Beeldvorming en propaganda: hoe IS inspeelt op onze angst
Samenvatting
‘De strijd tegen extremisme is “de strijd van onze generatie”. Recente oorlogen, armoede of andere tegenslagen mogen geen argumenten zijn voor radicalisering. De ideologie op zich is het probleem.’ Het zijn woorden die de Engelse premier David Cameron uitsprak tijdens een toespraak in Birmingham op 27 juli 2015.1 De snelle opmars van IS(IS) in 2011 was een verrassing voor velen. Sinds 1979 – het jaar waarin de kiem werd gelegd voor de ‘vierde religieuze golf van terrorisme’2 – werd ‘terrorisme’ enkele decennia geassocieerd met één groep (Al Qaida) en één gezicht (Osama bin Laden). De laatste jaren heeft terrorisme echter een nieuw gezicht gekregen in de terreurgroep Islamitische Staat (IS) en de persoon van Abu Bakr al-Baghdadi.
Michael Weiss en Hassan Hassan
ISIS. Inside the army of terror
Simon & Schuster | 2015 | 288 pp. | $ 22,95 | ISBN 9781941393574
Patrick Cockburn
The Rise of Islamic State: ISIS and the New Sunni Revolution
Verso Books | 2015 | 192 pp. | £ 9,99 | ISBN 9781784780401
Judit Neurink
De oorlog van ISIS
Conserve | 2015 | 176 pp. | € 14,99 | ISBN 9789054293781
Terrorisme bestaat bij de gratie van de angst van het publiek. Die angst bestaat bij de gratie van de perceptie. Terrorisme onderscheidt zich immers van andere vormen van crimineel gewelddadig gedrag doordat terroristen een boodschap willen overbrengen, waarbij angst wordt ingezet als middel. In hoeverre het een organisatie als IS ook daadwerkelijk lukt om terreur uit te oefenen is dus afhankelijk van of het publiek zich angstig voelt, oftewel onder de indruk is van de boodschap. Die angst wordt grotendeels bepaald door het beeld dat het publiek heeft van IS.
Cameron zei in zijn toespraak dat de ideologie het probleem is. Met die ideologie doelt hij op het jihadistisch gedachtegoed dat het gebruik van geweld tegen ongelovigen (kuffars) legitimeert. Ondertussen hebben meerdere onderzoeken aangetoond dat veel buitenlandse strijders die zich bij IS voegen geen Arabisch spreken en vaak ook weinig kennis hebben van de islam als religie, en dus moeilijk ideologisch gemotiveerd genoemd kunnen worden.3 Het probleem is dus niet zozeer de ideologie. Het probleem is onze perceptie van IS, die vooral is gebaseerd op een gebrek aan kennis.
***
IS riep op 29 juni 2014 een kalifaat uit onder leiding van de eerder genoemde Abu Bakr al-Baghdadi. Sindsdien heeft de groep zich in Syrië en Irak ontwikkeld tot een quasistatelijke actor die grote delen van oostelijk Syrië en noordwestelijk Irak beheerst. Daarmee heeft zij een groot deel van de olie- en gasproductie ter plekke onder controle. De grenzen van het kalifaat verschuiven elke dag en zowel de aantallen IS-strijders als de grootte van het veroverde gebied zijn onderwerp van discussie. De snelle opkomst van IS werd veroorzaakt door een veelheid aan politieke, sociale en culturele factoren.
Over de exacte ontstaansgeschiedenis van IS bestaat onenigheid.4 Waar de meeste onderzoekers en experts het wel over eens zijn is dat het ontstaan van IS samenhangt met de door de Verenigde Staten geleide invasie in Irak om Saddam Hoessein te verdrijven in 2003. De opstand die volgde bood de groepering – toen nog bekend onder de naam ‘Al Qaida in Irak’ (AQI) – onder leiding van Abu Musab al-Zarqawi de ruimte een guerrillaoorlog te voeren tegen de Amerikaanse troepen en hun bondgenoten in Irak. Toenmalig Al Qaidaleider Osama bin Laden vond dat AQI’S extreme sektarische geweld ten opzichte van sjiieten de publieke steun voor Al Qaida in de regio ondermijnde. In juli 2005 stuurde hij Zarqawi een brief waarin hij de AQI-strategie bekritiseerde.5 Toen Zarqawi instructies van Al Qaida om te stoppen met het aanvallen van sjiitisch cultureel erfgoed negeerde, verslechterde de relatie tussen de twee groeperingen. Zarqawi overleed in 2006 aan verwondingen opgelopen bij een bombardement. AQI kende een tijdelijke terugval, maar Zarqawi’s latere opvolger Baghdadi zette de door hem ingezette lijn van extreem geweld voort.
