Wegen uit de crisis: naar welk normaal willen we terug?
Samenvatting
De coronacrisis laat zien dat onze kwetsbaarheid en onze kracht in Europa liggen. Zoals de christendemocratie ooit aan de basis van het Europese huis heeft gestaan, moet ze nu helpen dit huis eerlijker, duurzamer en sterker te maken.
Sinds maart 2020 worden we geconfronteerd met een gezondheidscrisis die zich op ongekende schaal mondiaal voordoet en impact heeft op talloze gebieden. Wekenlang lag het normale leven stil. Onderwijs werd thuis gegeven; sociale contacten voltrokken zich vooral in de virtuele wereld; het bruto binnenlands product (bbp) daalde in het eerste kwartaal van 2020 met 1,7 procent ten opzichte van een kwartaal eerder; en de coronacrisis openbaarde Europa’s sterke en zwakke kanten in de (internationale) politiek.
Nu we ons van een intelligente lockdown bewegen in de richting van een intelligente exit, is het tijd om voorzichtig een eerste politieke balans op te maken. Het is nog te vroeg om allerlei wezenlijke vragen te kunnen beantwoorden. Wij kunnen nog te weinig afstand nemen van de gevolgen van de crisis om deze op werkelijke waarde te kunnen schatten.1 Een snelle duiding van het hoe en waarom lijkt zekerheden te bieden, maar is vanwege de geringe historische afstand op zijn zachtst gezegd nogal tricky.
Wel is duidelijk dat de coronacrisis een aantal kwetsbaarheden van de bestaande wereldorde blootlegt. Nu onze vanzelfsprekende manier van doen tot stilstand is gekomen, is het zaak om het momentum van de crisis te benutten. We moeten niet gelijk in de ‘kortetermijn-wederopbouwreflex’ schieten, zo waarschuwt Govert Buijs ons in deze CDV, want dan zijn we pas echt ver van huis. Hoe men handelt in een crisis is volgens hem essentieel, want er wordt dan ‘in een korte tijd heel veel toekomst gecreëerd’.2 Maar welke toekomst is dat dan?
De ‘Grote Lockdown’ als symbolisch scharniermoment
De impact van de coronacrisis, door het IMF aangeduid als ‘the Great Lockdown’, zal volgens deze internationale organisatie hoe dan ook in economisch en sociaal opzicht enorm zijn. Zo bezien is de Grote Lockdown nu al een belangrijk symbolisch scharnierpunt. Hij heeft de standaard (hypermobiele) manieren waarop de westerse samenleving zichzelf economisch, politiek en maatschappelijk had georganiseerd, radicaal onder druk gezet, om niet te zeggen op zijn kop. Dit laatste is een crisis in de ware zin van het woord. Herleidbaar tot het Griekse krinein (‘scheiden’, ‘verdelen’) geeft het woord ‘crisis’ het moment weer waarop zich een scheiding voordoet.
Er is sprake van een scheiding tussen oud en nieuw, waarbij dat oude niet alleen maar gekenmerkt werd door onbezorgdheid, en het nieuwe niet alleen maar door angst. Maar het is wel een cesuur in het bestaan. Crisis kan ook als kairos worden geduid: als een moment waarop de tijd ineens rijp blijkt om vastgeroeste patronen te heroverwegen, eenvoudig omdat zich nieuwe wegen aandienen. In deze CDV zegt voormalig premier Jan Peter Balkenende hierover:
‘Wat deze crisis echt nodig heeft is een diep doordenken van de manier waarop we onze samenleving mondiaal, Europees en nationaal georganiseerd hebben.’3 Dat is ook een van de hoofdvragen die we in dit themanummer stellen: wat is de impact van deze crisis op de wijze waarop we ons samenleven op allerlei niveaus georganiseerd hebben? Hoe dienen we om te gaan met de crisis, nu zo snel mogelijk back to normal niet de verstandigste optie lijkt? En last but not least: hoe zit het met ons weerstandsvermogen om met crises als deze goed om te gaan?
