Het CDA als vaste waarde in het midden
Samenvatting
Het CDA is geen middenpartij uit pragmatische of opportunistische berekening. Onze opdracht om te verbinden vanuit het politieke midden vloeit voort uit de traditie van de christendemocratie en het christelijksociaal denken. Als het CDA zich dreigt op te sluiten binnen het rechterdeel van het politieke landschap, vervreemdt het zich van zijn historische opdracht.
De lokale partijen zijn de grote winnaar geworden bij de verkiezingen voor de gemeenteraden op 21 maart. Het CDA blijft de partij met het grootste aantal raadszetels. Weliswaar met minder overmacht dan voorheen, maar toch: een goed resultaat en een compliment aan alle lokale vrijwilligers die zich met hart en ziel hebben ingezet in de campagne. De laatste zaterdagen voor de verkiezingen was het berekoud. Veel CDA’ers hebben die kou getrotseerd, en dat leverde warme gesprekken op. Menselijk contact is belangrijk. Een-opeen, deur voor deur. Dat hebben nu ook de campagnestrategen van GroenLinks goed begrepen. Dat heeft die partij geen windeieren gelegd.
Tubbergen-effect
Een compliment verdient ook Sybrand Buma. Bij alle landelijk tumult en gedoe, over kwesties die nauwelijks iets te maken hadden met gemeentepolitiek, liet hij zich niet van de wijs brengen. Zijn van nature wat afstandelijke houding werkte nu in zijn voordeel. Hij markeerde het CDA als vaste waarde, en liet vooral veel ruimte aan de eigen lokale mensen. Het door velen bekeken Tubbergen-spotje was briljant. Vanwege de humor, maar ook door de kernachtige boodschap. In een van de vele panels met ‘deskundigen’ op de radio werd het spotje met dedain behandeld. Het zou niet professioneel zijn. Je zou er hooguit de eigen CDA-achterban mee aanspreken. Gelukkig hebben onze campagnemensen begrepen dat een te ver doorgeschoten professionaliteit in de communicatie en pr voor een traditionele volkspartij vervreemdend werkt.
Kansen in een veelsoortig landschap
In bijna alle commentaren op de uitslag komt de ‘versplintering’ van het politieke landschap in beeld. Velen zien er een bedreiging van de democratie in. Dat vind ik te kort door de bocht. Het woord ‘versplintering’ is suggestief. Het geeft aan dat er een destructief proces aan de gang is. Het feit dat de kiezers hun voorkeuren verdelen over een grotere reikwijdte van politieke groeperingen is de niet te verloochenen uitkomst van een democratisch proces. Het zal het besturen van gemeenten niet gemakkelijker maken. Er zal meer stuurmanskunst, ervaring en politieke wijsheid gevraagd worden. Voor het CDA kan een complexer politiek landschap een voordeel zijn. Het combineert immers het beste uit twee werelden. Op de eerste plaats is het CDA als volkspartij nauw verbonden met de grassroots in de samenleving. Op de tweede plaats heeft de partij een lange bestuurlijke ervaring. Er is veel kennis en kunde die gedeeld wordt in bestuurlijke netwerken. Juist de lokale partijen zullen er op enig moment behoefte aan hebben om in coalitieverband een deskundige en betrouwbare partner te hebben. Behalve ervaring en deskundigheid zijn ook het charisma en de persoonlijke verbindingskracht van de lokale politiek leiders van doorslaggevende betekenis.
Het verbindende midden
Het sterkste punt van het CDA is zijn positie als middenpartij. En juist op dat punt maak ik mij zorgen. Het is nog niet zo lang geleden dat het CDA zich afficheerde onder het banier van ‘het radicale midden’. Ik vond dat destijds niet helemaal geslaagd vanwege de term ‘radicaal’. Het CDA zal nooit een radicale partij kunnen zijn, tenzij we er een woordenspel van maken. Natuurlijk moeten wij met onze ‘radices’ (wortels) verbonden zijn. Maar in het gangbare taalgebruik is het CDA geen radicale partij. Nooit geweest ook, en het zal dat ook nooit zijn. Maar van de weeromstuit is er binnen de partij een trend waar te nemen van beginnende schaamte. Alsof onze positie als middenpartij het gevolg is geweest van zwakte, fletsheid en het ontbreken aan moed om keuzes te maken. Met als gevolg dat onze frisgroene kleur steeds grauwer en grijzer werd. Begrijp mij goed: ook ik vind dat het CDA kleur op de wangen moet hebben, en natuurlijk zijn er periodes en situaties geweest dat het CDA te bleek en grijs was. Maar dat is geen reden om ten principale het middenkarakter van de partij ter discussie te stellen.