Toen in 2011 in Syrië een burgeroorlog uitbrak, zond Baghdadi (toen nog AQI) een groep met de naam Jabhat al-Nusra (JAN) naar het land, onder leiding van Abu Mohammad al-Julani. JAN zou de tak van Al Qaida in Syrië moeten worden. Baghdadi eiste echter dat de JAN-leider trouw zou zweren aan Baghdadi zelf en niet aan de nieuwe Al Qaidaleider Ayman al-Zawahiri. Dit ging gepaard met een naamswijziging: Al Qaida in Irak veranderde in Dulat al-Islam fi al-Iraq wal-Sham (DAASH), te vertalen als Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS). Daarmee werd duidelijk dat Baghdadi een eigen koers ging varen ten opzichte van Al Qaida.
Het doelgebied werd vergroot naar Irak én Syrië, waarbij het historische Groot-Syrië of de Levant ook Libanon en delen van Jordanië omvat. Toen Baghdadi in juni 2014 het kalifaat uitriep, veranderde ISIS in IS. Evenals bij de eerdere naamswijziging illustreerde dit Baghdadi’s toegenomen ambitieniveau; de verandering in is betekent de afwijzing van de staten zoals die door de westerse staten gecreëerd zijn naar aanleiding van het Sykes-Picotverdrag uit 1916, een geheime overeenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk waarmee de gebieden rond Syrië en Irak werden verdeeld. IS heeft zichzelf razendsnel kunnen ontwikkelen met twee middelen: controle over een fysiek gebied en het voeren van een terreurbewind van onthoofdingen en lijfstraffen, zowel voor vijanden als voor de eigen strijders en de bevolking in IS-gebied.
De opkomst, de aantrekkingskracht en de propagandastrategie van IS hebben veel aandacht gekregen in de media. Drie recent verschenen boeken zorgen voor een beter begrip van de geschiedenis van IS en zijn verspreiding en werkwijze.
***
De Ierse journalist en Midden-Oostencorrespondent Cockburn beschrijft het conflict in Syrië en Irak als ‘de Midden-Oostenvariant van de Dertigjarige Oorlog in Europa’. Het is een conflict waarin alle partijen hun eigen macht overschatten en geloven dat tijdelijke successen op het slagveld de weg openen naar de totale overwinning; iets wat de auteur de ‘politiek van de laatste gruweldaad’ noemt.
In The rise of Islamic State richt de auteur zich op de omstandigheden waaronder is aan de macht kon komen. De geschiedenis en de opkomst van is worden beschreven, alsmede de gemiste kansen van westerse inlichtingen- en veiligheidsdiensten om daar iets tegen te doen. Als het gaat om de perceptie van is concludeert Cockburn dat de meeste mensen is lang hebben onderschat toen de organisatie zich aan het ontwikkelen was. Volgens de auteur wordt dat veroorzaakt doordat de meeste beleidsmakers zich in de afgelopen jaren hebben laten leiden door wishful thinking. Te denken valt aan president Obama, die lang heeft gehoopt de oorlog tegen is te kunnen winnen zonder grondtroepen. Of aan veel andere wereldleiders, die hoopten dat het tot stilstand brengen van de opmars van is zou leiden tot een vermindering in de aantallen Syriëgangers.
Aan de andere kant wijst Cockburn erop dat er nu sprake is van gebrekkige percepties van IS, wat juist kan leiden tot een overschatting van de organisatie. Hij is daarin vooral kritisch als het gaat om de rol die de media spelen in de berichtgeving over Syrië en Irak. Er zijn maar weinig betrouwbare journalisten in het gebied. Wat het nieuws haalt, zijn meestal geruchten op internet en statements van politici die wat roepen. Een goed voorbeeld daarvan was het recente gerucht dat acht Nederlandse Syriëgangers zouden zijn geëxecuteerd, wat in Nederland op sociale media veel werd gedeeld en werd bevestigd in meerdere kranten en het NOS Journaal.6 Enkele dagen later bleek het bericht grotendeels onwaar te zijn.7
***
De vraag is: wie zijn de IS-strijders, wat zijn hun idealen en wat trekt hen aan in IS ? Trouw-correspondente Judit Neurink woont en werkt sinds 2008 in Iraaks Koerdistan en biedt de lezer met De oorlog van ISIS een grondige en toegankelijke analyse. Ze wijst op het ideologische gebrek bij de buitenlandse strijders. Al vaker is naar voren gekomen in de media dat de gemiddelde IS-strijder die vertrekt uit Nederland weinig tot niets weet over de islam. Tekenend is het verhaal van de twee Syriëgangers Yusuf Sarwar en Mohammed Ahmed die via Amazon het boek Islam for Dummies bestelden alvorens naar Syrië te vertrekken. Neurink bevestigt in haar boek dat macht, geld en seks vaak een veel grotere rol spelen voor IS-strijders dan de ideologie. Al in 2008 bleek uit een gelekt document van de Britse inlichtingendienst MI5 dat ‘een groot deel van de terroristen zijn geloof niet regelmatig beoefent’.8 Antropoloog Scott Atran, die veel heeft geschreven over de drijfveren van jongeren die zich aansluiten bij IS, zei in een getuigenis voor de Amerikaanse senaat: ‘De gewelddadigste terroristen vandaag kunnen worden beschreven als verveelde jonge mannen voor wie de jihad een coole elitaire werkgever is die gelijke kansen biedt.’9
