Grapperhaus wil debat over privacywetgeving
Samenvatting
De impact van ondermijnende criminaliteit is enorm, erkent Ferdinand Grapperhaus. Tegelijk is de minister van mening dat er méér kan in de aanpak dan wordt gedacht. ‘Er kan al heel veel, mits de verschillende instanties voldoende samenwerken en slim te werk gaan.’ Toch heeft Grapperhaus er ook moeite mee wanneer privacy tot een schild van de criminelen wordt gemaakt. Dat moet niet meer kunnen, mede door nieuwe wetgeving.
Het gesprek met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid vindt plaats op woensdag 13 november. Eerder op die dag zijn bij een inval in een woonwagenkamp in Oss automatische wapens, geld en drugs gevonden. Het is een bewijs dat er wel degelijk succes wordt geboekt in de aanpak van de ondermijnende criminaliteit, zegt CDA-bewindsman Grapperhaus, die dagelijks zijn handen vol heeft aan het onderwerp.
Hoe erg staat Nederland ervoor als het om ondermijnende criminaliteit gaat?
‘De omvang van de inkomsten uit zware, ondermijnende criminaliteit is schokkend hoog. Volgens berekeningen van het WODC gaat het om zestien miljard euro die jaarlijks wordt witgewassen.
De straatomzet van in Nederland geproduceerde xtc bedraagt negentien miljard euro, waarbij de brutowinsten boven de vijf miljard euro uitkomen.’
‘Daarnaast blijkt de ernst van de problematiek uit de verwevenheid tussen boven- en onderwereld. Dat uit zich op twee manieren. Allereerst zijn er bedrijven en instellingen die enorme bedragen binnenhalen door de onderwereld te faciliteren; denk aan administratie- en advieskantoren, notarissen en autohandelaars. Soms zijn deze bedrijven zich er volledig van bewust, andere keren wordt er met stromannen gewerkt. In de tweede plaats is die verwevenheid tussen bovenen onderwereld zichtbaar doordat criminelen steeds meer in gewone wijken opereren. Onlangs was ik nog in Eindhoven, waar in een woonwijk panden leegstonden omdat er allerlei xtc was opgeslagen. Stel je voor: een doorzonwoning waar in de kamers over twee, drie verdiepingen verspreid allerlei dozen met pillen stonden. En in een garagebox was een compleet xtclaboratorium ingericht. Buurten raken daardoor geïntimideerd; mensen durven er niks van te zeggen. Een basisschooldirecteur in Venlo vertelde me bij een ander werkbezoek dat illegale prostitutie en drugsgebruik de wijk rond de school ontwrichtten.’
Ferdinand Grapperhaus
Foto: Leonard Walpot
‘Een derde factor die de ernst van de huidige situatie aangeeft is de meedogenloosheid van deze bendes. Dat was twintig jaar geleden echt anders. Helaas heeft de moord op advocaat Derk Wiersum dit op een gruwelijke manier bevestigd. Als een crimineel een van de belangrijkste personen in een rechtsstaat, namelijk een strafadvocaat, vermoordt, dan drijft hem maar één ding: “Mijn wil geschiede.” We hebben te maken met sociopaten – ik heb er geen ander woord voor.’
Interview in het kort:
- De omvang van ondermijnende criminaliteit blijkt uit de enorme geldbedragen die ermee gemoeid zijn
- Criminelen zijn de laatste jaren steeds meedogenlozer geworden
- De Nederlandse rechtsstaat is nog altijd op orde
- Er is veel meer mogelijk op het gebied van gegevensuitwisseling dan critici beweren
Welke impact heeft dit op de samenleving en op u als bevoegd minister?
‘De impact is enorm, en dat zal de komende jaren dan ook veel extra capaciteit vragen. We hebben meer mensen nodig voor de beveiliging van personen, en meer capaciteit om ondermijning concreet aan te pakken. De impact is vooral zichtbaar omdat ondermijning gaten dreigt te slaan in de groep “hoeders van de rechtsstaat”, zoals ik ze noem. Door de moord op advocaat Wiersum zijn veel mensen zich gaan afvragen: Wil ik dit werk nog wel doen? Dat merk ik vaak in gesprekken, en daarbij gaat het dan niet alleen om rechters, advocaten en officieren van justitie, maar ook om gewone bestuurders en ambtenaren. Mensen worden of voelen zich bedreigd en vragen zich af of ze wel voldoende beschermd zijn. We zullen als overheid echt een vuist moeten maken, en die bescherming bieden.’
Aan de basis van onze rechtsstaat mankeert niets
‘Verder raakt het mij persoonlijk ook dat ik mensen ontmoet die in de vuurlinie zijn terechtgekomen. Ik vind het moeilijk te verkroppen dat iemand als Jos Wienen, onze burgemeester in Haarlem, bedreigd is en dat hij in een safehouse heeft moeten wonen. Vorig jaar ben ik in Haarlem op werkbezoek geweest, maar op een gegeven moment kon Jos om veiligheidsredenen niet meer mee. Dat is natuurlijk afschuwelijk.’
In dit CDV-nummer stellen diverse mensen dat er ook aan het weefsel van onze rechtsstaat iets mankeert. Een teveel aan regels, bijvoorbeeld op het gebied van privacybescherming, maakt het lastig om tegen ondermijning op te treden. Is onze rechtsstaat zelf nog steeds goed ingericht?
