Intro
Samenvatting
We beleven zorgwekkende tijden. De avond voordat ik deze introductie schrijf, heeft premier Rutte het Nederlandse volk toegesproken over de ernst van de situatie rondom het coronavirus. Het kabinet heeft bewust gekozen voor een strategie die ervan uitgaat dat we het virus niet geheel kunnen onderdrukken. Er sterven mensen en er zullen mensen sterven aan de gevolgen van dit virus. Anderen worden enkel ziek; en wij allemaal gaan een onzekere tijd tegemoet.
In deze omstandigheden heeft het iets vervreemdends u een tijdschrift voor te leggen dat aan geheel andere thema’s is gewijd. Toch doen we dat, in de hoop dat we het virus de baas worden, in het besef dat het leven doorgaat, maar ook in de overtuiging dat een christendemocratische visie en levenshouding in elke tijd van waarde zijn. Verbondenheid met mensen om ons heen, zeker als dit kwetsbaren betreft, solidariteit en oog voor de geestelijke en immateriële waarden in leven en sterven: ze zijn juist van wezenlijk belang als het moeilijk wordt.
Subsidiariteit
In dit nummer verdiepen we ons in vijf jaar decentralisatie in het sociaal domein. In 2015 zijn veel taken op het gebied van jeugdzorg, werk en maatschappelijke ondersteuning aan gemeenten overgedragen. We maken vanuit christendemocratisch gezichtspunt de balans op. Wat is er terechtgekomen van de wens om zorg en hulp dichter bij mensen te brengen en personen of gezinnen met problemen integraal te helpen in plaats van met allerlei deeloplossingen? In het redactioneel worden conclusies getrokken, maar hier wil ik al wijzen op het belang van subsidiariteit dat diverse auteurs benadrukken. Dit begrip, afkomstig uit de katholieke sociale leer, betekent iets anders dan eenvoudig decentraliseren, zo laat Frank van den Heuvel zien. Het begint niet van bovenaf maar van onderop, zodat gemeenten niet allemaal hetzelfde takenpakket toebedeeld krijgen, maar er oog komt voor verschillen.
Dat sluit aan bij de constatering van anderen – zie het gesprek met Jolanda Pierik en het artikel van Ayeh Zarrinkhameh en Veerle van den Broek – dat in veel gemeenteraden het politieke debat over welke fundamentele keuzes een stad of dorp ten aanzien van zorg en arbeidsbemiddeling wil maken, nauwelijks wordt gevoerd. Gemeenten kunnen te veel leunen op modellen die hun door de koepelorganisatie worden aangereikt, maar ook de landelijke overheid kan vanuit departementale ministeries nog te veel op de stoel met inhoudelijke bevoegdheden van de gemeenten willen zitten.
Subsidiariteit is daarmee een wezenlijke bijdrage van de christendemocratie die gemakkelijker genoemd is dan uitgevoerd. Ze onderscheidt zich van de wat zakelijke benadering van liberalen, en van de socialistische benadering die meer controle wil, zoals Geerten Boogaard en Rogier van der Wal aangeven. Tegelijk behelst ze iets waar wij mensen moeilijk toe in staat zijn: de kunst van het loslaten. Wel politiek verantwoordelijk zijn, maar tegelijk de neiging tot controle onderdrukken, is niet iedereen gegeven, en vergt moed en praktische levenswijsheid. Terecht wijst Janny Bakker erop dat mensen het liefst de regels willen volgen, maar dat ware politieke betrokkenheid soms juist betekent dat we van de regels moeten afwijken. Doelmatigheid en efficiency kunnen op papier gehaald zijn, maar in de praktijk hulp juist in de weg staan, zoals Marius Buiting aangeeft.
