Ter introductie
Samenvatting
U denkt wellicht dat deze cdv-bundel niet over u gaat, dat Big Data een ver-van-uw-behaaglijke-bedshow is. Maar intussen hebt u vandaag al vele digitale vingerafdrukken achtergelaten. Bij het inchecken in het ov, bij het googelen, bij de bestelling van dat ene boek via Amazon. U denkt: wat is het probleem? Dat afstaan van digitale gegevens gebeurt, anders dan vaak gedacht, niet vrijwillig. U hebt er geen zeggenschap over. Bedrijven en overheden kunnen de gegevens buiten uw instemming verzamelen, beheren en bewerken. Via slimme algoritmes kunnen ze zelfs conclusies trekken uit losse dataverzamelingen. U wordt een profiel. Dit heeft gevolgen voor uw persoonlijk leven. U kunt van een farmaceutisch bedrijf te horen krijgen: u heeft 60 procent kans dat u op uw zestigste een ongeneeslijke ziekte krijgt. Ook al komt deze waarschijnlijkheidsberekening niet uit, u gaat zich er wel naar gedragen. Het gereduceerd worden tot een profiel heeft ook gevolgen voor het samenleven. Stel: u als linkse jongen zoekt via Google op ‘Ronald Reagan’. Uw collega, het type gezellige rechtse buurman, zoekt ook informatie over Reagan. Niet alleen krijgt u andere informatie dan uw collega, u gaat ook in verschillende denkwerelden leven. Volgens Jacob Kohnstamm staat op die manier niets minder dan het volwaardig mens-zijn op het spel. Door de ‘digitale predestinatie’ van Big Data zijn de menselijke vrijheid, creativiteit en mondigheid in het geding. De voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) wil de stormbal hijsen. Er is een nieuwe strijd nodig, vergelijkbaar met het gevecht tegen machtsmisbruik en machtsongelijkheid in de aanloop naar het kinderwetje van Van Houten uit 1874. Kohnstamm heeft gelijk. Er is dringend behoefte aan een kritisch massabewustzijn over wat er mis is bij het gebruik van Big Data.
***
Het fenomeen Big Data is populair. Er gaat sinds een halfjaar geen dag voorbij of er is niet ergens een Big Data-symposium of -workshop. Ambtenaren, consultants, ict-deskundigen en journalisten zijn er lyrisch over. Ze vergapen zich aan de ongekende mogelijkheden: Big Data-analyse kan epidemieën voorspellen, kan het reisgedrag van tevoren in kaart brengen, biedt kansen voor een verbetering van het openbaar bestuur. Natuurlijk is er die ene kritische vragensteller die opwerpt: ‘Maar wat betekent Big Data nu precies?’ Waarop de discussie even onverwacht venijnige trekjes krijgt; over de definitie lopen de meningen uiteen. Voor het overige: instemmend geknik, applaus en bewondering. De juichverhalen zijn inmiddels bekend. En ontegenzeggelijk brengt de inzet van Big Data waardevermeerdering met zich mee. Maar wat voor gevolgen heeft het gebruik van Big Data voor het mens-zijn en voor het samenleven? En welke uitdagingen liggen er voor de politiek? Die vragen zijn nog weinig gethematiseerd, en al helemaal niet in de politiek. Deze cdv-bundel, Biopolitiek: de macht van Big Data, wil trage vragen stellen bij de dynamiek van een verregaande dataficatie. Het nummer kan worden gezien als een vervolg op het lentenummer van cdv van dit jaar, Biopolitiek: over de beheersing van leven en dood, waarin fundamentele vragen werden gesteld bij vraagstukken rond de omgang met lijden, het begin en het einde van het leven. De term ‘biopolitiek’ is gemunt door de Franse filosoof Michel Foucault. Biopolitiek betekent het besturen van mensen door ze op grond van biologische of lichamelijke kenmerken in te delen. Volgens Foucault is dat een typische eigenschap van de moderne, naoorlogse westerse samenleving. Via rationele besturingspraktijken is het menselijk leven zelf – de gezondheid, hygiëne, het