‘Ja. De net geschetste ernst van de situatie betekent niet dat we onze rechtsstaat niet op orde hebben. De kwaliteit daarvan is nog steeds heel goed, en de politie heeft ook nog steeds snelle Audi’s om snel ter plaatse te kunnen zijn. Ook het OM staat goed aangeschreven, en de onafhankelijkheid van de rechtspraak is nog altijd uitstekend. Aan de basis van onze rechtsstaat mankeert dus niets. Wel kunnen sommige zaken nog beter. De capaciteit van de Politieacademie wordt nu maximaal benut door extra investeringen van dit kabinet; dit moet zich over enkele jaren gaan uitbetalen in meer agenten. Ook komt er nieuwe wetgeving; we zijn niet voor niets het Wetboek van Strafvordering aan het moderniseren. Ook moeten we de capaciteit van de opsporing verder vergroten.’
Maar los van de capaciteit: kunnen de privacy- regels en de rechtsbescherming in ons land niet averechts werken, omdat criminelen er te veel bescherming in vinden?
‘Ik hoor vaak zeggen dat er te weinig kan. Onlangs nog in een debat met de Kamer, waarin politici aangaven dat veel niet mogelijk is door bijvoorbeeld de privacy- wetgeving. Ook burge- meesters klagen dat er te weinig kan. Enerzijds gaan we nu met nieuwe wetgeving extra mogelijkheden creëren, maar anderzijds moeten we de bestaande ook beter benutten.’
De provincie Brabant zegt dat het niet mogelijk is om gegevens uit te wisselen met Gelderland.
‘Daarover moeten we een discussie voeren.
Ik wil graag de onduidelijkheid over de mogelijkheden en onmogelijkheden van privacywetgeving verhelderen. Laat ik het even naar gemeenteniveau trekken; daar is het vrij helder. Het is niet zo dat de burgemeester van stad A geen gegevens kan uitwisselen met stad B. Dat kan geregeld worden via de politiegegevens en via de gezagsdriehoek van burgemeester, officier van justitie en politie – mits er uiteraard een zwaarwegend belang is. Wel wordt eraan gewerkt om de uitwisseling van gegevens binnen samenwerkingsverbanden verder te verbeteren. De wet hierover is bijna langs de Raad van State. Dit heeft wat voeten in de aarde gehad en tijd gekost vanwege afstemming met de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit was een ingewikkeld proces; we moeten voorkomen dat privacy tot een schild voor de criminelen wordt gemaakt.’
Maar het probleem van gebrekkige gegevensuitwisseling bestaat dus niet?
‘Ik zeg niet dat het niet bestaat, maar wel dat er binnen de huidige wet al veel meer mogelijk is dan nu wordt gebruikt. Wat nu vooral nodig is, is dat we beter gaan samenwerken. Daarom vind ik het ook zo waardevol dat er 110 miljoen euro extra is gekomen voor het MIT, het Multidisciplinair Interventie Team. De politie, de FIOD, de douane, het jongerenwerk en de marechaussee kunnen op deze manier veel beter samenwerken. We moeten kwetsbare jongeren van het criminele pad zien te houden, en drugsgebruik onder hen ontmoedigen. Dat begint al bij jongeren vanaf 8 jaar, vergis je niet.’
Hoe heeft het zo uit de hand kunnen lopen?
‘Als samenleving hebben we er in de periode 2005-2015 te weinig aandacht aan besteed. De prioriteiten lagen anders; de aandacht ging toen vooral uit naar contraterrorisme. Daarnaast is het probleem zo groot geworden door de globalisering. Voor criminelen is het tegenwoordig heel gemakkelijk om bijvoorbeeld voor de cocaïnehandel een lijntje naar Colombia te leggen. Bovendien is mede door deze globalisering de sociopatenmentaliteit ontstaan waar ik eerder op wees. Kopstukken van criminele bendes hebben niks met onze Nederlandse maatschappij; ze vertrekken na de misdaad naar safe havens in verre landen waar ze met het geld gemakkelijk hun veiligheid kunnen kopen. En ten slotte zijn de criminele bendes steeds professioneler geworden.’
Is het niet zo dat de rechtsstaat uiteindelijk onvoldoende levert, bijvoorbeeld als het gaat om de opsporingspercentages?
‘Dat valt erg mee. Die opsporingspercentages zijn niet slecht, al kunnen ze natuurlijk altijd beter. Maar repressie alleen lost het probleem niet. Sommige misdadigers gaan fluitend zes jaar zitten, terwijl een ander ondertussen het geroofde geld beheert. Of nog erger: criminelen sturen vanuit de gevangenis hun bende aan – echt iets wat je in films ook ziet. Daarom leg ik de nadruk op deze dingen: oprollen, afpakken en voorkomen.’
Worden er successen geboekt?
‘Ja, hoewel ik niet op afzonderlijke zaken kan ingaan. Maar kijk naar het nieuws van vandaag, over die grote inval in Oss. Hoe dan ook: dit is een zaak van de lange adem. Dit gaan we niet in deze kabinetsperiode redden, en zelfs niet in de volgende. Hier zijn we als samenleving zeker nog wel acht tot tien jaar mee bezig.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.