Leren om beter te globaliseren
Samenvatting
Wereldleiders, internationale instituties en nationale politici maken zich ongerust over de weerstand tegen handelsverdragen. Zij pleiten voor het compenseren van de verliezers en voor inclusievere globalisering, waar iedereen beter van wordt. Het is niet de eerste keer dat globalisering ter discussie staat, en langzaam maar zeker dringt ook in beleidskringen door dat er een probleem is. Voor meer steun van de bevolking voor globalisering is het cruciaal dat nieuwe stappen en verdragen ten goede komen aan de factor arbeid, die nu overal in het defensief zit. Dat is hoognodig, want we moeten globalisering redden van haar cheerleaders.
OP 24 MAART 1994 ORGANISEERDE de toenmalige minister van Economische Zaken (EZ), Koos Andriessen (CHU, CDA), een globaliseringsdebat dat live op de televisie te volgen was. In een van de landelijke kranten werd dat debat gekscherend De Koos Clinton-show genoemd. Ik weet niet hoe goed de uitzending bekeken is, maar zat zelf een deel van de dag aan de buis gekluisterd. Misschien maak ik het mooier in mijn herinnering dan het was, maar ik zie nog goed voor me dat tegen het eind van de show een karretje op het podium werd gereden met allemaal dikke boeken erop. ‘Dit zijn de regels en de wetten waar we ons aan moeten houden, en dat hindert ons in de internationale concurrentiestrijd’, sprak een ondernemer, of woorden van die strekking, waarop de minister plechtig beloofde dat hij vanaf nu de lasten- en regeldruk omlaag zou gaan brengen.
Globalisering werd gepresenteerd als een grote kans voor ondernemers en onze economie, maar eigenlijk ook als een bedreiging. ‘We hebben geen andere keus dan ons eraan aan te passen, want als we niet meedoen gaat het licht uit.’ Dit was zo ongeveer de Nederlandse vertaling door de latere minister van EZ, Laurens Jan Brinkhorst (D66), van het beruchte TINA-adagium van Margaret Thatcher: ‘There is no alternative.’ We zijn intussen al bijna een kwarteeuw verder, en een stuk wijzer over de schaduwzijden van globalisering.
PROBLEMEN EN TEGENSTELLINGEN
De groei van internationale transacties heeft de wereld veel goeds gebracht, maar ook geleid tot nieuwe problemen en tegenstellingen. Terwijl de sociale verschillen tussen landen kleiner zijn geworden, is de ongelijkheid binnen veel landen gegroeid. Geliberaliseerde financiële markten richtten eind jaren 1990 een slagveld aan in opkomende landen in Azië en in Mexico, en met het uitbreken van de financiële crisis in 2008 ook in de VS en Europa. Bij veel mensen is de onzekerheid over de toekomst en die van hun kinderen groter geworden.1 Handelsverdragen staan ter discussie.2
In veel westerse landen, waaronder Nederland, is er een aanzienlijke groep mensen die menen dat globalisering voor hen meer nadelen heeft dan voordelen
Er zijn twijfels over de gevolgen voor het milieu van het van hot naar her slepen van onderdelen van goederen die tegenwoordig in mondiale waardeketens worden geproduceerd.3 En er is in veel westerse landen, waaronder Nederland, een aanzienlijke groep mensen die menen dat globalisering voor hen meer nadelen heeft dan voordelen.4
Die kritiek is niet nieuw, maar al een veenbrand die zich steeds verder uitbreidt. ‘Als je de bevolking van de VS erover laat stemmen verliest globalisering’, zei Jeff Immelt, de bekende CEO van General Electric, bijvoorbeeld in 2006. Rond diezelfde tijd gaf 47 procent van de Europeanen in een peiling aan dat zij globalisering als een bedreiging beschouwden, terwijl slechts 37 procent het een kans noemde.5 Inmiddels is in de VS Donald Trump tot president gekozen en hebben de Britten in meerderheid voor een brexit gestemd. Dat komt uiteraard niet alleen door onvrede over de reële en gepercipieerde gevolgen van globalisering en het neoliberalisme, maar dat dit een belangrijke rol speelt, is iets wat slechts weinigen ontkennen.6
TEKORT AAN LEGITIMITEIT BREEKT OP