Neurink beschrijft ook uitgebreid hoe de verschillende facties binnen IS met elkaar samenwerken en hoe de gebieden die IS onder controle heeft worden bestuurd. Ze ziet IS als de nalatenschap van het regime van Saddam Hoessein. Zijn Baathpartij – die overigens weinig ophad met de strikte shariarichtlijnen – steunde IS met het motto: de vijand van mijn vijand is mijn vriend. De ervaringen van slachtoffers en vluchtelingen illustreren hoe de sektarische strijd van het soennitische IS tegen sjiieten en andersdenkenden de onderlinge verhoudingen heeft vergiftigd. Neurinks visie op de perceptie van IS lijkt vooral te zijn dat we verder moeten kijken dan het laagje ‘ideologisch vernis’ dat de organisatie uitstraalt, zodat we de echte motivaties en het gebrek aan eenheid binnen IS kunnen zien.
***
IS werd een prioriteit voor het Westen toen de jihadisten in juni 2014 grote stukken land in Noordwest-Syrië innamen en het kalifaat uitriepen. Dat was ook het moment waarop de Amerikaanse journalist Michael Weiss en de Syrische onderzoeker Hassan Hassan het besluit namen het volgende boek te schrijven: ISIS. Inside the army of terror. Dit boek is zonder twijfel het alomvattendste boek over IS. De auteurs beschrijven de opkomst van IS, waarbij ook de voormalige en huidige leiders en hun ideologieën aan bod komen. Een voorbeeld dat de auteurs geven is dat de IS-leiders zichzelf zien als plaatsvervangers van God (Allah) op aarde. Ze beschrijven uitgebreid hoe IS-leider Baghdadi aan de macht kwam en de losjes gestructureerde terreurbeweging omvormde tot een strak hiërarchisch geleide organisatie. De structuur van de organisatie, de onderlinge relaties tussen IS en andere terroristische organisaties en de onderdrukking, maar ook samenwerking met de lokale bevolking worden beschreven. Het boek is gebaseerd op een uitgebreide analyse van documenten en interviews met meerdere aan is gelieerde geestelijken, strijders, veiligheidsofficials en sympathisanten in Syrië en Irak en geeft de lezers een inkijk in de evolutie van de vele ‘incarnaties’ en operaties van IS.
De auteurs beschrijven IS niet alleen als een terroristische organisatie, maar ook als een goedlopende propagandamachine, die veel en slim gebruikmaakt van sociale media. Ook de rol van gevangenissen als ‘universities of terror’ wordt beschreven; het zijn plaatsen ‘where known extremists can congregate, plot, organize, and hone their leadership skills “inside the wire,” and most ominously recruit a new generation of fighters.’ Bovendien wijzen Weiss en Hassan op het feit dat IS beschikt over een verfijnde inlichtingendienst die in rivaliserende organisaties infiltreert en geruisloos binnen hun gelederen nieuwe mensen werft. De beweging benut het gevoel van sektarische wrok en doet een poging het vuur van de burgeroorlog aan te wakkeren door militanten aan te zetten tot geweld. Op deze manier laat is zien dat voor soennieten de toekomst alleen ligt in het kalifaat.
***
Uit de drie boeken komt een interessante tegenstelling naar voren, namelijk de onderschatting van IS vooraf en de overschatting van IS nu. Na het lezen van deze boeken blijkt dat eigenlijk alle betrokken partijen de fout hebben gemaakt terroristen in het algemeen – en IS in het bijzonder – te onderschatten. Tekenend is de uitspraak van president Obama, vijf maanden voor de val van de stad Mosul, die in een interview IS afdeed als een tweederangs clubje terroristen (hij had het over ‘the JV team of Islamic terrorists’; ‘JV team’ staat voor ‘junior varsity team’, een sportploeg samengesteld uit spelers die niet in het eerste team uitkomen). Ruim vier jaar later kunnen we stellen dat IS zijn positie heeft geconsolideerd in Syrië en Irak en dat het zonder boots on the ground – en misschien zelfs mét – onmogelijk is IS volledig te verslaan.
