Het verheerlijken van geweld moet strafbaar worden [1]
Samenvatting
Sinds deze zomer staan de beelden van de terreur van de Islamitische Staat (IS) in ons collectieve geheugen gegrift. Christenen, jezidi’s en gematigde moslims die op de vlucht slaan voor de wrede moslimradicalen van is. Massale onderdrukking en pogingen tot genocide op minderheden. Om nog maar te zwijgen van de afschuwelijke beelden van onthoofdingen, die via YouTube de wereld in worden gezonden. En nog altijd gaat de terreur door.
Deze zomer zagen we ook de beelden uit de Haagse Schilderswijk. Bij demonstraties zwaaiden jongeren met jihadvlaggen, we hoorden hen IS toejuichen. De jihad, het kalifaat en de gruweldaden van IS werden openlijk verheerlijkt. De burgemeester van Den Haag greep niet in en stelde dat dit viel onder vrijheid van meningsuiting.
Het gevaar dat deze vormen van verheerlijking van terroristisch geweld met zich meebrengen, mag niet onderschat worden. In een samenleving waarin dit type uitingen wordt geaccepteerd komt de volgende fase, namelijk toepassing van geweld en terreur in Nederland, steeds dichterbij. De toenemende spanningen, zoals in de Schilderswijk, vormen een aanloop naar deze fase. Radicaliserende jongeren roepen namelijk expliciet of impliciet op tot navolging. Deze uitingen zijn vergif voor de samenleving. Daarom wil het CDA het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar maken.
***
Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar ze is niet onbegrensd. Ze is ingebed in de verantwoordelijkheid om met elkaar om te gaan op een respectvolle manier. Niet alles is met een beroep op de vrijheid van meningsuiting geoorloofd. Niet alles mag gezegd worden. Zodra de vrijheid van meningsuiting misbruikt wordt, gaat het verkeerd. Jongeren die gruweldaden tegen onschuldige mensen verheerlijken, zagen daarmee aan de fundamenten van onze beschaving. Voor hen is de vrijheid van meningsuiting een opmaat tot geweld. Overigens is ook in Duitsland recentelijk het verheerlijken van is op sociale media en bij demonstraties strafbaar gesteld.
Het CDA heeft al eerder, in 2005, geprobeerd om het verheerlijken van genocide en terrorisme strafbaar te stellen. Dat voorstel, ingediend door minister Donner, heeft het toen in de Tweede Kamer niet gehaald. Na de afgelopen zomer hebben wij daarom een nieuw, meer toegespitst voorstel gedaan. De huidige minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten plakte er echter meteen het etiket ‘gedachtepolitie’ op, om het voorstel vervolgens van tafel te vegen. Volgens Opstelten en premier Rutte kon verheerlijking van terroristisch geweld al worden bestreden. Dat roept de vraag op hoe het dan kan dat er, zoals eerder aangegeven, feitelijk niet ingegrepen is bij verschillende voorbeelden van verheerlijking. Minister Donner kreeg in 2005 de kritiek dat het voorstel te breed geformuleerd was. Er valt inderdaad iets voor te zeggen om het voorstel exacter te formuleren. Zo werd in het wetsvoorstel van toen verheerlijking van alle terroristische misdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid strafbaar gesteld. Dat is inderdaad wel heel ruim. Dan zou iemand die beweert dat wat de Romeinen tweeduizend jaar geleden deden ‘wel meeviel’, volgens dat wetsvoorstel ook strafbaar zijn. Het is daarom beter om het wetsvoorstel te beperken tot het verheerlijken van terroristische misdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid die onlangs gepleegd zijn, en die op dit moment de rechtsorde schokken.
In het oude voorstel werd niet alleen het verheerlijken, maar ook het vergoelijken, bagatelliseren en ontkennen van geweld strafbaar gemaakt. Die laatste begrippen hoeven in een nieuw voorstel niet meegenomen te worden. Het gaat immers om het verheerlijken van geweld, in de hoop op navolging. En juist dat is op dit moment niet strafbaar.
Een derde punt dat aangepast moet worden is dat het in het oude voorstel om terroristische organisaties én staten ging. Als je echter het verheerlijken van het geweld van staten strafbaar wilt stellen, wordt de discussie buitengewoon ingewikkeld. Welke vorm van statelijk geweld is wanneer toegestaan? Bij de hedendaagse dreiging gaat het voornamelijk om terroristische groepen die staten bedreigen. In een nieuw voorstel moet het dan ook gaan om het strafbaar stellen van het verheerlijken van daden van organisaties die als terroristisch worden aangemerkt.
***
Met deze nieuwe beperkingen kan het oude wetsvoorstel prima worden ingezet om het verheerlijken van terrorisme in ons land aan te pakken. Om onze democratie en onze waarden te beschermen. De vrijheid van meningsuiting is immers bedoeld om geweld te voorkomen, niet om geweld op te wekken. Gelukkig bleek ook uit verschillende onderzoeken naar aanl eiding van dit voorstel dat het overgrote deel van de Nederlanders het voorstel om het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar te stellen steunt.
Het gaat hier immers om de grondvesten van onze samenleving, die teruggaan op een lange traditie. Ons gezamenlijke cultuurgoed, dat de joods-christelijke en humanistische traditie omvat, leert ons te denken aan onze naaste, verantwoordelijke en respectvolle burgers te zijn, en de rede boven geweld te plaatsen. En die traditie verdient onze bescherming tegen het radicalisme.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.