De internationalisering van economische processen is natuurlijk niet van gisteren, maar is al eeuwenlang aan de gang.7 De huidige globalisering wordt vaak vergeleken met de periode voor de Eerste Wereldoorlog, toen ook sprake was van veel internationale handel en aanzienlijke grensoverschrijdende financiële stromen. Daar waren toen echter veel minder landen in betrokken dan nu. En een essentieel verschil tussen toen en nu is dat de productie van veel goederen tegenwoordig in stukjes geknipt kan worden en georganiseerd kan worden in internationale waarde- of productieketens. Niet alleen handel en financiële stromen overschrijden nu de grenzen van landen, maar ook de productie van goederen en diensten. De stoommachine maakte de ‘eerste ontvlechting’8 mogelijk tussen de productie en het gebruik van goederen. Die hoefden niet langer op min of meer dezelfde locatie plaats te vinden, en daardoor kon de handel een enorme push krijgen. Dankzij ICT werd de ‘tweede ontvlechting’ mogelijk: de productie van een auto of mobiele telefoon kan worden opgeknipt in deeltaken die over de hele wereld verspreid of binnen een regio uitgevoerd worden, en vervolgens geassembleerd worden tot een eindproduct. Het overgrote deel van de handel tussen landen betreft tegenwoordig handel in onderdelen, vaak is dat zelfs binnen hetzelfde bedrijf.9
De eerste globaliseringsgolf, die duurde tot aan de Eerste Wereldoorlog, eindigde niet omdat de technische mogelijkheden uitgewerkt waren. Deze kwam ten einde toen de politiek en beleidsmakers geen effectieve antwoorden meer wisten te geven op de veranderde economische en sociale omstandigheden. De economische en politieke leiders negeerden de kosten van globalisering, schrijft Frieden,10 en werden vervolgens opzijgezet door de mensen, groepen en landen die voor deze kosten opdraaiden.
De les die hij trekt is dat blijvende steun voor globalisering essentieel is. Die kan alleen verkregen worden met beleid om nationale economieën de vruchten van globalisering te laten plukken, en met gerichte initiatieven om aanpassingen voor verliezers soepel te laten verlopen. Consultaties daarover met getroffen sociale groepen lijken hem een goede benadering.
WERKEN AAN EEN ‘RESET’
Internationaal is de discussie over de toekomst van handelsverdragen en over de gevolgen van globalisering in een nieuwe fase terechtgekomen nu ook instituties als het IMF, de OESO en de Europese Commissie11 zeggen zich sterk te willen maken voor meer inclusiviteit. Wat dit in de praktijk gaat betekenen voor de verdere ontwikkeling van globalisering moeten we nog zien, maar het is in elk geval een stap vooruit dat erkend wordt dat er nadelen zijn, dat niet iedereen van globalisering heeft geprofiteerd, en dat globalisering geen natuurverschijnsel is maar veranderbaar.
Daarbij is ook sprake van een herwaardering van nationaal beleid. Dat werd tijd. Nog niet zo heel lang geleden was het een wijdverbreid idee dat als gevolg van economische globalisering nationale grenzen steeds minder belangrijk zouden worden, en dat nationaal beleid er steeds minder toe zou doen. Maar wie dat gelooft moet eens door een paar statistieken met vergelijkingen tussen 0ES0-landen of EU-lidstaten bladeren: zie hoe groot de verschillen tussen landen nog steeds zijn. Tegen het idee dat nationale staten afgeschreven kunnen worden, heb ik me de afgelopen twintig jaar in discussies en bijeenkomsten over globalisering vaak verzet.12 Het idee dat er effectieve vormen van global governance ontstaan die nationale staten vervangen, is luchtfietserij gebleken – als we al moeten willen dat die er komen trouwens (ik denk het niet). Dat besef dringt steeds breder door. De bekende Noord-Amerikaanse econoom Larry Summers pleit nu voor ‘verantwoordelijk nationalisme’,13 en Lodewijk Asscher heeft het over ‘progressief patriottisme’.14
In ons land zet minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zich met enkele collega’s binnen de EU in voor een ‘reset’ van het handelsbeleid.15 En Marten van den Berg, directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft begin dit jaar ook een ambtelijke Studiegroep Duurzame en Inclusieve Globalisering geïnitieerd, waaraan strategen en directeuren van zeven departementen deelnemen, vertegenwoordigers van het CPB, het SCP, de SER en de WRR, alsmede de Nederlandse ambassadeur bij de OESO. Anders dan sommige andere landen hebben wij nooit een echt nationaal debat over globalisering gehad, of een strategie ontwikkeld voor hoe we willen omgaan met globalisering.16 Deze studiegroep wil kennis, inzichten en ideeën over globalisering en de impact daarvan op Nederland delen, en dat is in elk geval meer dan de afgelopen jaren is gebeurd. De eerste twee bijeenkomsten waren interessant en relevant.
