Het CDA: Van kampioen houdbaarheid naar financiële brekebeen [2]
Samenvatting
De cijfers liegen er niet om: in de doorrekening van het CPB maakt het CDA zijn naam als houdbaarheidskampioen niet waar. De partij bevindt zich in het gezelschap van de SP, de VNL en de Vrijzinnige Partij als het gaat om het houdbaarheidstekort, dat oploopt tot 0,4 procent van het bbp. Qua EMU-saldo behoort het CDA evenmin tot de koplopers; dit wordt vooral veroorzaakt door investeringen in veiligheid, zoals de grote uitgave van 2,1 miljard aan defensie en versterking van de economie.
* * *
Bij deze resultaten mag je je afvragen of het CDA nog wel zijn verantwoordelijkheid juist heeft gezien als het gaat om de overheidsfinanciën. Het CDA-verkiezingsprogramma en de onderliggende financiële cijfers moeten echter vooral gezien worden als een eerste stap op weg naar een investeringsagenda, na jaren van lastenverzwaringen voor bedrijven en gezinnen door het kabinet-Rutte II. Op weg daarnaartoe zijn houdbaarheidscijfers relatief, en zij moeten dan ook niet monomaan de politieke agenda bepalen. De wereld verandert, en dus moeten we anders gaan kijken naar de rol van de overheid op de macroeconomie.
Toen in de jaren zeventig bleek dat de verzorgingsstaat onhoudbaar was geworden, nam het CDA zijn verantwoordelijkheid door deze te hervormen. Hierdoor werd de structuur van de economie versterkt, en de sociale zekerheid werd actiever. Een groot deel van de populariteit van Lubbers, en later Balkenende, komt door hun hervormingsagenda. Die agenda werd door kiezers gewaardeerd omdat iedereen wel inzag dat er verandering nodig was, ook al leidde dat tot soms pijnlijke ingrepen. In een trappenhuis van de VU kon men tot voor kort nog net de overgeverfde leus ‘Deetman rot op’ lezen, maar Nederland zou failliet zijn als we nu nog dezelfde mate van studiefinanciering hadden als begin jaren tachtig. Het kabinet-Rutte II heeft de lasten voor burgers en gezinnen verzwaard, met name om de 3 procentstekortnorm van het Europese Stabiliteits- en Groeipact te halen. Dit is voelbaar geweest voor gezinnen en bedrijven in de zeven magere jaren van 2009 tot 2016.
Dit beleid heeft ertoe geleid dat Nederland onnodig lang in de crisis is blijven steken, terwijl bijvoorbeeld Duitsland al veel eerder kon profiteren van de aantrekkende wereldeconomie. Het CDA telt zijn knopen en corrigeert waar te hard is ingegrepen. De agenda wordt nu bepaald door waar de structuur van de economie versterkt kan worden. Het gaat om een combinatie van enerzijds lastenverlichting en anderzijds de zorg dat de volgende recessie (want die komt er) minder pijnlijk is voor gezinnen, bedrijven en de overheidsfinanciën. Dit is ook de portee van het CDA-verkiezingsprogramma op financieel-economisch terrein.
Het CPB biedt in zijn analyse van de verkiezingsprogramma’s een handvat voor gezonde overheidsfinanciën, de zogenoemde houdbaarheidsanalyse. Daarbij worden toekomstige inkomsten en uitgaven van de overheid ingeschat en teruggerekend naar nu. Het CPB laat zien dat, door vergrijzing, de uitgaven aan Aow en gezondheidszorg gaan stijgen, wat bij ongewijzigd beleid tot tekorten zal leiden. Als je er nu zeker van wilt zijn dat deze zaken in de toekomst ook nog te betalen zijn, moet je streven naar een houdbaarheidstekort van nul. In dit kader is het CDA inderdaad niet het beste jongetje van de klas. Dit in tegenstelling tot de VVD die, naast een halfslachtige investering in defensie, kort op bijstandsgerechtigden, de lasten voor het bedrijfsleven verzwaart en onrealistisch bezuinigt op internationale samenwerking.
Toch is het hebben van een solide overheidsbegroting wel degelijk een speerpunt van het CDA, want met toenemende economische onzekerheid is het belangrijker dan ooit om te streven naar een overschot op de begroting, zodat klappen kunnen worden opgevangen. Een belangrijke les van de crisis is dat, om geen tekort van meer dan 3 procent te krijgen, er in goede tijden een overschot moet zijn. Maar: er is ook een nieuwe macro-economische realiteit, die gekenmerkt wordt door een monetaire beleidsrente van bijna nul procent en lage economische groei. Zowel terugkijkend naar de crisis als vooruitkijkend naar de toekomst is de automatische reactie (zoals die van de VVD) van bezuinigen en verdere lastenverzwaring geen goed idee. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw was dit een beproefd recept en noodzakelijk, maar in 2003 en 2010 hebben ingrepen in respectievelijk de premieregels voor pensioenfondsen en de huizenmarkt de recessie aantoonbaar verergerd.
* * *
Met dit in het achterhoofd is bezuinigen en lasten verzwaren niet het beste motto voor de middellange termijn. De uitdaging voor het nieuwe kabinet is hoe er geïnvesteerd kan worden in het duurzame groeivermogen van de economie. Een soms verwaarloosd onderdeel hiervan is een veilige omgeving voor economische bedrijvigheid: die vraagt om onderhoud. Denk aan de brandbrieven van de burgemeesters in Noord-Brabant over de toenemende vermenging van de onder- en de bovenwereld, of aan de dreiging van cybercriminaliteit en de noodzaak om ons te kunnen verdedigen tegen cyberaanvallen op cruciale infrastructuur. Zo’n veilige omgeving om te kunnen werken en leven is misschien wel het waardevolste ‘basisinkomen’ dat de staat aan de Nederlander kan verschaffen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.