De staat moet de voedselbank subsidiëren
Samenvatting
Eind december kwam in het nieuws dat steeds meer voedselbanken problemen ondervinden met zaken die verband houden met de distributie van voedsel. Denk aan huisvesting, gekoelde opslag en verzekeringen.1 Daarnaast bleek dat de overheid vorig jaar een meevaller had doordat het ICT-systeem van de Belastingdienst zo veel problemen had dat men daar de achterstanden in het uitkeren van het kindgebonden budget niet kon inlopen. Een meevaller doordat geld bedoeld voor de armste gezinnen niet kan worden uitgekeerd. Deze zaken en de ergernis dat Nederland de afgelopen kabinetsperiode niet heeft gebruikgemaakt van een Europees Fonds dat voedselbanken ondersteunt, vormden voor de CDAfractie de aanleiding om te pleiten voor overheidsbemoeienis op dit punt.2 Maar hoe verhoudt zich dit tot de uitgangspunten van gespreide verantwoordelijkheid en solidariteit? In 2003 zei toenmalig minister Donner op een discussieavond in Haren: ‘Christelijke naastenliefde vormt geen goed uitgangspunt voor overheidsbeleid. (…) De zeven werken van barmhartig heid behoeven een andere rechtvaardiging als ze worden verricht op kosten van de belastingbetaler.’3 Staat de recente oproep om de voedselbanken te ondersteunen niet haaks op die uitspraak?
Barmhartigheid
Wie het ontstaan van de voedselbanken nagaat, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat deze voortkwamen uit barmhartigheid. De eerste voedselbank ter wereld ontstond in 1967 in de Verenigde Staten, in de staat Arizona: John van Hengel deelde als vrijwilligerswerk bij de plaatselijke kerk maaltijden uit aan mensen in nood. De eerste Nederlandse voedselbank werd in 1999 opgericht door Sjaak en Clara Sies uit Rotterdam. Ondertussen kent Nederland zo’n 170 voedselbanken, en er werden in 2018 ongeveer 140.000 mensen mee geholpen. Een schatting van de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken is dat hiermee pas een derde wordt bereikt van de totale populatie die geholpen zou kunnen worden.
Barmhartigheid is misschien het motief, maar ik zie de inzet van veel vrijwilligers en bedrijven aan voedselbanken ook als een uiting van solidariteit. Betrokkenheid van degenen die het kunnen missen met degenen die het nodig hebben. Een manier waarop het goede in de samenleving gestalte krijgt. En het is alleszins christendemocratisch wanneer de overheid die solidariteit in de samenleving probeert te versterken. Dat moet ze niet doen door het ‘over te nemen’; het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moet dus niet zelf voedselbanken gaan inrichten. Nee, het pleidooi van de CDA-fractie is om juist de aanwezige initiatieven te versterken.
Dit kan door aan te sluiten bij de ondersteuning die al wordt gegeven door gemeenten en provincies aan voedselbanken. Zo ontvangen de voedselbanken in Amsterdam van de gemeente ruim vier ton, en de voedselbank in Tilburg ontvangt niet alleen van de gemeente Tilburg, maar ook van de gemeenten Goirle en Oisterwijk én van de provincie Noord-Brabant geld voor ondersteuning. Dus lokale overheden zien het belang van voedselbanken in onze samenleving, en ondersteunen die.
België krijgt al bijna negentig miljoen uit het EU-fonds
Europa
De rol van het Rijk ligt in het verbinden van de lokale initiatieven naar een programma in Europa. De EU kent het programma FEAD, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen. Dit programma steunt acties van de EU-landen die materiële hulp bieden aan de minstbedeelden. Een land als Frankrijk ontvangt vanuit dit programma bijna een half miljard euro. Ook België ontvangt bijna negentig miljoen uit dit fonds. En Nederland? Nederland krijgt niets. Niet omdat we er geen aanspraak op zouden kunnen maken, maar omdat het vorige kabinet heeft besloten dit niet te doen. Men vond dat in een rijk land als Nederland zoiets als een voedselbank niet nodig zou zijn.
De eis om aanspraak te maken op het FEAD is dat er vijftien procent cofinanciering is. Gebruik nu de middelen die gemeenten en provincies al aan de voedselbanken geven als die cofinanciering. Daarmee creëer je een hefboom waardoor voedselbanken in staat worden gesteld om veel meer gezinnen te bereiken. Bovendien merken voedselbanken ook steeds vaker dat beleid om verspilling tegen te gaan ook een keerzijde heeft. Steeds minder producten zijn overtollig, en dus vinden ook steeds minder producten hun weg naar de voedselbanken.
Juist door als Rijk de inzet van gemeenten en provincies aan bestaande voedselbanken te gebruiken als cofinanciering voor het FEAD, combineer je de uitgangspunten solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid van het CDA ten behoeve van de mensen die het nodig hebben. De CDA-fractie zal daarom binnenkort een initiatiefnota met dit als kern indienen in de Tweede Kamer. Een gemiste kans als het kabinet dit initiatief niet omarmt. En voor mensen die afhankelijk zijn van voedselbanken is het méér dan een gemiste kans. Het is gewoon hongerig naar bed gaan.
Noten
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.