NIEUWE REGELS
Dit alles is meer dan welkom, en laat zien dat we als samenleving leren van de ervaringen met globalisering. Het gaat (te) langzaam, maar toch. Maar we gaan het niet redden om meer draagvlak en legitimiteit voor globalisering te organiseren als we ons beperken tot meer nadruk op nationaal beleid en op de intentie om verliezers in de toekomst beter te compenseren, wat overigens helemaal niet zo makkelijk is.17 Harvard-econoom Dani Rodrik waarschuwt al jaren dat er sprake is van een politiek trilemma van globalisering: democratie, verregaande economische integratie (hyperglobalisering) en nationale soevereiniteit met keuzevrijheid gaan niet samen.18 We kunnen er maar twee tegelijk hebben, en moeten daarom kiezen waar we de nadruk op willen leggen (zie de ‘menukaart’ in figuur 1).
Beleidsmakers in Europa en elders hebben geprobeerd deze keuze te vermijden, maar daar betalen we nu een prijs voor.19 Vluchten kan niet meer: hoog tijd voor een goed debat over nieuwe spelregels voor globalisering. Uitgangspunt zou moeten zijn, aldus Rodrik, dat markten, nationaal en internationaal, zichzelf niet reguleren. Ze hebben andere instituties nodig – regels en wetten, toezichthouders, borging van publieke belangen – waarin ze zijn ingebed om te kunnen functioneren. Het democratisch bestuur en politieke gemeenschappen zijn nog steeds voor het overgrote deel binnen nationale staten georganiseerd, en dat zal op afzienbare termijn ook zo blijven. Vertrouwen op mondiale (of Europese) instituties en bestuur leidt ertoe dat we geen behoorlijke governance hebben. Dan is kiezen voor minder globalisering die werkt beter dan als een don quichot blijven streven naar hyperglobalisering. Wat in de theorieboeken van economen het beste zou zijn, werkt in de echte wereld vaak niet goed. En dan is het beter te streven naar de op een of twee na beste oplossing.

Figuur 1 Menukaart voor globalisering (Hueck en Went 2015)
ANDERE PRIORITEITEN
Essentieel is dat er niet maar één weg naar welvaart bestaat. Landen moeten hun eigen route kunnen kiezen en de daarbij best passende instituties ontwikkelen. Al veel te vaak is aan landen een one-sizefits-allprogramma voorgesteld of opgelegd dat is bedacht in een studeerkamer en dat niet past bij hun specifieke problemen, mogelijkheden en voorkeuren. Landen moeten het recht hebben en houden om hun eigen sociale verworvenheden, regels en instituties te bepalen en te verdedigen. En als bijvoorbeeld door handel aantoonbaar binnenlandse sociale of milieunormen bedreigd worden waarvoor onder de bevolking brede steun bestaat, dan moet een land het recht hebben daar barrières tegen op te werpen.
Al veel te vaak is aan landen een one-size-fitsallprogramma voorgesteld of opgelegd dat niet past bij hun specifieke problemen, mogelijkheden en voorkeuren
In een paper over de economie van het populisme pleit Rodrik niet alleen voor meer ruimte voor dit soort nationale keuzes, maar ook voor handelsverdragen die niet – zoals nu het geval is – vooral positief zijn voor het kapitaal.20 Als we meer steun van de bevolking willen voor globalisering, is het van belang dat nieuwe stappen en verdragen ten goede komen aan de factor arbeid, die nu overal in het defensief zit.21 Over dit soort nieuwe regels voor de mondiale economie hebben we het nog maar weinig. Té weinig. Dat zal de komende tijd moeten veranderen, want we moeten globalisering redden van haar cheerleaders.
