Standbeeld Ruijs de Beerenbrouck opgepoetst
Samenvatting
‘Intusschen – en ziedaar de reden waarom ik u schrijf – heeft Dr. Nolens den Heer Ruijs de B. gepolst. Hij legt het er nu op toe, dezen tot formateur en tot Min. van B.Z. te maken. M.i. ware dat uiterst ellendig; de indruk naar buiten zal slecht wezen; alle benoemingen v. burg en onderw. ambtenaren in handen van een fanatieken Limburgschen R.C.!’1
Frans Verhagen
Toen de katholieken Nederland veroverden. Charles Ruijs de Beerenbrouck 1873-1936
Boom | 2015 | 350 pp. | € 29,90 | ISBN 9789089536570
Minister-presidenten als Den Uyl, Van Agt en ook Rutte hadden het bij hun aantreden niet gemakkelijk. Stuk voor stuk moesten ze nogal wat argwaan en zelfs weerzin overwinnen. Maar er is waarschijnlijk niemand die het moeilijker heeft gehad dan Ruijs de Beerenbrouck, de eerste roomskatholieke minister-president van Nederland.
Na de grote ‘stembuszege der katholieken’ (1918) kwam Charles Ruijs de Beerenbrouck, gouverneur van Limburg, na een lange, moeizame kabinetsformatie uit de bus rollen als premier – meer als verlegenheidsoplossing dan als droomkandidaat. Het gebrek aan enthousiasme in eigen kring werd nog overschaduwd door het grote, diepgewortelde wantrouwen dat vanuit het protestantse deel van Nederland opwalmde – ook vanuit de partijen waarop het nieuwe kabinet in de Tweede Kamer steunde. Oudgediende Alexander de Savornin Lohman, leider van de Christelijk-Historische Unie, maakt in zijn persoonlijke correspondentie van zijn hart geen moordkuil: ‘uiterst ellendig’.
***
Er werd bijna honderd jaar geleden geschiedenis geschreven. Na een eeuwenlange achterstelling kwamen de katholieken aan de macht. Formeel had de Grondwet van 1818 al een einde gemaakt aan de discriminatie, maar het duurde nog geruime tijd voordat de gelijkberechtiging praktijk werd. In die geschiedenis is 1918 een belangrijke mijlpaal. Volgend op de invoering van het algemeen (mannen)kiesrecht, gecombineerd met evenredige vertegenwoordiging in het parlement, werd de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP) de grootste. Vol zelfvertrouwen eisten de katholieken tijdens de kabinetsformatie het premierschap op. Priester-Kamerlid Willem Nolens was te veel gevraagd. In zijn plaats trad de Limburgse gouverneur Ruijs de Beerenbrouck, oud-Kamerlid, aan.
Die Ruijs is het onderwerp van een fraaie, kloeke biografie, geschreven door Frans Verhagen, onder deze veelzeggende titel: Hoe de katholieken Nederland veroverden. De studie levert een kleurig tijdbeeld op. De carrière van Ruijs de Beerenbrouck wordt geschetst tegen de achtergrond van maatschappelijke, sociale, politieke en religieuze ontwikkelingen tussen de tweede helft van de negentiende eeuw (1870) en de Tweede Wereldoorlog (1940). Het passeert allemaal: het roomse reveil, katholieke partijvorming en verzuiling, het Limburgse particularisme, het regentendom, de zuigkracht van het socialisme, de sociale omstandigheden in Maastricht ten tijde van Petrus Regout, de soms moeizame samenwerking met protestanten (in de coalitie).
Dat is de grote verdienste van het boek. Zo wordt Ruijs’ optreden begrijpelijk gemaakt. Zo krijgt het kleur. En Verhagen beheerst de kunst om het beeld in heldere, frisse tinten te schilderen.
Dat gebeurt met grootse, weidse gebaren. Ruijs de Beerenbrouck staat in Verhagens portret aan het begin van meer dan een halve eeuw waarin Nederland geregeerd is door ettelijke kabinetten onder rooms-katholieke leiding. Wat met Charles Ruijs begon, is (voorlopig) geëindigd met Ruud Lubbers. Misschien is dat ook wel de reden dat Ruijs zo’n favoriet van Lubbers is.
***
Maar hoe bepalend is Ruijs de Beerenbrouck geweest? Hij komt niet voor in de top tien van minister-presidenten. Die wordt sinds jaar en dag aangevoerd door premiers als Drees en Lubbers. Hoewel Verhagen een expliciete poging doet om, zoals hij het noemt, het standbeeld van Ruijs op te poetsen, is ook na lezing van de biografie de kans op eerherstel niet erg groot. Waar zijn directe voorganger, Cort van der Linden, de laatste liberale premier vóór Mark Rutte, bezig is aan een comeback, zal de eerste katholieke minister-president van Nederland genoegen moeten blijven nemen met een plaatsje in de schaduw.
Zeker, Ruijs de Beerenbrouck is meer dan de tweederangspoliticus waarvoor hij lange tijd versleten is. Gretig bezig om het blazoen van Ruijs op te poetsen, is Verhagen niet zuinig met lof. Al schrijvend maakt hij een paar belangrijke punten: als premier hield hij het boeltje in de eerste, moeilijke jaren na de Eerste Wereldoorlog bij elkaar; hij was een van de grondleggers van de verzorgingsstaat; hij speelde een belangrijke rol bij het bijeenhouden van de katholieke partij.
Het is Verhagen zelf die het al te rooskleurige beeld meteen weer corrigeert. Ruijs was niet erg doortastend – soms zelfs afwachtend. Het mankeerde hem, als praktisch ingesteld mens, aan grootse vergezichten en dito idealen. Hij was ook niet zo ‘rooms’ als protestanten van het soort De Savornin Lohman vreesden: Ruijs was een vroom katholiek en trouw kerkganger, maar rooms-katholieke politiek had voor hem vooral een verzoenende inslag. Het compromissen maken lag hem beter dan een leidinggevende rol. Hij heeft zeker geholpen om de al te robuuste ARP-leider Colijn (1925) beentje te lichten, maar de hoofdrol was toch weggelegd voor de ‘intrigant’ De Geer (CHU). Ruijs’ optreden in de Tweede Kamer leed aan tweeslachtigheid. Zijn derde en laatste kabinet – aangetreden in de crisis – was ronduit zwak. Niet Ruijs, maar Nolens was in de jaren twintig en dertig de katholieke voorman. En zouden de bisschoppen niet een grotere rol hebben gespeeld bij het in stand houden van de rooms-katholieke eenheid?
***
Al lezend ontstaat zo het beeld van Ruijs de Beerenbrouck als een niet erg aardige, innemende en zelfs egocentrische, politicus die in de jaren tussen de twee wereldoorlogen aan het Binnenhof, loyaal aan de katholieke zaak, ‘nuttige diensten aan Mij en het Koninkrijk’ (standaardformule van koningin Wilhelmina) heeft verricht. Bij beeldbepalende generatiegenoten als Kuyper, Schaepman en zelfs Colijn steekt hij bleek af. De top tien van premiers haalt hij ook na Verhagen niet.
Er wil niet mee gezegd zijn dat Ruijs een zwakke of betekenisloze minister-president is geweest. Bij die tijd, met name de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog, paste hij. Dat moest ook De Savornin Lohman erkennen. ‘Het was mij steeds bijzonder aangenaam’, schreef hij aan het einde van Ruijs’ (eerste) premierschap in 1921, ‘met U en het geheele Kabinet (op 1 punt na) te kunnen en te mogen samenwerken. […] Gij waart de right man on the right place.’2
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.