‘Leer verschil te maken tussen realistische gevaren en ingebeelde angsten’
Samenvatting
‘Toen ik in 1932 op Cyprus geboren werd, stond mijn ouderlijk huis in Nicosia op de grens van de Turkse en Griekse sectie. Zonder dat ik mij daarvan toen bewust was, ervoer ik aan den lijve hoe de identiteit van grote groepen mensen verdeelt. Hoe mijn eigen identiteit vervlochten raakte met de identiteit van de Turks-Cypriotische groep. Ik herinner mij dat ik in Cyprus op een Griekse boerderij was waar varkens gehouden werden. Ik wilde met de biggetjes spelen. Mijn Turkse grootmoeder, een moslima, gaf mij te verstaan de biggetjes niet aan te raken: ze zijn vies. Ze bedoelde: varkens zijn vies voor moslims. Zo worden dingen onderdeel van je identiteit. Voor het Turkse kind wordt het varken iets wat bij de Grieken hoort en niet bij de Turken. Hiermee heeft het Turkse kind in het varken een reservoir gevonden waarin het alles wat slecht is buiten zichzelf kan opbergen. Omdat dit voor alle Turkse kinderen gold, hadden ze een gemeenschappelijk iets om zich als groep mee van “anderen” te onderscheiden. Het varken ligt als het ware klaar om bij oplopende conflicten en problemen een gevaarlijke lading te krijgen.’

VAMIK VOLKAN (1932)
‘Voor een normale ontwikkeling van kinderen is het van groot belang dat zij een stevig gevoel van eigenheid ontwikkelen: Wie ben ik? Wie ben ik niet? Wie zijn wij, en wie zijn de anderen? Studies naar kinderontwikkeling wijzen erop dat “angst voor vreemden” al met acht maanden zijn intrede doet. Het zeer jonge kind zal glimlachen naar wie eigen en vertrouwd zijn en schreeuwen en angstig worden bij vreemden. Vreemden bevestigen wie ik ben.’
‘Hiermee wordt al vroegtijdig duidelijk dat er diep in onszelf lijnen lopen die eigen van niet-eigen scheiden. Voor de ontwikkeling is het cruciaal om bondgenoten van vijanden te onderscheiden.’
‘Technologische ontwikkelingen maken het vandaag mogelijk om mensen in een raket naar Mars te sturen. Zo ver is de wetenschap. De wereld wordt economisch en technologisch ontgrensd. Maar identiteitsgrenzen blijven. De menselijke natuur, met die diepgewortelde dynamiek tussen “ons” en “de anderen”, tussen vrienden en vijanden, is niet met een druk op de knop te veranderen.’
***
‘In de wereld van vandaag worden we opgeschrikt door terroristische aanslagen, wreedheden, onthoofdingen, bedreigingen. Zeer zichtbaar voor vrijwel iedereen. Online, virtueel. Deze feitelijke wreedheden en barbarij roepen angst op. Het ingewikkelde en vervaarlijke is nu dat wanneer wij dit collectief waarnemen, wij collectief angstig worden. Psychoanalytisch bezien is het cruciaal om onderscheid te maken tussen angst en vrees. Angst is ambigu, en niet gekoppeld aan een duidelijk, concreet en specifiek gevaar. Terroristische aanslagen kunnen zich nu eigenlijk overal en altijd voordoen; daar kun je je niet goed tegen wapenen. De wereld wordt onveilig, anderen worden onze vijand. Hier ligt collectieve regressie op de loer: “wij” tegen “zij”. Deze splitsing voltrekt zich niet toevallig, maar in belangrijke mate langs de lijnen van groepsidentiteit. Vrees daarentegen is specifiek; het is een specifiek iets waarvoor we bang zijn. Een realistisch gevaar waartegen we ons dan ook veel beter kunnen verdedigen.’
‘Onze samenleving moet proberen angst in vrees om te zetten. En onze politieke, etnische en religieuze leiders kunnen beter gebruikmaken van de inzichten die er inmiddels in de psychologie bestaan over identiteitsvorming van individuen en groepen, en hoe deze bij conflicten gekaapt kunnen worden en toneel kunnen worden van destructief geweld.’
‘Wij moeten onze kinderen en onszelf leren om de impuls te beheersen anderen te dehumaniseren. Het is goed dat er projecten op scholen in de VS zijn waarin men leert om niet in vooroordelen over anderen te vervallen. Evenzeer is het van belang om niet door te schieten in een utopisch ideaal dat eenieder van de ander moet houden. Het gaat om het kunnen tolereren en respecteren van verschillen tussen mensen en groepen. En slecht en afgrijselijk gedrag van anderen valt daar niet onder.’
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.