‘De dood wordt vaak angstig weggeduwd’
Samenvatting
‘De laatste decennia is er grote vooruitgang geboekt in de gezondheidszorg. De staaroperaties, behandelmogelijkheden voor hartfalen en vele typen van kanker zijn daar goede voorbeelden van. Deze vooruitgang in de gezondheidszorg heeft geleid tot een groot vertrouwen in de medisch technische mogelijkheden van de gezondheidszorg. Het idee van eindeloze mogelijkheden wordt versterkt door artsen die vertellen dat kanker over dertig jaar voor alle patiënten te genezen is. “Geef nooit op” of “Opgeven is geen optie” zijn dan de leuzen die iedereen van harte aanhangt. Dit alles aangemoedigd door steunfondsen als KWF Kankerbestrijding of de medische industrie. Op een dergelijke manier wordt de dood angstig vooruitgeduwd en achter een scherm gezet zodat we hem niet kunnen zien.’
‘Maar wat is de werkelijke vooruitgang in de gezondheidszorg? De laatste dertig jaar is de levensverwachting voor mannen verhoogd met zes jaar, van 73 naar 79 jaar. Voor vrouwen is de levensverwachting met drie jaar verhoogd, van 79 naar 82 jaar. Het aantal jaren dat men leeft met een chronische ziekte is echter in de laatste dertig jaar dramatisch verhoogd. Voor mannen is het aantal jaren dat men niet gezond is, gestegen van 18 naar 31 jaar, en voor vrouwen van 26 naar 41 jaar. Voorzichtig kun je zeggen dat het leven wel is verlengd, maar de hoeveelheid tijd dat men lijdt is ook gestegen.’
Ria de korte-verhoef (1959)
‘Toch grijpen mensen die ongeneeslijk ziek zijn tot vlak voor het levenseinde graag naar de laatste strohalm. Soms is die strohalm een behandeling die weinig tot geen effect heeft op de kwaliteit van leven. Kostbare tijd die bijvoorbeeld ook in de eigen familiekring besteed kan worden.’
***
‘Wat is de reden dat mensen nog naar het ziekenhuis gaan aan het eind van het leven? In mijn promotieonderzoek heb ik met huisartsen, verpleegkundigen en nabestaanden over het doorbehandelen aan het levenseinde gesproken. Belangrijk voor patiënten, maar zeker ook voor familie, was dat zij het gevoel willen hebben dat zij alles gedaan hebben om het leven te redden. De angst was er om iets gemist te hebben. Heeft de arts niets over het hoofd gezien of heeft een andere arts meer behandelopties? Vaak was al verteld dat het levenseinde nabij was, maar patiënten en familie willen het nog eens horen van de specialist, ondersteund door scans en bloedwaarden, zodat zij zeker weten dat er geen weg terug is.’
‘Wubbo Ockels geloofde in de vooruitgang van de geneeskunde. Hij zocht vooruitstrevende ziekenhuizen in het buitenland op en alternatieve genezers die samen met hem in blote bast een berg gingen beklimmen. Iedereen had respect voor die vechtersmentaliteit; het leven is toch veel mooier dan de dood. Waarom moeten we dan tot een acceptatie van de naderende dood komen? Ik vroeg dat aan een huisarts. Die antwoordde: “Het streven is, denk ik: samen toeleven naar het sterven waarin ieder toch nog het berustende gevoel heeft dat het gegaan is zoals het is gegaan. Het is een mooi proces geweest. Je hebt elkaar kunnen steunen. Er zijn weinig klachten geweest, lichamelijke klachten. Je kunt afscheid nemen van elkaar. Daar heb je natuurlijk wel een omschakeling voor nodig. Anders kan dat niet.” Die omslag in het denken om zonder angst de dood onder ogen te zien, goed afscheid nemen van geliefden, is waardevol. Dat helpt nabestaanden bij de rouwverwerking. Het kan patiënten ook rust geven, vertellen veel mensen die werken in de palliatieve zorg. Je weet dat je gaat sterven, accepteer het maar, heb geen angst voor wat komen gaat. Kunnen we dat nog?’
***
‘Vroeger stond boven de ingang van sommige kerken “Memento mori”. Het werd elke week bij de kerkgang gezien, “gedenk te sterven”. Dat levert twee sporen op. Het eerste spoor is dat gedaan moet zijn wat gedaan kon worden, zonder door te gaan met futiele zorg en het verlengen van lijden. Het tweede spoor is de acceptie van het komende sterven, anticiperend bespreken welke zorg je wel of juist niet meer wilt, goede momenten creëren met dierbaren en afscheid nemen. Zo wordt het prachtige leven dat geschonken is losgelaten, en het christelijke gedachtegoed leert dat er na de dood iets mooiers wacht.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.