Een groen CDA laat je niet blauwblauw
Samenvatting
Het hoogtepunt van de Dag van de Christendemocratie op 24 november 2018 was perfect getimed. Het kwam net voor het afrondend optreden van partijvoorman Sybrand Buma. Deze hoefde de bal alleen maar in te koppen en had niet alleen een juichende zaal, maar ook meters media-aandacht en zendtijd geoogst. Dat cadeau kregen het CDA en Buma van niemand minder dan André Kuipers, de arts, ruimtevaarder, bezoeker van het International Space Station en daarom ook nog officier van de luchtmacht van Poetin. Niet een profiel dat je in ons land vaak tegenkomt.
Kuipers vertelde niet alleen over zijn twee trips in de ruimte en over het adembenemende werk dat hij daar als ruimtevaarder en onderzoeker had kunnen doen – een ‘spannend jongensboek’ – maar liet ook zien hoezeer Nederland op het terrein van de ruimtevaart en de daarmee verbonden maakindustrie, toptechnologie, R&`D en toepassingen van cutting edge kennis en vaardigheden een van de leidende landen ter wereld is geworden. Als er ergens sprake is van een extreem succesvol ‘verdienmodel’ van de triple helix van bedrijven, kennisinstellingen en overheden, dan is het wel in de ruimtevaart, met zijn aardobservatie, monitoring van het klimaat, landbouw, visserij, duurzame agrarische innovaties en rampenbestrijding vanuit het heelal. En laat nu juist ons land met zijn combinatie van kennis, ondernemerschap en vernieuwend vermogen in al die gebieden tot de wereldtop behoren!
Het werk van mensen als Kuipers, van onze astronomen, lucht- en ruimtevaartingenieurs van de technische universiteiten en het hbo, innovatoren en onderzoekers, weet Nederland te verbinden met een voorhoederol elders. Denk dan vooral aan het terrein van agribusiness, groot geworden door Wageningen University & Research en aan de bedrijven en organisaties die leidend zijn geworden bij watermanagement en alles wat daarmee samenhangt. Het wereldwijd toonaangevende werk van onze zogenoemde Watergezant Henk Ovink – die voor Barack Obama het plan moest helpen maken om steden als New York, Miami, Houston en New Orleans te redden van overstromingen, orkanen en zeespiegelstijging – is dan ook niet los te denken van de impulsen voor R&D en innovatieve toepassingen in het bedrijfsleven die door het werk van Kuipers en de ruimtevaartsector mogelijk zijn geworden.
Het was dan ook geen wonder dat er een opmerkelijk moment ontstond tijdens de presentatie van Kuipers vol beelden uit het heelal waarin de razendsnelle veranderingen op onze planeet zichtbaar werden. Toen hij vertelde dat een van zijn collega-ruimtevaarders nu minister was in diens land, brak een spontaan applaus los bij de plagerige suggestie dat hij misschien ook wel in was voor zo’n rol. Het was duidelijk dat voor velen in het CDA zelf zowel deze feiten als deze nieuwe trends én kansen voor ons land een volstrekte eyeopener waren. Op deze manier denken over en kijken naar het vernuft van ons land, de kracht en het perspectief van ‘traditionele’ sectoren van economie en samenleving was en is men bepaald niet gewend; niet binnen de eigen politieke kring, en ook niet binnen de vele regionale kringen en belangenorganisaties waar men de oren veelal naar laat hangen.
1 op 5,3
Dat Kuipers’ verhaal voor het CDA – ondanks zijn recentste program voor de Europese verkiezingen – nieuws lijkt en dat men van de ene verbazing in de andere valt bij zulke analyses, feiten en beelden, is geen goed nieuws. En het is helaas ook oud nieuws. Zo probeerde in 2011-2012 CDA’er Maxime Verhagen, indertijd minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en vicepremier, de Nederlandse bijdrage aan de Europese ruimtevaartprogramma’s te halveren vanwege de perikelen in de begroting van het kabinet-Rutte I. Dat kreeg hij toen niet voor elkaar; fractieleider Buma wist het kabinet er gelukkig nog van af te brengen. Hij benadrukte daarbij het belang van de investeringen op dit terrein voor de kracht van de Nederlandse economie en voor regio’s als Twente met hun hightechprofiel, boven op het feit dat het hoofdkwartier van de European Space Agency (ESA), ESTEC, in ons land gevestigd is en dit grote een blijvende impact heeft.
