals ouderen voor ons hebben gezorgd, zo zullen wij ook voor onze ouders zorgen. Dat zag ik al terug in de relatie tussen mijn ouders en mijn grootouders. Onze hechte familieband doet de rest. En goed voorbeeld doet goed volgen. Eenzaamheid komt bij migratiegezinnen dus een stuk minder voor. Tegelijkertijd besef ik dat autochtone ouders en hun kinderen een ander verwachtingspatroon hebben. Over het in huis nemen hoor je autochtone ouders zelf zeggen: ‘Dat wil ik mijn kinderen niet opleggen.’ De vorm van naastenliefde die ik voor ouders ken, kunt u niet van de ene op de andere dag van autochtone familieleden verwachten. Desalniettemin vraag ik, nee, smeek ik u dat er meer wordt omgezien naar ouderen en dat eenzaamheid tijdig wordt gesignaleerd door bijvoorbeeld de thuiszorg. Dan maar even als second best een geïnstitutionaliseerde vorm van naastenliefde.
Klare wijn
Die naastenliefde ken ik zowel vanuit mijn islamitisch geloof als vanuit mijn opvoeding. Sterker nog, ik zie frappante overeenkomsten tussen mijn religieuze achtergrond en de standpunten van het CDA. Sommige mensen uit de islamitische hoek verbazen zich daarover, omdat zij dit onvoldoende in de praktijk van het CDA terugzien. Ik herken me juist wel in het verhaal van het CDA dat staat voor verbinding en diversiteit. Het CDA moet daarom ook echt niet in zee gaan met de PVV en Forum voor Democratie. Er moet vooraf klare wijn worden geschonken. Dit heeft u gelukkig al gedaan en daar houd ik u aan. Het CDA is een partij van het midden. Dat betekent voor mij: omzien naar elkaar en niet flirten met politieke partijen die mensen wel uitsluiten en er soms een sport van maken om te polariseren. Bij die wens hoort ook een lijsttrekker die diversiteit preekt. We zijn een brede volkspartij en dat moet in samenwerking tussen de lijsttrekker en het partijbestuur tot uitdrukking komen in de samenstelling van de CDA-fracties van de Tweede Kamer, de provinciale staten en de gemeenteraden.
Beste Hugo, samengevat verwacht ik van u als lijsttrekker dat u betrokken bent bij de samenleving, oog hebt voor het maatschappelijk middenveld, voor verbinding en diversiteit staat, de zorgsector waardeert, goed zorgt voor onze ouderen vanuit een oogpunt van naastenliefde, gelijke kansen op de arbeidsmarkt stimuleert, en een brug slaat tussen CDA-leden met verschillende opvattingen. Ik verwacht, kortom, een standvastige leider.
Met hartelijke groet,
Sarah Alsalhawi
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.