Blaise Pascal (Clermont-Ferrand 1623-Parijs 1662)
Samenvatting
Blaise Pascal werd geboren in 1623 in Clermont-Ferrand en blies in 1662 in Parijs de laatste adem uit. Er zijn weinig levens die zo kort en hevig zijn geweest. Vroegrijp genie, was hij absolute top in wis- en natuurkunde en liet hij indrukwekkende studies na over kegelsneden en driehoeken (de driehoeken van Pascal). Hij bewees de aanwezigheid van het vacuüm (Descartes meende dat dat niet kon bestaan) en ontwierp voor zijn vader een rekenmachine die als voorloper van de computer beschouwd kan worden. Het is dezelfde Pascal die later het leven van de salon leert kennen, en onder de bekoring komt van het ideaal van de ‘honnêteté’, de wellevendheid. In deze tijd wendt Pascal zich tot de studie van de mens.

Zijn leven neemt een dramatische wending als hij zich tot het christelijk geloof bekeert, en wel door bemiddeling van de ernstige stroming van het jansenisme. Alhoewel Pascal zich nooit volledig met het jansenisme heeft geïdentificeerd, is het de vroomheid van Port-Royal, een ‘jansenistisch’ klooster, die diepe indruk op hem maakt. Met zijn ‘brieven aan een provinciaal’ geeft hij een vroeg voorbeeld van religieuze satire en brengt hij de jezuïeten met hun (toenmaals) dubbele moraal een slag toe waar ze nooit helemaal meer van zullen herstellen.
In november 1654 maakt hij een bekeringservaring mee, waarvan we de weerslag bezitten in het unieke document Mémorial. Daarin komt de volgende beroemde zin voor: ‘God van Abraham, Izaäk en Jacob, niet de God van de filosofen en geleerden.’ De rest van zijn leven zet Pascal zich in voor de verdediging van het christendom. Hij was van plan een apologie voor het christelijk geloof te schrijven, maar wat restte was een verzameling van ongeveer duizend fragmenten. Deze zijn na zijn dood uitgegeven onder de titel Pensées (Gedachten).
***
Pensées is een merkwaardig geschrift. Het is een verzameling gedachten, in meervoud. Gedachten die je nooit, hoe je ook blijft schuiven, in een sluitend verband krijgt.1 Dat is niet toevallig: Pascal heeft zich altijd verzet tegen de pretentie om met een lineair betoog de werkelijkheid systematisch te kunnen interpreteren. Hij drijft de spot met denkers en moralisten met een gesloten, eenduidig begrippenapparaat. ‘Spotten met de filosofie, dat is waarlijk filosoferen’ (fragment 513), is een veelzeggende uitspraak. Je moet oog hebben voor de verschillende kanten van de zaak, en gevoelig zijn voor de verschillende perspectieven op een zaak. Dat leidt bij Pascal niet tot scepticisme. Eerder maakt hem dit argwanend ten opzichte van tirannie van één type menselijke redenering. Tirannie is niet toevallig een woord dat geregeld in Pensées opduikt.
Belangrijk is een fragment dat de titel ‘De drie orden’ heeft.2 In dit fragment maakt Pascal duidelijk dat, wil je een beeld van de werkelijkheid geven, je ten minste met drie woorden moet spreken: woorden die niet tot elkaar te herleiden zijn en die staan voor drie dimensies. De eerste is die van de ‘lichamen’, de materiële werkelijkheid. Dit is de dimensie waar bijvoorbeeld de rijken en de koningen een plaats innemen. Het is het wereldse terrein dat bepaald wordt door macht, pracht en praal. Een dimensie die daar volgens Pascal oneindig boven verheven is, is die van het rijk van de geest, hier vooral opgevat als rede. Het is het domein van de filosofie, van de wetenschap, van het logische denken, van de uitvindingen. Pascal is zelf in dit domein een grootmeester geweest en in de zeventiende eeuw, de eeuw van het rationalisme, was de filosoof, die vaak tegelijk geleerde was, een figuur die door velen werd opgevat als ver verheven boven de koningen en de admiraals. Nu is het unieke van Pascal dat hij in deze eeuw wijst op een domein dat hier nog weer oneindig boven verheven is, en dat is het rijk van de liefde. De liefde is het domein van de heiligen en de gelovigen. Pascal plaatst Jezus Christus in dit domein. Dat domein heeft zijn eigen schoonheid, heerlijkheid en kracht. Het is belachelijk om Jezus te willen bewijzen volgens de logica van de rede, want liefde is van een andere orde. Het is gevaarlijk om het leven te ordenen volgens macht of volgens de rede, want daarmee wordt de liefde ontkend en wordt de eigen orde van de liefde uitgesloten. Dat is tirannie; een tirannie die leidt tot een onleefbare wereld. Zeker wanneer de eerste en de tweede orde zich verenigen en de mens de werkelijkheid op deze manier wil interpreteren en beheersen in de veronderstelling dat hiermee de mens pas echt zal triomferen over de omstandigheden, zal er een rijk van onvrijheid worden gecreëerd. De uitgesloten partij is dan de wijsheid en de liefde. Het is een wereld waarin geen plaats is voor Jezus Christus. ‘Hij heeft geen uitvindingen gedaan, hij heeft niet geregeerd, maar was nederig, geduldig en heilig (…) met welk een enorme luister en ongelooflijke heerlijkheid is hij gekomen voor de ogen van het hart die de wijsheid zien.’ Leven met twee orden is leven in een plat universum, ondanks alle macht en alle staaltjes van menselijk vernuft. Het is een universum waarin geen plaats is voor de diepste verlangens van het menselijk hart. Het is een universum dat volmaakt en verschrikkelijk, superieur en hels is.
