‘We hebben nuchtere bestuurders nodig met een solidair hart’
Samenvatting
Typische CDA-bestuursstijlen kun je het best ontdekken op de plaats waar waardigheid van mensen in de verdrukking dreigt te komen. De decentralisaties in het sociale domein (het overhevelen van taken en verantwoordelijkheden in welzijn, jeugd- en thuiszorg door het rijk naar de gemeenten) kunnen de lakmoesproef betekenen van christendemocratisch bestuur. Wat vanaf 2015 verplicht beleid werd voor heel Nederland, had CDA-wethou- der Karsten Klein in Den Haag al vanaf 2010 in de steigers gezet.
‘We zagen in het welzijnswerk dat veel buurthuizen van de gemeente zich vooral moesten bezighouden met prestatie-indicatoren om de besteding van hun subsidiegeld te verantwoorden. Op een bepaald moment nam dit bijna “Sovjet-planeconomische” vormen aan. De mensen voor wie de buurthuizen bedoeld waren, herkenden zich steeds minder in de aanpak en de bejegening vanuit het bestuur en bleven hierdoor vaker weg. Tegelijkertijd floreerden de buurthuizen die geexploiteerd werden door bijvoorbeeld wijk- of sportverenigingen of kerken. Wij besloten de gemeentelijke buurthuizen te sluiten, om de vrijgekomen middelen aan te bieden aan mensen met goede plannen voor buurtinitiatieven. Dat werden de zogenoemde Buurthuizen van de Toekomst. Mensen mochten zelf naar eigen inzicht buurthuizen opzetten en besturen. Dat hoefde niet altijd in een eigen gebouw te zijn; sommige initiatieven vonden plaats in een sportvereniging. De gemeente gaf de mensen en de samenleving hun verantwoordelijkheden weer terug, wel voorzien van de nodige middelen. Dat is subsidiariteit: zo dicht mogelijk bij de mensen om wie het gaat de uitvoering van taken en verantwoordelijkheden leggen. Dan moet je wel oog hebben voor wat fout kan gaan: kan iedere groep zo’n initiatief ook wel aan, is er niet extra hulp nodig? Daar zetten we ons voor in en dat noemen we in CDA-termen gespreide verantwoordelijkheid in balans met solidariteit.’

KARSTEN KLEIN (1977)
***
‘In het kader van die overheveling, die snel tot stand kwam, moesten we elkaar soms ook letterlijk aan de wet helpen houden’, vertelt de Haagse wethouder. ‘De gemeente Den Haag moest bijvoorbeeld opkomen voor het zorgrecht van haar groep kwetsbare senioren. Op zich is het goed dat wonen en zorg van elkaar gescheiden worden, zodat iemand die dat wil, langer thuis kan blijven. Maar deze veranderingen gingen wel gepaard met grote kortingen van het rijk, terwijl de aanpassingen in weten regelgeving en de organisatie van goede vervangende zorg aan huis nog niet geregeld waren. Ervan uitgaan dat een extra beroep op onderlinge mantelzorg dit voorlopig zou kunnen oplossen vonden wij als college een vorm van politiek wensdenken. Je moet je daar in de wijken goed op voorbereiden, zodat mensen niet tussen de wal en het schip terechtkomen. Dat betekent dat je eerlijk tegen jezelf en anderen bent. Met bestuurlijke common sense en een solidair hart gingen wij als college aan het werk. De gemeente nam de bezuinigingskosten voor haar eigen rekening en verlaagde het tempo van de veranderingen. Ik heb staatssecretaris Van Rijn moeten wijzen op de rechten van de senioren. Dat kun je een vorm van publieke gerechtigheid noemen: geef ieder wat hem of haar toekomt. In tegenstelling tot sommige andere gemeenten heeft Den Haag zich dan ook niet hoeven verantwoorden bij de rechter over het niet verlenen van de wettelijk te garanderen zorg. Uiteindelijk hebben we de brede overheveling van taken en verantwoordelijkheden goed kunnen uitvoeren. En het scheelde nogal wat dat wij op deze nieuwe ontwikkeling vooruitgelopen waren.’
***
‘Een belangrijke bestuurlijke winst is ook dat wij nu in de gemeenteraad direct over zorg en welzijn verantwoording kunnen afleggen aan onze inwoners. Dat is ook goed voor de samenwerking met verzekeraars. Daar kan de raad nu direct op sturen; een plus voor de lokale democratie. Debatten hierover doen ertoe, omdat de verantwoordelijkheden meer bij de raadsleden liggen.’
‘Les van deze overheveling is ook dat je elkaar vooral ruimte geeft in het hóé van taakveranderingen. Neem bijvoorbeeld de zorgvouchers, tegoedbonnen waarmee iemand voor zichzelf de benodigde zorg of ondersteuning kan inkopen. Het nationaal ontwikkelde format werkte niet goed; de vouchers waren te ingewikkeld in het gebruik. Daarom hebben we zonder het bestaande budget te overschrijden een eigen inkoop- en distributiewijze van zorg ontwikkeld die voor de mensen wél makkelijk toegankelijk was.’
‘Voor nieuwe overhevelingstaken van het rijk naar andere overheden of burgers toe – ik denk aan delen van de Omgevingswet per 2019 – kan het raadzaam zijn dat de betrokkenen eenzelfde verandertempo nastreven. Zo merkten we dat bij de veranderingen in de zorg een uitvoeringsinstantie als het CAK (dat onder andere eigen bijdragen int en zorgaanbieders betaalt) ondanks goede bedoelingen wat achterblijft in de taakverandering. Hierdoor kwam de dienstverlening in de hele zorgketen onder druk te staan. Gespreide verantwoordelijkheid werkt het best als iedere partner meegaat in het veranderingsproces. Wanneer dit niet helemaal lukt, ga je elkaar zo nodig helpen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.