MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2017 / nummer 2
PDF  

Als niets vanzelfsprekend is, moeten we kleur bekennen

Rien Fraanje
12 juni 2020

Samenvatting

Als het er werkelijk op aankomt zijn er mensen die collaboreren, mensen die voor hun eigen belang gaan en mensen die voor hun overtuiging en principes blijven staan. Het is een haarscherpe observatie van de 8-jarige Philip, die in Het complot tegen Amerika zijn veilige en vertrouwde leven langzaam maar zeker uit elkaar ziet vallen nadat de vliegpionier en antisemiet Charles Lindbergh in 1940 de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft gewonnen. De veranderingen gaan stapje voor stapje, waardoor je steeds twijfelt: Is het de moeite waard je over dit kleine stapje druk te maken? De jongen stelt met gemengde gevoelens vast dat zijn vader de situatie als zeer ernstig beoordeelt en duidelijk tot de categorie mensen behoort die voor hun principes blijven staan. Dat dit moed en opoffering vraagt, wordt pijnlijk duidelijk. De eerste confrontatie met de nieuwe politieke en daaruit volgende maatschappelijke realiteit volgt tijdens een vakantie-uitstapje naar Washington, als het gezin ondanks een maanden geleden al bevestigde hotelreservering de deur wordt gewezen. Volgens de receptionist is sprake van een dubbele reservering, maar Philips vader weet zeker dat de verkiezing van Lindbergh tot president dit staaltje van onderhuids antisemitisme naar boven heeft doen kruipen.

Vervolgens krijgt de zus van Philips moeder een relatie met een rabbijn die zich opwerpt als de joodse verdediger van Lindbergh. Als dank voor hun steun mogen zij toetreden tot de inner circle van de president en zijn vrouw; dit tot groot onbegrip van de ouders van Philip. Wanneer de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Von Ribbentrop de VS bezoekt, worden de rabbijn en zijn vrouw uitgenodigd voor het officiële diner op het Witte Huis. Volgens vader heeft zijn schoonzus nu definitief haar verstand verloren. Hij moet zijn vaderlijke gezag laten gelden door zijn zoon Sandy, zeer tegen diens zin, geen toestemming te geven om zijn tante naar het diner met Von Ribbentrop te vergezellen.

Een volgende stap is als vader door zijn werkgever – samen met andere joodse gezinnen – wordt overgeplaatst naar een vestiging in de Amerikaanse binnenlanden. Hier blijkt zijn schoonzus de hand in te hebben gehad. Zij werkt inmiddels voor het zogenoemde Amerikaans Integratie Bureau, dat tot doel heeft om joden beter in de Amerikaanse samenleving te integreren. Zij vindt het leven van het gezin van haar zus in de joodse enclave van Newark maar bekrompen. Ze is ervan overtuigd dat joden zich niet moeten terugtrekken in hun eigen veilige gemeenschap, maar moeten integreren in het volle Amerikaanse leven. Philips vader weigert de overplaatsing, neemt ontslag en gaat nachtdiensten draaien in het bedrijf van zijn tirannieke broer.

De stapsgewijze inperking van de vrijheden voor joden in het Amerika van Lindbergh en de spanning die dat geeft in het gezin, ziet de jonge Philip met toenemende verontrusting aan: ‘Waar is dat ordelijke bestaan dat eens zo zinvol was, waar is die grootse, prachtige onderneming van ons viertjes als ons viertjes?’ (p. 368).

***

In 2005 las ik dit verhaal als een even briljant als beklemmend gedachte-experiment van Philip Roth, één van de grootste nog levende Amerikaanse schrijvers. Anno 2017 is het hypothetische er wel vanaf; de actualiteit spat al in het eerste deel van de pagina’s af. Als Lindbergh in zijn verkiezingscampagne Hitler een groot man noemt, zie je de parallel met de huidige Amerikaanse president, die Poetin een sterk leider vindt. En als hij insinueert dat joden een gevaar vormen voor de Amerikaanse eenheid en identiteit, hoor je Amerika’s 45e president hetzelfde zeggen over moslims. En wanneer Roth het America First Committee opvoert, hoor je de echo van Trumps recente inaugurele rede.

Geschiedkundigen waarschuwen vandaag de dag voortdurend dat we historische situaties niet mogen vergelijken met de actualiteit. Maar Roth wil laten zien dat wij juist niet willen zien dat een situatie dreigend is. We willen geloven dat het allemaal wel meevalt, dat het antisemitisme van toen niet hetzelfde is als de islamofobie van nu. Want als we de ernst van een situatie aanvaarden, dan moeten we in actie komen, en (principiële) keuzes maken die pijn doen en vergaande consequenties kunnen hebben. En dat is precies waartoe we vaak niet bereid zijn. De vader van Philip is dat wel.

Boek: Het complot tegen Amerika

Philip komt tot ‘de ontdekking dat je niets goed kon doen zonder ook iets fout te doen, zo fout zelfs dat je, vooral in situaties waarin chaos heerste en alles op het spel stond, misschien maar beter kon afwachten en niets doen’ (p. 369). Dat is waarschijnlijk de grootste overeenkomst tussen het fictieve verhaal van Roth en de huidige politiek-maatschappelijke situatie: de vanzelfsprekendheden zijn weggevallen. Dat betekent dat we niet meer op routine kunnen leven. De politieke situatie in Polen, Hongarije, Turkije en de VS vraagt van mensen dat zij kleur bekennen, elke dag weer. Dat kan soms zo’n pijn doen dat het zal lijken dat ze er toch verkeerd aan doen. Laat hen Het complot tegen Amerika lezen en ze weten wel beter.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 1, lente 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl