Sluit aan bij de energie
Samenvatting
Simon Buwalda heeft zich als wethouder van Zaltbommel ingezet voor duurzaamheid. Tegenwoordig is hij wethouder in Culemborg. In een kleine gemeente waar wethouders een brede portefeuille hebben, is een goede focus belangrijk. Het advies van Buwalda: ‘Sluit aan bij de energie van je inwoners, en maak deze productief. Kijk naar wat wél kan, niet naar wat níét kan. Steek je energie in de mensen die willen en in het betrekken van twijfelaars, en niet in tegenstanders.’

Simon Buwalda © Foto: Gemeente Culemborg
Duurzaamheid is zo’n breed begrip dat je moet focussen, meent Buwalda. ‘Waar zet je op in, wat is reëel, en wat snappen inwoners en bedrijven? Zaltbommel is nummer vier op de lijst van Nederlandse gemeenten die de meeste energie slurpen. Dat komt door de glastuinbouw, die veel gas en elektriciteit gebruikt. Wij hebben gekozen om in te zetten op energie. De gemeente had het doel gesteld om zestien procent van de energie lokaal op te wekken. Voor alleen al die zestien procent moet om de vijfhonderd meter een windmolen geplaatst worden. Daarnaast zijn er honderden hectaren zonnepanelen nodig. En dan nog moeten we flink besparen op energie om die zestien procent te halen, laat staan dat we honderd procent zouden halen.’
Wat zijn goed werkende maatregelen geweest?
‘We zijn in Zaltbommel begonnen met energiecafés. Dat zijn bijeenkomsten voor inwoners en lokale ondernemingen om mensen bewust te maken en hen te motiveren zelf iets te doen. Deze energiecafés zetten geen zoden aan de dijk voor de totale opgave, maar ze hebben wel veel bijgedragen aan bewustwording en draagvlak. Dit heeft uiteindelijk tot nieuwe initiatieven geleid. Als eerste project hebben we via crowdfunding het dak van het gemeentehuis vol zonnepanelen gelegd. Ook hebben we de voormalige vuilnisbelt de Ketelsteeg omgebouwd tot een recreatieterrein en een zonnepark. We wilden in alle duurzaamheidsplannen naast deelname van inwoners bij het opwekken van schone energie ook naar financiële participatie van inwoners kijken. Verder hebben we bewoners geholpen een coöperatie op te richten om schone energie op te wekken; dit werd Coöperatie Bommelerwaar.’
Heeft u ook een voorbeeld waar dit juist niet heeft gewerkt?
‘Er was een plan voor drie windmolens tussen de snelweg en de spoorlijn. Het is ons niet gelukt om draagvlak te creëren voor deze windmolens. De tegenstanders in de politiek maar ook in de samenleving waren sterker georganiseerd dan de voorstanders. De voorstanders waren de initiatiefnemers, agrariërs in dat gebied en een deel van de politieke partijen.’
In hoeverre bent u afhankelijk van andere overheidslagen om de lokale energietransitie invulling te geven?
‘Het vraagstuk is gewoon te groot om lokaal op te lossen. Wel heeft iedere gemeente een belangrijke taak in de transitie. Zelf heb ik het Duurzaamheidsplatform Bommelerwaard voorgezeten, met als doel een energiestrategie voor de Bommelerwaard op te zetten. Dit heeft helaas nog niet het effect gehad waarop was gehoopt. Wel is er een energiestrategie voor Regio Rivierenland gekomen, waar de Bommelerwaard onder valt. Deze strategie wordt nu dus naar het lokale vertaald.’
Het kabinet stelde in de energieagenda van 2016 dat de realisatie van de transitie grotendeels moet plaatsvinden op lokaal en regionaal niveau. Is dit een kans of juist een risico voor de energietransitie?
‘Niemand wil zomaar gezichtsbepalende energieopwekking zoals windmolens. Het laaghangend fruit is echter zo geplukt; kijk maar naar de eerdergenoemde vuilnisbelt. De Ketelsteeg was eerst alleen een bult afval, maar nu is het, zoals gezegd, een recreatieterrein in combinatie met een zonnepark. Uiteindelijk moeten wij het doen, maar gemeenten krijgen hiervoor weinig geld. De energietransitie is geen wettelijke taak voor gemeenten, maar een keuze van colleges. Hierdoor besteden gemeenten veel minder geld en capaciteit aan duurzaamheid dan aan wettelijk verplichte taken, zoals de Wmo. Wij vonden dat wij toch iets met duurzaamheid moesten. De rijksoverheid kijkt heel wetenschappelijk naar duurzaamheid, terwijl lokale bestuurders gewoon iets willen doen.’
Hoe heeft u de lokale bevolking bij deze voorbeelden betrokken?
‘Bij lokale bedrijven en inwoners is veel kennis over de energietransitie. Inwoners zijn met hun initiatieven naar de gemeente gekomen, waarna wij ze verder op weg hebben geholpen. Naast het steunen van deze initiatieven kan de gemeente ook proactief aan de slag, bijvoorbeeld door met de glastuinbouwsector een project te starten, of door specifieke wijken of straten te helpen om energieneutraal te worden.’
Wat heeft u gedaan om draagvlak voor duurzaam beleid te creëren en om dit te vergroten?
‘We hebben initiatiefnemers het voorwerk laten doen en hen geholpen het verder vorm te geven en hun subsidies verschaft. Dit hebben we gedaan bij de coörperatie, de vuilnisbelt en de energiecafés, maar ook bij initiatieven die nu niet aan bod zijn gekomen. Achteraf hadden we inwoners zelf ook actiever mogen betrekken bij initiatieven en beleid.’
Wat zou u collega-wethouders willen meegeven zodat zij de energietransitie met voldoende lokaal draagvlak kunnen vormgeven?
‘Sluit aan bij de energie van je inwoners, en maak deze productief. Kijk naar wat wél kan, niet naar wat níét kan. Steek je energie in de mensen die willen en in het betrekken van twijfelaars, en niet in tegenstanders.’
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.