Als wethouders zouden regeren …
Samenvatting
‘De nieuwe generatie bestuurders kijkt anders naar de rol van de gemeente. En de nieuwe rol van de gemeente vraagt om een andere stijl van besturen.’
Harry van der Molen is sinds 2014 wethouder in Leeuwarden. ‘Door de jaren heen heeft zich onder het oppervlak een nieuwe bestuursstijl gevormd, die meer maatschappelijk georiënteerd is. Die bestuursstijl is door de drie decentralisaties van een klein vlammetje opgelaaid tot een groot en zich snel verspreidend vuur.’
‘De verandering van de decentralisaties was wel wennen. Voor gemeenten als nieuwe uitvoerder en voor het Rijk om dat los te laten. Maar het effect is positief. Gemeenten zijn volledig probleemeigenaar geworden, waardoor voor hen nu zichtbaar is hoe zaken met elkaar samenhangen. Bij jeugdzorg was de gemeente vroeger verantwoordelijk voor de preventiekant, maar zodra er problemen ontstonden nam de provincie of het Rijk de verantwoordelijkheid over. Nu blijf je als gemeente zelf probleemeigenaar. Dat leidt tot verantwoordelijker en beter beleid.’
***
‘Een nieuwe bestuursstijl en nieuwe verantwoordelijkheden hebben ervoor gezorgd dat gemeentebesturen meer horizontaal zijn gaan werken. Die bestuursstijl behelst het besef dat je maatschappelijke effecten als overheid niet alleen kunt realiseren. Als gemeentebestuur probeer je maatschappelijk zaken op gang te brengen, via netwerken van formele en informele partijen. Alles wat met mensen te maken heeft, moet je dicht bij mensen organiseren, en hoe kleiner de schaal, hoe efficiënter. Ik zie lokale initiatieven ontstaan vanuit gemeentelijke regelingen die landelijk nooit waren ontstaan. Initiatiefnemers moeten een ambtenaar kunnen bellen die dezelfde dag nog langskomt. Dat kan bij ons in Leeuwarden. Als je ziet hoe effectief dat is, dan besef je dat er naast de decentralisaties meer dossiers thuishoren bij de gemeente.’

Harry van der Molen (1980)
‘Wat opvalt in de nieuwe bestuurspraktijk, is de veranderende rolverdeling tussen college en gemeenteraad. Als wethouder ben ik goed op de hoogte van alle burgerinitiatieven omdat ik me er dagelijks mee bezighoud, maar voor veel raadsleden geldt dat niet. Bovendien hanteren burgerinitiatieven geen SMART geformuleerde doelstellingen waarover ik de raad een effectrapportage kan sturen. Raadsleden worstelen dan ook met hun rol: hoe controleer en beoordeel je een college dat bewonersinitiatieven ondersteunt? In zekere zin staat de raad buitenspel. Dat biedt nieuwe uitdagingen en ik ga daarover het gesprek met de raadsleden aan.’
‘Wat verder opvalt in de praktijk, is dat niet elke politieke stroming de basis van vertrouwen in burgers heeft waar de nieuwe manier van besturen om vraagt. Christendemocraten zouden het meest genegen moeten zijn om aspecten van het politieke werk uit handen te durven geven. Mijn ervaring is dat zij dat ook zijn.’
‘Een project van Friese trots is Kening fan ’e Greide (koning van de weilanden): een initiatief van onderop, ontstaan vanuit de bezorgdheid over de afnemende biodiversiteit op het Friese platteland. De bedreiging van de grutto was in 2012 de directe aanleiding voor buurtgenoten om de koppen bij elkaar te steken. Dat groeide uit tot een netwerk van natuurliefhebbers, boeren, wetenschappers maar ook scholen, groenbedrijven en lokale overheden. Inmiddels is het project gelinkt aan Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa en zijn de global goals van de Verenigde Naties leidend. De gemeente Leeuwarden is een van de partners in het project en hoezeer we ook neigen naar toe-eigening, ons past een dienende en faciliterende rol.’
***
‘De houding van een lokale bestuurder kan nog zo dienend zijn, maar als de houding van de Rijksoverheid niet verandert, dan remt dat enorm. De nieuwe generatie bestuurders kijkt dan ook kritischer naar de landelijke overheid. Ten eerste is het problematisch dat de Rijksoverheid nog altijd het informatiemonopolie heeft. Cijfers die nodig zijn als basiskennis voor gemeentelijk beleid staan onvoldoende tot onze beschikking.’
‘Ten tweede staat landelijke wetgeving nog steeds het lokale potentieel in de weg. Leeuwarden kent pareltjes van burgerinitiatieven die sneuvelen door de wirwar van kleine landelijke regels. Een groep burgers in een klein dorp in onze gemeente wilde enkele sociale woningen kopen van de woningbouwcorporatie, omdat die anders gesloopt zouden worden, met als gevolg dat de bewoners, mensen met een kleine portemonnee, het dorp moesten verlaten. Dat was voor het eerst in Nederland. Als gemeente hebben wij die burgers geholpen en uiteindelijk is het koopcontract getekend, maar het is niet te geloven welke provinciale en landelijke hordes wij daarvoor hebben moeten nemen. Uiteindelijk was er expliciete toestemming vanuit de discretionaire bevoegdheid van de minister voor nodig.’
‘Mijn advies aan de landelijke overheid: pas het gedachtegoed van de decentralisaties toe op zo veel mogelijk terreinen. Overal grip op houden lijkt voor de landelijke overheid nog steeds dé manier van werken, maar daarmee verstik je het vuur van de maatschappelijke ontwikkeling. Wees niet bang dat iemand zijn vingers brandt en heb vertrouwen in de lokale basis. Elke gewenste maatschappelijke verandering – van solidariteit met je buren tot verduurzaming – begint aan die basis.’
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.