Het CDA is geen middenpartij uit pragmatische of opportunistische berekening. Onze opdracht om te verbinden vanuit het politieke midden vloeit voort uit de traditie van de christendemocratie en het christelijksociaal denken. Daarmee hebben het CDA en zijn voorlopers een essentiële bijdrage geleverd aan de stabiliteit en cohesie van ons land. Dat CDA is altijd wars geweest van bestuurlijke stoerheid en van het bewegen in de richting van politieke flanken.
Opdracht en roeping
Dat vermogen om vanuit het midden de politiek te verbinden, is nu niet alleen een uitdaging en kans op lokaal niveau. Het is vooral onze opdracht en roeping: vanuit onze beginselen stellen wij ons dienstbaar op om het bonum commune te dienen. Die dienstbaarheid is geen corvee of lakeienwerk. Zij komt direct voort uit onze bestaansgrond. De totstandkoming van politieke coalities gaat vaak met de nodige geboortepijn gepaard. Het vraagt van alle betrokkenen een eerlijke en voorspelbare inzet. Waar het gaat om de verdeling van de macht worden partners beproefd. Het is altijd een proces van vallen en opstaan, van twee stappen vooruit en dan weer een achteruit. Er komt emotie en scherpzinnigheid aan te pas. Je hoeft elkaar niet steeds met zijden handschoenen aan te pakken, maar wel altijd met respect, en met een verzoenende houding als mensen elkaar tegen de haren in hebben gestreken. Wat niet helpt is een hooghartige houding – of die nu voortkomt uit belustheid op macht of vanuit het benepen moralisme van mensen die hun handen niet vuil willen maken.
Zorgvuldig handelen in de kraamkamer
Als het politieke landschap een grote mate van verscheidenheid kent – ik vermijd bewust het woord ‘versplintering’ –, wordt van alle deelnemers in de kraamkamer van de coalitievorming verwacht dat zij over en weer kunnen geven en nemen. Natuurlijk moeten de inhoud en het belang en de toekomst van de gemeente vooropstaan, maar ook het proces moet deugdelijk zijn. Door een constructieve en verbindende houding kunnen CDA-bestuurders bijdragen aan een deugdelijk proces van afspraken maken. Door zelf het goede voorbeeld te geven. Door uitnodigend te zijn. Door over oud zeer heen te stappen. Maar ook door duidelijk te zijn over de grenzen waarbinnen goed en transparant bestuur moet plaatsvinden. Waar het CDA zou worden meegezogen in een spiraal van machtsdenken, waar grenzen van fatsoen en deugdelijkheid met voeten worden getreden, zal de partij als eerste moeten afhaken.
360 gradenbewustzijn in het politieke landschap
Lokale CDA’ers moeten goed om zich heen kijken waar mogelijke kansen en bedreigingen liggen. Maak niet de fout om potentiële kansen als een bedreiging te zien en omgekeerd. Dat risico is er altijd, en daar moeten onderhandelaars zich steeds van bewust zijn. Positieve ervaringen uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. En akkefietjes uit het verleden moeten niet een emotionele drempel opwerpen om een nieuwe start te maken – hoe moeilijk dat soms ook is. Juist de democratische partijen die als winnaar uit de verkiezingen zijn gekomen verdienen een onbevangen en open benadering. Dat hoort bij democratie. Dat hoort bij een partij die verbindend wil zijn vanuit het midden. Als het CDA zich dreigt op te sluiten binnen het rechterdeel van het politieke landschap, vervreemdt het zich van zijn historische opdracht. Veel kinderen en kleinkinderen van trouwe CDA’ers hebben weliswaar anders gestemd, maar toch trouw vanuit de waarden waarmee zij zijn opgegroeid. Het CDA als onderdeel van de conservatief-sociale stroming in onze samenleving kan beter dan wie ook bruggen slaan. Bruggen tussen traditie en een uitdagende toekomst.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.