Tegelijk wijzen zowel Neurink als Weiss en Hassan op de gelikte mediamachine van IS, die nu lijkt bij te dragen aan een overschatting van IS. De bewondering voor de propagandastrategie van IS (‘better than Hollywood’, ‘how ISIS games Twitter’) en het onbegrip voor de aantrekkingskracht van IS op jongeren wereldwijd zeggen vooral iets over onze eigen ideeën over terrorisme, die nog te vaak bestaan uit beelden van mannen met baarden in grotten in een woestijn, zonder enige kennis van moderne communicatiemiddelen of zonder de wil die te gebruiken. IS maakt gebruik van die perceptie door steeds de propagandastrategie iets aan te passen voor een nieuw shock-and-aweeffect. Hoe groter het gat tussen onze verwachtingen van IS en zijn daadwerkelijke capaciteiten, hoe sterker het verrassingseffect.
Als de opkomst, de structuur, het handelen en de aantrekkingskracht van IS ons iets zouden moeten leren, dan is het wel dat het bij terroristen altijd draait om het zo goed mogelijk verkopen van de boodschap. Het was de Chinese strateeg Sun Tzu die de essentie van terrorisme samenvatte met de volgende uitspraak: ‘Kill one, frighten ten thousand.’ IS heeft die boodschap – net als vele terroristische organisaties daarvoor – ter harte genomen. De vraag is: in hoeverre laten wij IS dat beeld bepalen? Hoe groot maken wij het podium voor IS ?
Cockburn denkt dat de uitkomst van het conflict in Syrië en Irak uiteindelijk bepaald zal worden door de landen die ter plekke hun proxy wars uitvechten: de Verenigde Staten, Rusland, Saoedi-Arabië en Iran. Het lijkt erop dat iedereen een of andere betrokkenheid heeft in het conflict, maar dat niemand enig idee heeft hoe er een einde aan te maken valt. Net als Cockburn zien ook Neurink en Weiss en Hassan de nabije toekomst somber in. De belangrijkste personen die verantwoordelijkheid hebben binnen IS hebben gediend in het Iraakse leger of waren actief binnen de veiligheidsdiensten van Saddam Hoessein, en zij zijn teruggekeerd naar Irak onder het mom van islamitisch fundamentalisme. De conclusie van de auteurs is dan ook dat door de instabiliteit in zowel Irak als Syrië het ‘leger van terreur’ de komende jaren zal blijven voortbestaan.
Noten
- 1.http://www.theguardian.com/politics/2015/jul/20/extremist-ideology-struggle-generation-david-cameron
- 2.David Rapoport beschrijft in zijn verhandeling ‘The four waves of rebel terror and September 11’ het terrorisme van de afgelopen anderhalve eeuw. Hij onderscheidt daarin vier golven, op basis van verschil in ideologie: de ‘anarchistische golf’ (1880-1914), de ‘antikoloniale golf’ in de jaren twintig van de twintigste eeuw, een ‘nieuw-linkse golf’ die startte in de jaren zestig van de vorige eeuw, en als vierde golf de ‘religieuze golf’ die 1979 als beginpunt heeft (in: Charles W. Kegley Jr. (red.), The new global terrorism: Characteristics, causes, controls. Pearson, 2002, pp. 36-52).
- 3.http://www.theatlantic.com/international/archive/2015/03/isis-and-the-foreign-fighter-problem/387166/; http://www.ap.org/books/life-and-death-in-isis/index.html; http://www.theguardian.com/world/2015/mar/09/how-isis-attracts-foreign-fighters-the-state-of-terror-book
- 4.Zie voor een uitgebreidere beschrijving van de context en opkomst van is: Liesbeth van der Heide en Wietse van den Berge, ‘is(is) in crisis?’, Atlantisch Perspectief 38 (2014), nr. 6, pp. 4-8.
- 5.Ayman al-Zawahiri, ‘Letter from Ayman al-Zawahiri to Abu Musab al-Zarqawi’, Council on Foreign Relations, 9 juli 2005.
- 6.http://nos.nl/artikel/2089861-acht-jihadistenuit-nederlandse-is-eenheid-geexecuteerd-bijraqqa.html
- 7.http://www.ad.nl/ad/nl/38261/Nieuws/article/detail/4254624/2016/03/01/IS-heeft-geen-Nederlanders-geexecuteerd-in-Raqqa.dhtml
- 8.http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/detail/2002844/2014/08/21/Syrie-strijders-kochten-Islam-voor-Dummies-voorze-naar-Syrie-vertrokken.dhtml
- 9.http://www.theguardian.com/commen-tisfree/2014/sep/04/jihad-fatal-attraction-challenge-democracies-isis-barbarism
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.