Hoe staat het met de onomstotelijke waarheid van de rationele mens?
Samenvatting
Na de economische cisis zijn economen die uitgaan van de rationele mens gericht op eigenbelang, het mikpunt van kritiek geworden. Heeft reflectie onder economen geleid tot een andere toon of een andere benadering van vraagstukken? Vooralsnog lijkt het erop dat het werkterrein waarbinnen de economische modelmens werkzaam is, alleen maar groter is geworden.
DE FINANCIëLE CRISIS IS SOMMIGE MENSEN HEEL GOED UITGEKOMEN. Kritische publicisten en schrijvers kregen eindelijk de aandacht voor de in hun ogen verrotte economische wetenschap. Mikpunt zijn economen die uitgaan van de rationele mens gericht op eigenbelang, en geen aandacht hebben voor de sociale omgeving of het milieu – en bovendien een grote crisis niet zien aankomen. De superieure uitstraling van economen en hun onomstotelijke waarheid van de rationele mens staan ogenschijnlijk haaks op de politieke realiteit van vandaag.
In dit essay wil ik nagaan wat van deze kritiek blijft hangen bij het lezen van recente economische stukken. Met name ben ik benieuwd of de reflectie onder economen heeft geleid tot een andere toon of een andere benadering van vraagstukken. Ik begin met een rapport over vrijhandel, en kijk daarna ruimer om mij heen. In de conclusie kom ik terug op de hoofdvraag, toegespitst op het onderwerp vrijhandel.
Voor de vorm van het essay kies ik de dagen van de week. Hun heidense oorsprong is verloren en we dienen de goden Donar en Freia niet meer.
Dinsdag en vrijdag zijn enkel nog nuttige referentiepunten en markeren de indeling van de week. Op diezelfde manier kunnen we ook kijken naar economische concepten en hoe zij fungeren als referentiepunt voor overheidsbeleid.
Maandag. Het begin van de werkweek. Ik zet me aan het doorwrochte advies van Ecorys aan de Europese Commissie over de maatschappelijke impact van TTIP, het voorgestelde handelsakkoord tussen de EU en de Verenigde Staten.1 Het eindrapport is 495 pagina’s lang en beschrijft de meest waarschijnlijke invloed van TTIP op de economie, het milieu en de samenleving. En dan niet alleen in de VS en de EU, maar ook in Turkije en in ontwikkelingslanden. En dat met de economische standaardmethode van meten en schatten, waar mogelijk uitgedrukt in percentages economische groei. Hieruit blijkt wel dat de schrijvers zich zeer bewust zijn van hun verantwoordelijkheid. Wij mogen niet verwachten dat zij gaan schrijven over de politieke dimensie: dat weerzin tegen TTIP gegrond is in andere motieven, van het gebrek aan vertrouwen in het rechtssysteem in de Verenigde Staten tot angst voor globalisering en vrijhandel in het algemeen. In deze dimensie kan de econoom met zijn vakkennis immers weinig uitrichten. Het zijn problemen die niet door een expert opgelost kunnen worden; ze zijn ‘divergent’ in de zin zoals beschreven door Schumacher.2 Ze liggen buiten het bereik van de expert en zijn niet in een vast tijdsbestek op te lossen, want ze zijn moreel van aard. In het Ecorysrapport komt het woord ‘moral’ dan ook maar een paar keer voor, en alleen in de context van kinderarbeid.
Dinsdag. De weekdag van Prinsjesdag en de Macro Economische Verkenning van het CPB. Ik lees eerst ter inspiratie de Miljoenennota van vorig jaar, en het valt me op dat de verantwoordelijke mens niet meedoet aan de begroting voor 2017. ‘Verantwoordelijk’ komt wel zeven keer voor in de Miljoenennota, maar alleen in de context van instituties (de ECB, lidstaten, het ministerie). Betekenisvol, want dit is een kernbegrip van het goed kunnen samenleven: het nemen van verantwoordelijkheid voor onszelf en voor anderen. Zo zien de burgers dat ook: gedurende de hele periode 2008-2017 werd ‘samenleven’ door de Nederlander als het meest politiek relevant gezien,3 méér dan economie en inkomen. Het woord ‘samenleven’ (of de combinatie ‘samen leven’) kan ik in de Miljoenennota überhaupt niet terugvinden.
Het woord ‘samenleven’ kan ik in de Miljoenennota überhaupt niet terugvinden
Woensdag. Qua bescheidenheid doet het CPB het in de Macro Economische Verkenning 2017 vrij goed als het gaat om onzekerheden rond de brexit en rond het ramen van werkloosheid: die krijgen een apart kader.4 Er zijn uitschieters naar beneden in zinnen als deze: ‘De groei van de bedrijfsinvesteringen vlakt volgend jaar af.’ Dit is precies het soort zin die profetische gaven suggereert, ook al weten de auteurs heel goed dat dit een modelvoorspelling is. Ik zou hierin toch meer voorzichtigheid verwachten.