Waarom was Verhagen niet overtuigd van die meerwaarde? Verhagens ministerie had eerder zélf voorgerekend dat de multiplier van de ESA-contributie die Nederland betaalt, neerkomt op 4,26. En het voegt toe: ‘Wanneer daarbij de industriële omzet wordt opgeteld die ESA in Nederland genereert, waarbij Nederlandse organisaties meer binnenhalen dan de nationale inschrijving, stijgt de returnfactor naar 5,3.’1 Oftewel, ook toen al leverde elke euro investeringen € 5,30 aan welvaartsgroei op. Daarbij bleek bovendien een belangrijke spin-off voor de diensteneconomie op hoog niveau ook niet te versmaden: ‘Het internationale karakter van ESTEC heeft Noordwijk doen ontwikkelen tot een belangrijke Nederlandse congreslocatie met bijbehorende bedrijvigheid. Daarnaast is ESTEC de tweede identificeerbare klantengroep van KLM door het reizigersvolume rondom de vele ESA-overleggen en conferenties.’2
Sinds 2012 is de impact van de ruimtevaart nog sterk gestegen, vooral op terreinen die samenhangen met weer, klimaat, landschap, water, landbouw, veeteelt en visserij. De grote vlucht die monitoring en aardobservatie hebben genomen dankzij de nieuwste generatie satellieten en sondes die extreem precies kunnen meten, fotograferen en chemisch scannen, maken het werk van boeren, tuinders en vissers meer en meer hightech en wereldwijd verknoopt met klimaatwetenschappers en het heelal. Ook aan het onderzoek naar nieuwe, duurzame en energiesparende materialen en processen wordt dankzij de ruimtevaart grote impulsen gegeven. André Kuipers liet concrete voorbeelden zien van vondsten en processen op deze terreinen, waarin opnieuw Nederlandse bedrijven en de Nederlandse maakindustrie tot de voorhoede in de wereld behoren.
De drie o’s
Het spannende jongensboek van de medicus-ruimtevaarder is ten diepste het bidbook voor een slim en welvarend land in de toekomst; een land dat zijn kennis en kunde op juist die combinaties van hightech en innovatie in de ruimte en op aarde weet te integreren in zijn klassieke knowhow en ijzersterke positie op ‘het groene front’. Dat die visionaire boodschap aankwam op de Dag van de Christendemocratie was het pluspunt van die dag, temeer omdat Jan Peter Balkenende kort daarvoor in dialoog met Wopke Hoekstra en mijzelf de brug wist te slaan tussen de kernbegrippen van deze visie en de perspectieven vanuit de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN voor de komende decennia. Opnieuw bleek hier de waarde van het tijdloze motto van Arie Oostlander, oud-directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA: ‘Niets is zo praktisch als een goede filosofie.’
Dat blijkt inmiddels ook elders, dat wil zeggen buiten het WI en inspirerende studiedagen als die van 24 november. Tot voor kort was bijvoorbeeld Mona Keijzer geen opvallend voorvechter van deze manier van kijken en denken. Sterker nog, zij liet zich ooit ontvallen dat je als land van kennis niet kunt eten, en dat daarom steun voor boeren en tuinders onmisbaar was. Inmiddels is zij juist bepleiter geworden van sterk innovatief samenwerken en van investeringen in integraties van kennis en kunde. ‘Voor ons is de samenwerking van onderwijs, overheid en ondernemers, de drie o’s, volstrekt normaal. Maar dat is niet overal zo, merk ik als ik op andere plekken in de wereld kom’, zei zij recent bij de start van de volgende zoektocht naar nationale iconen van zulke innovaties. Daarom wilde zij ‘laten zien hoe trots we zijn op al die innovatieve ondernemers. En dus gaan we weer op zoek naar die fantastische voorbeelden met oplossingen voor onze maatschappelijke uitdagingen.’3 De kansen die dit biedt laat de nieuwe bewindsvrouw niet blauwblauw en dat is reden voor optimisme, ook met betrekking tot het CDA zelf.
Bovendien dwingt dit ook haarzelf tot een stevig beleid. ‘De cross-overs van techniek in andere sectoren zoals de zorg, de voedselindustrie, de energiesector en de sport worden alleen maar groter en hebben een grote impact op onze werkomgeving. De vraag naar kennis over en vaardigheden voor de toepassing van techniek neemt de komende jaren alleen maar toe, ook in de niet-technische beroepen.’4 Daarom trekt juist zij – veel meer dan het vanuit D66 geleide ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mirabile dictu – aan de intensivering van succesvolle programma’s in de samenleving als het Techniekpact.5 ‘Niets is zo praktisch als een goede filosofie.’ Dat blijkt maar weer eens.