Totaalvisie
Subsidiariteit wordt ook door voormalig CDA-leider Maxime Verhagen aangehaald in de interviewrubriek ‘Vanuit de basis’. Hij stelt de vraag of de decentralisatie op het gebied van de ruimtelijke ordening moet worden teruggedraaid, omdat de gemeenten niet de middelen hebben gekregen om hun taken en verantwoordelijkheden waar te maken. Als voorzitter van Bouwend Nederland én christendemocraat ziet Verhagen zaken op allerlei terreinen in ons land vastlopen – het interview vond plaats voordat de coronacrisis in volle omvang zichtbaar werd –, en hij wijt dat aan te weinig daadkracht en totaalvisie bij de coalitie.
Verder in het actualiteitsdeel een bijdrage over de manier waarop de VVD religie steeds meer achter de voordeur wil stoppen, maar zo haar visie op zelfbeschikking aan de hele samenleving lijkt te willen opleggen; een bijdrage over de manier waarop de universiteiten worden bekostigd en de gevolgen die dat met name voor de geesteswetenschappen heeft; en een artikel van de Kamerleden Pieter Heerma en Agnes Mulder over de christendemocratische visie op duurzaamheid, mede naar aanleiding van het overlijden van de Britse filosoof Roger Scruton.
Forum voor Democratie
Ten slotte wil ik u wijzen op het artikel van Paul Rüpp, die de moeilijke vraag behandelt welke grenzen er zijn aan de samenwerking tussen een partij op christendemocratische grondslag en andere partijen. Kunnen we vanuit de christendemocratie met elke democratisch gekozen partij samenwerken die niet door de rechter is veroordeeld? Zo nee, wat zijn dan de grenzen en criteria?
Deze vraag is actueel nu een nieuwe partij op het populistische front zich als mogelijke coalitiepartner heeft aangediend: Forum voor Democratie. Met de gedoogconstructie met de PVV in ons geheugen is dit voor het CDA een heikel onderwerp. Enerzijds toont Rüpp waar de grenzen liggen tussen de ‘overlegdemocratie’ die het CDA – en gelukkig veel andere partijen – voorstaat, en de ‘stemmingendemocratie’ van populisten. Waar de overlegdemocratie ‘beleidsanalyse als richtsnoer’ hanteert, kiest de stemmingendemocratie ‘opinieonderzoek als waarheidsbron’. Anderzijds mag de christendemocratie burgers die in de verleiding komen om op populisten te stemmen, niet uit het oog verliezen, en is het haar moeilijke taak om met een eigen, weldoordachte visie en moedige politici aan kiezers duidelijk te maken dat de populistische politiek aan het kortste eind trekt. Het is een onderwerp dat ook in het eerdergenoemde gesprek met Verhagen ruim aan bod komt.
Vertrouwen
Hier heeft subsidiariteit ons veel te zeggen, zoals dat ook de moeilijke situatie rondom het coronavirus betreft. Wie het artikel van Boogaard en Van der Wal leest, ziet dat subsidiariteit met vertrouwen te maken heeft: vertrouwen geven, zonder de drang om alles wanhopig te willen beheersen. Toch bestaat er geen vertrouwen zonder risico. Dat betreft relaties tussen mensen, maar ook tussen overheden onderling en tussen overheid en burger. Mensen, ook Mark Rutte, artsen en medewerkers van het RIVM, kunnen fouten maken. We weten niet zeker welke strategie ten aanzien van het coronavirus het best werkt. Maar we kunnen er wel op vertrouwen dat de betrokken personen en overheden zich door deskundigheid laten leiden en indien nodig het beleid bijstellen. We geven ze niet het voordeel van de twijfel, maar van het vertrouwen. Dat is wezenlijk anders dan de luidruchtige stemmingendemocratie die populisten hanteren.
Christendemocraten weten dat het leven gegeven is en dat we voorzichtig met dit kostbare geschenk moeten omgaan. Maar we weten ook dat, zoals de Deense filosoof Kierkegaard beschreef, een leven zonder vertrouwen en overgave armoedig leven is. In dat vertrouwen gaan we verder.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.