geboortecijfer, de levensverwachting, ons dna – onder een voortdurende controle komen te staan. Deze bundel valt in drie delen uiteen. In het eerste deel staan ‘de gevolgen voor politiek en samenleving’ van Big Data centraal. Wie de vruchten van Big Data wil plukken zal oog moeten hebben voor de manier waarop een datagestuurde infrastructuur onze kijk op de wereld en medemensen verandert. Freek Bomhof legt uit wat Big Data precies is, wat de mogelijkheden zijn en welke politieke vragen rijzen. Beatrice de Graaf plaatst de herkenning en registratie van mensen in historisch perspectief. Meer kennis en transparantie leveren niet altijd meer wijsheid op, maar kunnen ook pijn opleveren, zo betoogt Erna Scholtes. En Frank Bosman laat in een cultuurtheologische reflectie zien hoe de individuele vrijheid door Big Data onder druk komt te staan. Het tweede deel heet ‘Ethische dilemma’s rond het gebruik van Big Data’. Nu de informatietechnologie steeds intiemer wordt, schrijft Rinie van Est, neemt de technische, politieke, economische en sociale strijd die zich op de mens richt, steeds heftiger vormen aan. Het vertrouwen in de waarde van data kan worden geschonden doordat de techniek zich aan het oog onttrekt, de autonomie van burgers en klanten in het geding komt, en machtsongelijkheid in de hand wordt gewerkt, stelt Esther Keymolen. Marianne Hirsch Ballin gaat in op de dilemma’s die gegeven zijn met de inzet van Big Data in de strijd tegen terrorisme. Ze plaatst haar beschouwing veelzeggend in de context van de risicomaatschappij. Het derde deel, ‘Naar een nieuwe balans’, verkent nieuwe wegen met behoud van vaste waarden. Privacy wordt tegenwoordig vooral geformuleerd als individueel recht. Deze benadering is echter niet langer houdbaar in Big Data-processen, die niet op specifieke individuen zijn gericht, maar potentieel eenieder betreffen. Privacy zou dan ook moeten worden geherformuleerd als maatschappelijke waarde, betoogt Bart van der Sloot. Big Data biedt veel kansen om het eigenaarschap en de zeggenschap van burgers beter vorm te geven, stelt Peter Cuyvers. Josien Pieterse en Mieke van Heesewijk laten zien hoe de informatietechnologie een positieve uitwerking kan hebben op de betrokkenheid van burgers bij democratische besluitvorming.
***
De ‘intiem-technologische revolutie’ van Big Data daagt burgers, politici en bestuurders op een enorme schaal uit. Het op een humane wijze vormgeven van de steeds inniger verstrengeling tussen mens en techniek is misschien wel, zoals Van Est terecht opmerkt, een van de grootste uitdagingen van deze eeuw. Voor het CDA ligt er een nobele opdracht. Het bewaren van de menselijkheid ten tijde van Big Data is te belangrijk om alleen aan techneuten of aan de liberalen van D66 over te laten. In de rijke christendemocratische traditie ging kritiek op een eendimensionaal vooruitgangsgeloof altijd hand in hand met het uitdragen van het mensbeeld van de homo respondens, de mens die geroepen is om te antwoorden op de relaties waarin hij wordt geplaatst. Het gaat dan niet om wantrouwen tegenover de digitalisering; je verschansen achter een muur uit naam van de beschaving is weinig behulpzaam. Het gaat ook niet om een blind vertrouwen in de digitalisering. We moeten juist wegen vinden om op een verantwoorde manier mee te bewegen met de techniek. De vraag is kortom niet of Big Data wel of niet moreel juist is; de vraag is eenvoudigweg welke kwaliteit van mens-zijn bevorderd wordt door het gebruik van Big Data. Zou het niet een mooie uitdaging zijn om een eigentijdse visie op ‘technologisch burgerschap’ te ontwikkelen? Durven we het aan?
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.