Asschers bemoeienis met Turkse organisaties gaat te ver [1]
Samenvatting
In het begin van deze eeuw was integratie misschien wel het meest prangende thema op de politieke agenda. Tijdens de afgelopen jaren van diepe economische crisis en de miljardenbezuinigingen die daarmee gepaard gingen, leek het integratiethema soms iets naar de achtergrond te schuiven. De sociale spanningen waarmee het integratiethema gepaard gaat zijn echter nooit weg geweest. De afgelopen weken en maanden zullen ontnuchterend geweest zijn voor eenieder van wie zich misschien de gedachte meester had gemaakt dat die spanningen waren opgelost. Of het nou gaat om de zwaaiende isis-vlaggen in de Schilderswijk, om het Zwarte Pietdebat of om de discussie over de lange arm van Ankara: integratie is dé sociale kwestie van dit moment. Het onderwerp staat inmiddels dan ook weer boven aan de politieke agenda.
Integratie is het opgaan of opnemen van nieuwe bevolkingsgroepen in de samenleving. Dat is een proces van twee kanten, dat echter van de nieuwkomers de grootste inspanningen vraagt. Integratie is daarmee vooral ook een kwestie van het kunnen en willen meedoen aan onze samenleving die is gestoeld op de joods-christelijke traditie. Zowel bij het kunnen als bij het willen meedoen stokt het soms. Vanuit de overheid vereist integratiebeleid in dat geval een uitgestoken hand naar iedereen die mee wil doen en een positieve bijdrage wil leveren. Degenen die niet willen meedoen en alleen willen profiteren, of zelfs onze rechtsstaat willen ondermijnen, moeten met harde hand aangepakt worden.
***
Wat betreft dit laatste is er fundamenteel kritiek te leveren op het kabinetsbeleid, en specifiek op minister Asscher van Sociale Zaken. In de afgelopen maanden heeft de minister zich op het terrein van integratie vooral negatief onderscheiden. Het gaat hierbij dan vooral om de kwestie rondom vier Turkse organisaties die aanvankelijk door de minister streng ‘gemonitord’ zouden worden. Hierover, en over een Motivaction-onderzoek naar opvattingen onder Turks-Nederlandse jongeren, ontstond veel commotie, die uiteindelijk leidde tot het opstappen van twee PvdA-Kamerleden. Na al deze commotie kiest de minister zijn woorden anders en is er vooral sprake van een dialoog en van goede gesprekken voeren met de vier organisaties; hij is veel zachter gaan optreden.
Het is best te begrijpen dat de minister worstelt met het gebrek aan transparantie van sommige clubs enerzijds en met het belang van soevereiniteit in eigen kring anderzijds. Dit soort organisaties kunnen immers in potentie juist een positieve bijdrage leveren aan de integratie van Turken in Nederland. Maar doordat hij zijn toon heeft gematigd, wordt vervolgens wel de kern van een ander probleem blootgelegd: er blijft nu überhaupt weinig tot niets over van het integratiebeleid. Een serieus probleem, want op dat terrein heeft hij nog heel andere uitdagingen en bedreigingen aan te pakken, die toch van grote omvang zijn. Denk aan het toenemend aantal Syriëgangers onder jongeren in Nederland, het zwaaien met isis-vlaggen in onze straten en het ondersteunen en toejuichen van isis, vooral op sociale media. Hieruit blijkt duidelijk de toenemende spanning in onze samenleving.
Integratie vraagt niet alleen om een uitgestoken hand, maar ook om een harde hand. Die laatste moet in beeld komen voor mensen die weigeren mee te doen aan onze samenleving, of zelfs actie ondernemen om onze democratie en rechtsstaat te ontwrichten of omver te werpen. Van de politiek mag verwacht worden dat onze democratische rechtsorde dan stevig beschermd wordt: er moet sprake zijn van een weerbare democratie. Kan Asscher de vuist die nodig is nog wel maken?
***
Als CDA pleiten we al langer voor het weerbaarder maken van onze democratie en rechtsstaat tegen diegenen die haar willen misbruiken om haar af te schaffen. Daarom stelde Sybrand Buma afgelopen zomer al voor om het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar te stellen, en pleit de CDA-Tweede Kamerfractie voor een verbod op partijen die de sharia willen invoeren. In Duitsland bestaat al geruime tijd de mogelijkheid om partijen te verbieden die de democratie willen misbruiken om de democratische rechtsstaat af te schaffen; Nederland moet die mogelijkheid ook krijgen.
Ten slotte is het nodig om een hardere vuist te maken tegen vreemde mogendheden die om financiële of nationalistische redenen invloed proberen te blijven uitoefenen op de nazaten van degenen die ooit richting Nederland emigreerden. De commissie-Blok concludeerde al in 2004 dat landen als Marokko en Turkije te veel invloed probeerden te houden en zo een negatieve en onwenselijke uitwerking hadden op de integratie van Turken en Marokkanen in Nederland. De afgelopen weken werd door de opstelling van de Turkse regering duidelijk dat deze conclusie nog steeds gerechtvaardigd is. Behalve door het weerbaarder maken van onze eigen democratie, zou de regering het integratiebeleid ook een flinke impuls kunnen geven door Turkije en Marokko duidelijk te maken dat deze inmenging niet kan en niet zal worden getolereerd.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.