Een crisis kan het moment zijn om vastgeroeste patronen te heroverwegen
De globale context: Europa als thuishaven onder druk
De kernvraag is op welke manier we ontwaken uit de coronacrisis.4 Hoe kunnen we daarbij onze weerbaarheid tegen fundamentele schokken versterken? Nu we ons ten diepste niet thuis voelen, niet op ons gemak met de situatie, worden we ons des te meer bewust van wat ons thuis in de wereld is: Europa. In vrijwel alle bijdragen in deze CDV wordt dit bewustzijn gevraagd en ongevraagd tot uitdrukking gebracht. Zowel het interview met Jaap de Hoop Scheffer aan het begin van dit themadeel als dat van Jan Peter Balkenende aan het einde brengt dit voor het voetlicht. Zij laten zien hoe Europa onze toegangspoort tot de wereld is en hoe essentieel het is om zuinig te zijn op de relaties die ons deze toegangspoort verschaffen en deze niet te verspelen. Alleen een krachtig, waardegedreven en zelfbewust Europa kan buiten de notenkraker van de beide grootmachten VS en China blijven, zo signaleert Jaap de Hoop Scheffer.5 Een crisis is als een ‘gemeenschappelijke karaktertest’; zij laat ons zien wie we zijn, ze werpt ons terug op onze menselijkheid, onze kwetsbaarheid én kracht, zo stelt Stefan Paas.6 En ontegenzeglijk blijkt nu dat onze kwetsbaarheid en kracht in Europa liggen. Het gezamenlijke karakter van Europa wordt fundamenteel getest en op de proef gesteld.
Weerbaarheid vergroten: investeren in de eigenheid van het Europese continent
De eigenheid van ons Europese continent is er een van coöperatie, van concurrentievermogen én van samenwerking. Europa is dus geen ‘supermarkt’ zoals de VS en geen ‘superstaat’ zoals China.7 Dat blijkt op allerlei manieren in de bijdragen in dit themanummer.
- Maak werk van een duurzame sociale markteconomie: Rijnland 2.0. Govert Buijs geeft aan dat het erom gaat het moment te benutten teneinde een Rijnlands model 2.0 te realiseren voor het te laat is. De coronacrisis is het moment om de scheefgegroeide economische orde om te vormen naar een sociaal duurzame economie. ‘Onze kwaliteit van leven en zelfs onze overleving staan op het spel.’8
- Investeer in politieke stootkracht en het aanleggen van buffers. Amy Verdun wijst in haar bijdrage op de specifieke politieke verantwoordelijkheden. In nood leer je je vrienden kennen. Het gaat erom dat Europa het continent is waarin we elkaar de hand reiken, juist ook als het moeilijk is.9 Jaap de Hoop Scheffer wijst in het interview met hem op de internationale verantwoordelijkheid van Europa uit welbegrepen eigenbelang, bijvoorbeeld als de bestrijding van de coronapandemie in Afrika aan de orde is.10
- Herijk de christendemocratische visie op voedsel en vee. Volgens Henk Jan Ormel is het vooral tijd om de christendemocratische visie op voedsel en vee te herijken. Dit is nodig om minder kwetsbaar te zijn voor mogelijke volgende uitbraken in een wereld waarin de ziekterisico’s fors toenemen als gevolg van de groei van de wereldbevolking, de opwarming van de aarde, de ontbossing en de toenemende vraag naar dierlijke producten. Megastallen zijn volgens hem geen oplossing, omdat deze te veel nadelen hebben op het gebied van dierenwelzijn, volksgezondheid en landschapsbeheer. Wel kunnen kleinschalige innovatieve familiebedrijven een belangrijke bijdrage leveren, net als het via intelligente intensivering inzetten op respect voor dier en milieu.11
De crisisaanpak als fundamenteel probleem
Volgens Ad Verbrugge legt de crisisaanpak zelf een nog fundamenteler probleem bloot. We zijn als individu en als samenleving de mogelijkheid aan het verliezen om op evenwichtige wijze met tegenslag, pech en onze sterfelijkheid om te gaan. We investeren niet in een gezonde levensstijl, in voorzorg, maar doen er alles aan om het onvermijdelijke levenseinde uit te stellen. Dat komt helder aan het licht in de mateloze wijze waarop met alle mogelijke middelen de coronacrisis wordt bestreden, waarbij zelfs grondwettelijke vrijheden opzij worden geschoven. ‘De kunst van het maat houden’ is zowel op individueel als op collectief niveau uit het oog verloren. In plaats van zo snel mogelijk naar een nieuw normaal over te gaan, zo stelt Verbrugge, moeten we ons serieus afvragen of dat nieuwe normaal wel zo normaal en wenselijk is. ‘Want wat gaan we doen bij een eventuele nieuwe uitbraak dit najaar? Wederom een lockdown? En wat als er in 2021 opnieuw een uitbraak is? Nog een? Wat zou dat betekenen voor onze economie, voor onze welvaart en voor het algehele welzijn van de burgers, inclusief degenen die bij een coronabesmetting maar weinig risico lopen?’12 Zo’n rigoureuze crisisaanpak biedt geen perspectief op een goede open samenleving.