Donderdag. Genoemd naar Donar, de Germaanse Jupiter. Zoals het Franse presidentschap van Macron een Jupiter-achtige invulling krijgt, volgens hemzelf. Het is politiek-economisch interessant om te kijken welke taal Macron gebruikt om zijn arbeidsmarkthervormingen te motiveren. Is het louter economische taal, of heeft hij ook een dragend verhaal waar een mensbeeld in doorschemert? Ja, dat heeft hij: Macron spreekt over luiheid van de Franse bevolking en over haar weerzin tegen hervormingen, en wil dat ze ‘zich transformeert om haar eigen bestemming te vinden, nieuwe Europese projecten begint, het universalisme verder brengt, alles wat de Franse droom inhoudt’.5 Gezwollen taalgebruik, maar toch ook typisch Frans. Je kunt erbij huiveren, maar in elk geval is het een duidelijke keuze voor een perspectief voorbij consumeren, efficiëntie, productie en markten.
Vrijdag. Een dag om wat vrijer te denken. Ik bekijk de nieuwe, heterodoxe manier om tegen economie aan te kijken van onder anderen Samuel Bowles en Wendy Carlin.6 In hun CORE-curriculum willen zij met een realistischer blik naar de economie kijken: ‘Teaching economics as if the last 30 years had happened.’ Het boek wordt al gebruikt op het University College London (UCL), Sciences Po en de Toulouse School of Economics (TSE). Het CORE-boek heeft als eerste onderscheidend element ‘economic actors as both self-interested and ethical’. Dat laatste woord doet me opveren van mijn stoel: driehonderd jaar na de moraalfilosoof Adam Smith is er weer aandacht voor ethische overwegingen van de burger.
In CORE komt de moraal op een paar plaatsen terug: bij outsourcing (je kunt verantwoordelijkheid niet outsourcen), het klimaatprobleem (het optimale beleid hangt af van de preferenties van de burgers) en ongelijkheid (is het goed of slecht voor de economie?). Het is duidelijk dat beleidsoverwegingen een expliciete plaats hebben gekregen in deze methode. En daarmee is de bescheidenheid hier niet erg groot, want de suggestie ontstaat nu dat met dit boek de problemen van de wereld op de juiste manier kunnen worden geanalyseerd. Een échte morele discussie – Wat is een goed leven? Moet ik asielzoekers verwelkomen? – kon ik er overigens niet in ontdekken. Dat is dan wel geen economie, maar zou wel recht doen aan de claim dat burgers een geweten hebben.
Het taalgebruik van de economen in het CORE-curriculum is ook redelijk hetzelfde gebleven; alleen de onderwerpen zijn veranderd. Wat eerst marktwerking was is nu ongelijkheid, en wat eerst vrijhandel was is nu duurzame groei. Het is alsof de strijd zich verplaatst heeft, maar de wapens zijn niet veranderd.
Zaterdag. Een dag om, à la Bertrand Russells In praise of idleness, lekker niets te doen – net als vrouwen op de dagen dat ze niet betaald werken, aldus het CPB in zijn doorrekening van het CDA-verkiezingsprogramma.7 Zij doen niets, zijn ‘werkloos’, en dat werkt weer negatief door op de economische groei. Wat ik hier mis is ten minste een gezonde visie op wat het leven de moeite waard maakt: relaties. Relaties tussen mensen zijn niet slechts een middel tot welvaart, maar zijn een doel van menselijke activiteit. Liefde, aandacht en zorg voor elkaar zijn normale aspecten van menselijk samenleven, die we ook als zodanig mogen benoemen. Ter inspiratie zou men Luigino Bruni eens kunnen lezen, als hij het heeft over relationele goederen.8 Het is misschien een brug te ver voor het CPB, maar ten minste de notie dat een overdreven hoeveelheid werktijd niet bevorderlijk is voor het gezinsleven, had niet misstaan.
Zondag. Tijd voor reflectie en bezinning. Internationale handel is goed voor welvaart, milieu en de samenleving, zo concludeert Ecorys. Maar het lezen van de stukken van het CPB toont ons hoe we die uitkomst moeten interpreteren: het zijn sommen op basis van de best beschikbare informatie. De nieuwe economiemethode CORE maakt dezelfde sommen, maar breidt haar werkgebied uit naar ongelijkheid en milieu. Daarmee blijft de economische wetenschap in haar analyse van de markt en internationale handel een ahistorische en algemene benadering. Voorwaarden voor het functioneren ervan zijn bestaande menselijke relaties en mensen met een ontwikkeld geweten – voorwaarden die de markt en de handel niet zelf kunnen scheppen.
Noten
- 1.Ecorys, SIA in support of the negotiations on a Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Final report. Brussel: Europese Commissie, 2017.
- 2.E.F. Schumacher, A guide for the perplexed. Londen: Random House, 1995.
- 3.Met uitzondering van 2015-2016, toen het immigratie was; zie Josje den Ridder, Iris Andriessen en Paul Dekker, Burgerperspectieven 2017/2. Den Haag: SCP, 2017.
- 4.CPB, Macro Economische Verkenning 2017. Den Haag: CPB, 2016.
- 5.Zie: ‘«Les Français détestent les réfor mes», lance Macron depuis Bucarest’, Le Parisien, 24 augustus 2017.
- 6.The CORE team, The economy. Economics for a changing world. Oxford: Oxford University Press, 2017.
- 7.CPB, Keuzes in Kaart 2018-2021. Een analyse van elf verkiezingsprogramma’s. Den Haag: CPB, 2017.
- 8.Luigino Bruni en Luca Stanca, ‘Watching alone. Relational goods, television and happiness’, Journal of Economic Behavior & Organization 65 (2008), nr. 3-4, pp. 506-528.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.