Nieuw rentmeesterschap
Het is kortom heel goed mogelijk om zowel de mentaliteit als de strategische koers van het CDA op dit terrein impulsen te geven die vooruitkijken naar de kansen voor de komende decennia. Dat bleek uit het indringende betoog van Wopke Hoekstra over nieuwe, op de lange termijn gerichte investeringen via de Europese begroting in precies de dingen waar André Kuipers zo concreet en nuchter-vernieuwend over sprak. Hoekstra noemde ons land ‘een groeibriljant waarin we eraan werken dat iedereen daarin ook meekan’. Zijn visie illustreerde helder dat het helemaal niet nodig is om gedurig dystopieën rond te strooien over ‘onderlagen’ vol ‘bezorgde burgers’ die ontredderd zijn en genegeerd worden door een ‘bovenlaag’ vol ‘anywheres’. Zulke moral panic-koortsdromen staan ver van de werkelijkheid af. Kuipers liet zien dat weinig landen op aarde zich zo slim en zo krachtig ontwikkelen als juist het onze, en dat weinige daarbij zulke kansen kunnen grijpen voor bloei en het profileren van de eigen identiteit als poldernatie van vernuft en ondernemerschap pur sang. Boeiend is het besef dat nu juist het CDA als partij van de groene regio’s van het land het in zich zou kunnen hebben om zichzelf te bevrijden van het noodlot dat accentuering van dat ‘groene karakter’ vooral ook inhoudt dat men de partij van de krimpende en vergrijzende delen van het land blijft, oftewel van varkensstallen en rurale leegloop.
Een christendemocratie van de eenentwintigste eeuw biedt de samenleving, nationaal en Europees juist een breed palet van impulsen door de integratie van hightech, biotechnologische kennis, agribusiness, klimaat en watertechnologie. Bovendien zijn partijen als het CDA – ook Europees in de EVP – eminent geschikt om zeer verscheiden groepen in de samenleving bijeen te brengen en rond die visie te verbinden en te enthousiasmeren, om zo kansen te creëren. Betrokken burgers zijn immers ons publiek en onze kracht, niet mopperaars langs de kant. Juist zo’n christendemocratie zal er allereerst een zijn van een integrale, eigentijdse visie en beleidsstrategie rond haar kernwaarde van rentmeesterschap. En dat is een heldere visie, die nota bene nu weer voortbouwt op Lubbers’ gedachte achter het Earth Charter. Het is een visie van vooruitziend beheer en vernieuwing van de planeet die wij zullen doorgeven aan volgende generaties. Het was de adembenemende schoonheid van die planeet die Kuipers ons vanuit zijn ruimteschip liet zien.
Ook electoraal is dit overigens niet onverstandig. In de hoogontwikkelde deelstaten in Duitsland was recent te zien dat CSU en CDU met name onder hoger opgeleide kiezers, vrouwen en jongeren massaal verloren aan Die Grünen. Hoe meer men paniekerig de hetzetaal van rechts-populisten trachtte te imiteren (en hoe meer men net als zij uitblonk in intern geruzie), hoe meer men juist historisch lage resultaten boekte.6 Winst op extreemrechts kwam er niet; uiteraard niet. Dat zal ook een fata morgana blijven; eenieder die nuchter kijkt weet immers dat je verkiezingen wint en verliest in het midden. Als je daar een vacuüm laat ontstaan, wordt dit door anderen gevuld. Dat gebeurde in maart 2017 bij ons, in september 2017 in heel Duitsland, en recent in die toonaangevende Bundesländer nog een keer. Nu stoot alleen een ezel zich twee keer aan dezelfde steen, dus je mag verwachten dat het CDA zich voortaan laat inspireren door de kansen die Kuipers liet zien, en niet door angsten. Angsten zijn altijd een slechte raadgever, en daarmee ook altijd een recept voor neergang en nederlagen.
Noten
- 1.Redactie ScienceGuide, ‘Verhagen laat weinig ruimte’, website ScienceGuide, 28 juni 2012.
- 2.Redactie ScienceGuide 2012.
- 3.Tim Cardol, ‘Wat wordt de nieuwe quantumcomputer? Het kabinet gaat op zoek naar nieuwe Nationale Iconen’, website ScienceGuide, 8 oktober 2018.
- 4.Frans van Heest, ‘Mona Keijzer verbaasd over numerus fixus bij techniekopleidingen’, website ScienceGuide, 15 december 2017.
- 5.Techniekpact, Nationaal Techniekpact 2020. Inzet voor 2016-2020. Den Haag: Techniekpact, april 2016.
- 6.Zie ook de bijdrage van Ton Nijhuis in deze CDV.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.