Praktische en fundamentele samenlevingsvragen
Peter Cuyvers stelt in zijn bijdrage dat de verstandige en creatieve manier waarop mensen op de crisis reageren, juist laat zien dat de maatschappelijke veerkracht enorm is en dat er na de succesvolle intelligente lockdown ook een mogelijkheid is om intelligent ‘van het slot’ te gaan. Er is bovendien kans om onze nog op oude industriële productiewijzen ingestelde leefpatronen aan te passen. Hij stelt: ‘Te mooi om waar te zijn? Misschien, maar realistischer dan het wensdenken van degenen die in de postcoronawereld hun idealen over het einde van de vliegvakanties of van de bio-industrie denken te realiseren.’ En verder: ‘Deze gelegenheid moet gebruikt worden om een aantal scharnieren los te maken die in de loop van de geschiedenis zijn vastgeroest.’13
De christendemocratische visie op een sterke samenleving, het belang van vertrouwen bouwend op ‘een grote mate van gemeenschapszin en solidariteit’, zoals Rob van de Beeten stelt,14 blijkt eens te meer actueel in tijden van crisis. Juist in zelfisolatie hebben we eens te meer ervaren hoezeer we ons met anderen verbonden voelen.15 In gezin, familie, vriendschappen en sociale relaties, maar ook in de herwaardering van beroepen die er echt toe doen, die werkelijk waarde toevoegen voor anderen en niet alleen voor het geld belangrijk zijn. Het komt er nu op aan grondpatronen in de samenleving te versterken die al aanwezig zijn maar nu meer dan ooit relevant zijn gebleken, ook als waardevolle wegen om uit de crisis te komen.
Volgens Jan Peter Balkenende is de architectonische kritiek van Abraham Kuyper actueel in een tijd ‘waarin het geldgedreven kapitalisme onder druk staat, maar waarin velen onder invloed van populistische geluiden ook willen terugkruipen in de natiestaat’. Samenwerking, verbinding en duurzaamheid zijn nu van wezenlijker belang dan het hameren op de natiestaat, stelt hij.16
Hier zijn ook de woorden van Verbrugge van waarde, die vanwege de techno-logische beheersingsdrang een debat over de inrichting van onze samenleving nodig acht: ‘Als we niet onderkennen dat er voor dit virus geen simpele oplossing bestaat (…), lopen we het gevaar dat onze poging om dit soort ziekten uit te bannen een chaos teweegbrengt die groter is dan de chaos die we willen voorkomen.’17
Juist doordat het coronavirus ons gedwongen heeft tot ingrijpende keuzes met betrekking tot onze manier van leven, is een debat over de inrichting van onze samenleving noodzakelijk. In wat voor wereld willen we leven, en welke prijs zijn we bereid daarvoor te betalen?
Juist in zelfisolatie hebben we ervaren hoezeer we ons met anderen verbonden voelen
Noten
- 1.Zie het interview met Hubert Bruls in deze CDV.
- 2.Zie de bijdrage van Govert Buijs in deze CDV.
- 3.Zie het interview met Jan Peter Balkenende in deze CDV.
- 4.Zie de bijdrage van Arjen Siegmann in deze CDV, die drie vormen van economisch ontwaken uit een crisis onderscheidt.
- 5.Zie het interview met Jaap de Hoop Scheffer in deze CDV.
- 6.Zie de bijdrage van Stefan Paas in deze CDV.
- 7.Zie Gabriël van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent. Amsterdam: Prometheus, 2020.
- 8.Zie de bijdrage van Govert Buijs in deze CDV.
- 9.Zie de bijdrage van Amy Verdun in deze CDV.
- 10.Zie het interview met Jaap de Hoop Scheffer in deze CDV.
- 11.Zie de bijdrage van Henk Jan Ormel in deze CDV.
- 12.Zie de bijdrage van Ad Verbrugge in deze CDV.
- 13.Zie de bijdrage van Peter Cuyvers in deze CDV.
- 14.Zie de bijdrage van Rob van de Beeten in deze CDV.
- 15.Zie Slavoj Žižek, die in Pan(dem)ic! een vergelijkbaar punt maakt: Slavoj Žižek, Pan(dem)ic! COVID-19 shakes the world. Londen: Polity Press, 2020.
- 16.Zie het interview met Jan Peter Balkenende in deze CDV.
- 17.Zie de bijdrage van Ad Verbrugge in deze CDV.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.