***
Het inzicht dat dit fragment van Pascal geeft, is groot. Natuurlijk kan het verder verfijnd worden. Pascal bedoelt er zeker niet mee dat deze drie domeinen hermetisch van elkaar afgesloten zijn. Integendeel: het valt te verdedigen dat je pas echt goed in het eerste en het tweede domein kunt verkeren, als je weet hebt van het derde. Het is het derde domein, dat van de liefde, dat onmisbaar is om op een menselijke manier in het eerste en het tweede domein te verkeren. Zonder wijsheid en liefde verdwaal je in een wereld van alleen maar macht en pracht of raakje verstrikt in een wereld van alleen logica. Een wereld waaruit Jezus Christus is verdwenen, waar de geest van aanbidding en heiligheid is uitgesloten, maakt de wereld van koningen en uitvinders tot een lege en uiteindelijk zinledige wereld. Toch hebben de drie domeinen hun eigen recht en is het zelfs gevaarlijk het onderscheid op te heffen. De wereld van de eerste dimensie is de wereld van eten en drinken, van politiek en economie, en die moet je niet proberen te modelleren op schijnbaar rationele gronden. Er zit een prettige mix van dwaasheid en wijsheid, van logica en willekeur in het leven van de eerste dimensie. Laat geen rechtlijnige theorieën van recht, waarheid, transparantie en logica op het eerste terrein los. Dat doen meestal die ‘ideologen’ die geen weet hebben van de derde dimensie. Natuurlijk moet het terrein van economie en politiek wel gestempeld worden door recht en logica, maar dat gebeurt altijd relatief. De ideologen die met hun absolutistische ideeën het leven nu eens echt denken te ordenen, richten altijd vernielingen aan.
Politici moeten weet hebben van waarheid en recht, en vooral van liefde en wijsheid, maar zullen ervoor moeten waken ‘door te pakken’. Relativeren en pragmatisme zijn belangrijke politieke deugden. Een goed politicus heeft weet van de liefde, kent de wetten van de logica, maar zal voor kortsluiting waken.
Maar ook de derde dimensie, die van de liefde en de wijsheid, kan aan grensoverschrijding doen en zich bijvoorbeeld te direct gaan melden op het tweede terrein. Zeker waar het rijk van de liefde zich in een georganiseerde gestalte meldt als die van de kerk, ligt deze verleiding op de loer. De kerk wil in naam van de wijsheid, de liefde en de waarheid macht uitoefenen op aarde. Of ze wil de wet voorschrijven aan de wetenschapper. ‘De paus haat en vreest wetenschappers die niet door een eed aan hem onderworpen zijn’ (fragment 677). Dat is dan een daad van tirannie, aangezien wetenschap alleen die naam verdient, wanneer ze vrij is. Pascal moest niets hebben van een taboe op de ontdekking dat de aarde om de zon draait. Een paus kan nog zo hard roepen dat dit niet zo is, maar hij kan niet voorkomen dat hij op het moment dat hij die uitspraak doet als aardbewoner even hard om de zon draait als alle anderen.
***
Pascal is de denker van de vrijheid en betoont zich tegen de dwang en de tirannie. Die vrijheid is een geschenk. We leven in een universum dat door een liefhebbende God is geschapen en verlost. Het merkwaardige is dat je deze God niet kunt bewijzen. Ook hier moet je oppassen voor grensoverschrijding. De Godsbewijzen die God willen afleiden uit de loop van de planeten vond Pascal niet overtuigend. Wat echter voor het verstand niet te bereiken is, is door het hart te verstaan. ‘Het hart heeft zijn eigen redenen waar de rede niets van weet’ (fragment 423). Dat hart is een groot hart. Het weet aan de dingen hun plaats te geven. Pascal heeft dit toegepast op vele terreinen van het leven. Ik ken geen denker die dit in zoveel richtingen gedaan heeft als Pascal. Voor mij is hij dan ook een lichtende ster aan het firmament van het Europese geestesleven, die ook na bijna vier eeuwen nog oplicht en elke keer weer nieuwe verrassend inzichten schenkt.
Noten
- 1.Lang is gedacht dat de fragmenten die Pascal achterliet ongeordend waren. Pascal heeft echter zelf al een voorlopige ordening aangebracht, met het oog op een te schrijven Apologie. In nieuwere uitgaven van Pensées is deze ordening van Pascal als uitgangspunt gekozen, ook in de Nederlandse vertaling van Frank de Graaff (Amsterdam: Boom, 1997). Dat laat onverlet dat deze ordening een voorlopige is. Misschien is het niet toevallig dat de nalatenschap van Pascal niet een boek maar een verzameling gedachten is.
- 2.Het is fragment 308, dat in een afdeling staat die als titel ‘Bewijzen voor Christus’ heeft.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.