Noten
- 1.Monique Kremer, Robert Went en André Knottnerus (red.), Voor de zekerheid. De toekomst van flexibel werkenden en de moderne organisatie van arbeid. Den Haag: wrr, 2017.
- 2.Hella Hueck en Robert Went, ‘Hoeveel globalisering verdraagt de mens? Economie van overmorgen – deel 4’, www.rtlnieuws.nl, 22 maart 2015. Zie www.rtlnieuws.nl/sites/default/files/redactie/public/economievanovermorgen4/index.html
- 3.Paul De Grauwe, ‘Om deze redenen vind ik dat vrijhandelsakkoorden in de ijskast moeten worden gestopt’, De Morgen, 24 oktober 2016.
- 4.Hella Hueck en Robert Went, ‘“Vrijhandelsverdragen TTIP en CETA ontberen legitimiteit”’, www.rtlz.nl, 18 oktober 2016. Zie www.rtlz.nl/opinie/vrijhandelsverdragen-ttip-en-ceta-ontberenlegitimiteit
- 5.Robert Went, ‘Globalisering is onbekend en omstreden’, Economisch Statistische Berichten, 10 juli 2007, pp. 10-14.
- 6.Zie bijvoorbeeld: Tom Hazeldine, ‘Revolt of the rustbelt’, New Left Review (2017), nr. 105 (mei-juni). Zie https://newleftreview.org/II/105/tom-hazeldine-revolt-of-the-rustbelt
- 7.Robert Went, The enigma of globalization. A journey to a new stage of capitalism. Londen: Routledge, 2002.
- 8.Richard Baldwin, The great convergence. Information technology and the new globalization. Cambridge, ma: Harvard University Press, 2016.
- 9.Hella Hueck en Robert Went, ‘Vijf mythes over handel en de toekomst van Nederland als handelsland’, Follow the money, 2016 (zie www.ftm.nl/artikelen/vijf-mythes-handel-en-toekomstnederland-als-handelsland); wrr, Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2013.
- 10.Jeffry Frieden, ‘Will global capitalism fall again?’ (Bruegel Essay and Lecture Series), 2008. Zie http://bruegel.org/wp-content/uploads/imported/publications/el_010606_capitalism.pdf
- 11.Europese Commissie, ‘Reflection paper on harnessing globalisation’, 10 mei 2017. Zie https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reflection-paper-globalisation_en.pdf
- 12.Robert Went, Grenzen aan de globalisering? Amsterdam: Het Spinhuis, 1996.
- 13.Lawrence Summers, ‘How to embrace nationalism responsibly’, The Washington Post, 10 juli 2016.
- 14.Lodewijk Asscher, ‘“Dit is wat ik wil met Nederland”’, Algemeen Dagblad, 27 oktober 2016.
- 15.Marten van den Berg, ‘Naar een maatschappelijk verantwoord handels- en investeringsregime’, Economisch Statistische Berichten, 28 november 2016.
- 16.Went 2007.
- 17.Zie Robert Went, ‘Naschrift. Globalisering heeft nieuwe regels nodig’, Economisch Statistische Berichten 102 (2017), nr. 4749, pp. 238-239.
- 18.Dani Rodrik, Deglobaliseringsparadox. Waarom mondiale vrijhandel, de natiestaat en democratie niet samengaan. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2015.
- 19.Dani Rodrik, ‘Why governments can’t have it all. Must democracy, sovereignty and economic integration remain incompatible today?’, Financial Times, 28 juli 2017.
- 20.Dani Rodrik, ‘Populism and the economics of globalization’, 2017. Zie https://drodrik.scholar.harvard.edu/files/dani-rodrik/files/populism_and_the_economics_of_globalization.pdf
- 21.Zie bijvoorbeeld Adrian Smith en Liam Campling, ‘Anchoring labour rights more effectively in EU trade agreements’, Social Europe, 13 juli 2017. Zie https://www.socialeurope.eu/anchoring-labour-rights-effectively-eu-tradeagreements
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.