Welk nieuw hoofdstuk Europese geschiedenis wil het CDA mee gaan schrijven?
Samenvatting
De Europese verkiezingen leverden Nederland en het CDA een mooi resultaat op: een anti-Europese golf bleef in ons land uit, en het CDA levert de meeste Nederlandse Europarlementariërs. De Europacampagne van de partij was nadrukkelijk defensief. Het leitmotiv was: Europa terug in zijn hok. Moet dat nu ook, met het goede verkiezingsresultaat op zak, de lijn zijn voor het toekomstige Europabeleid?
De jongste CDA-Europacampagne had een aantal kenmerken.1 Het grote belang van Europa werd conform het verkiezingsprogramma steeds benadrukt, al had er wat meer uitleg of warmte bij gekund, en werd vooral het economische en Nederlandse belang belicht. Er werd uitgebreid en niet zonder emotie ingegaan op tekortkomingen van Europa, en op vermeende onlustgevoelens onder burgers; dit leidde tot sweeping statements als: Turkije niet bij de EU, geen uitbreiding van de Unie de komende vijf jaar, Roemenen hebben niets met ons gemeen. Verder werden ferme beleidsaccenten gelegd: invoering van kopgroepen die op het Europese peloton vooruit moeten lopen, strikte bevoegdheidsafbakening in een Kompetenzkatalog, beperking van het vrij verkeer van personen. Er werd voortdurend geaccentueerd dat de burger geen vertrouwen meer heeft in de eu. Tot slot ontbrak een visie voor hoe de EU de toekomstige uitdagingen tegemoet moet treden.
Daarmee was de toon wezenlijk anders dan bijvoorbeeld het Europabeleid van de Duitse CDU.2 Die schuwt de kritiek op Europa zeker niet, maar kiest wel steeds een constructieve toon, en schetst een horizon. De CDA-campagne was eerder defensief – kort gezegd: Europa terug in het hok. Met het verkiezingsresultaat op zak moet het CDA nu echter gaan bouwen aan het draagvlak dat de EU nodig heeft om te kunnen realiseren wat we van haar verwachten. Het moet ‘bouwen aan een Europa waar elk mens telt’.3 Het CDA-verhaal van nu ontbeert nog een langetermijnvisie, en de wereld staat niet stil.
***
Internationale ontwikkelingen werken steeds sterker door op nationaal niveau. De grote uitdagingen van vandaag (economische crisis; klimaatverandering; schaarste van energie, water, voedsel en grondstoffen; onveiligheid en cybercrime; pandemieën) zijn internationaal. En internationale gremia (OESO, EU) bepalen dan ook steeds meer de kaders voor het Nederlandse beleid, vaak ruim voordat het nationale politieke debat plaatsvindt.
Dat internationale veld wordt niet alleen steeds invloedrijker, maar ook steeds instabieler. Oekraïne is pas het eerste voorbeeld van een crisis zoals die mogelijk is in een multipolaire wereld waarin macht gespreid is en de VS als ordehandhaver terugtreedt. In het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Oost-Azië doen zich zorgwekkende ontwikkelingen voor.
Tegelijkertijd was de EU tijdens de crisis zeer succesvol. Dankzij de ijzeren politieke wil van bondskanselier Merkel en moeizame maar uiteindelijk geslaagde samenwerking bleef de Unie overeind. De effecten van dat beleid hebben veel burgers echter nog niet bereikt. En in veel landen leggen nationale politici het eigen falen graag op het bord van de EU.
Terwijl dus de noodzaak van Europees gecoördineerd optreden steeds groter wordt, en de EU aantoonbaar resultaat levert, wil de burger die realiteit niet zien. Hij danst naar de fluit van de rattenvanger van Hamelen. De Europese verkiezingsuitslagen (Front National in Frankrijk, ukip in het Verenigd Koninkrijk, Gouden Dageraad in Griekenland) laten dat zien. Maar als politici de burger bevestigen in zijn struisvogelhouding, zal diezelfde burger daarvoor uiteindelijk een hoge prijs betalen als gevolg van verkeerd beleid.
Er zijn gelukkig ook tekenen van kentering. De eurocrisis, de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar en de kandidatuur van Juncker voor het Commissievoorzitterschap, maakten Europa tot een binnenlands politiek debat.4 Mensen beginnen zich te realiseren dat Europa echt telt.
Hoe kan het CDA nu uittekenen welk nieuw hoofdstuk EU-geschiedenis het wil schrijven, samen met de CDU en andere EVP-partijen, met betrokken leden in het eigen Europanetwerk en de gereactiveerde provinciale Europawerkgroepen? Daar is een aantal bouwstenen voor nodig.
***
De geopolitiek dwingt de EU als één blok in de wereld te staan. De Oekraïnecrisis heeft dat ruw getoond. Die boodschap dringt maar traag door. Eenheid, solidariteit en helder beleid zijn nodig. Helderheid over het buitenlands beleid, dat gezamenlijk moet zijn; over defensie, die meer integratie vraagt; en over uitbreiding, waar geen twijfel mag worden gezaaid over de perspectieven van de kandidaat-landen, zeker op de Balkan. Twijfel nu betekent problemen later.
De reeds genoemde grote internationale uitdagingen vergen een gezamenlijke Europese aanpak. Hoogste prioriteit daarbij heeft de invoering van een gemeenschappelijk energiebeleid.
Economische concurrentiekracht vergt economische beleidscoördinatie, dappere hervormingen en het afsluiten van nieuwe handelsakkoorden. Om als één blok in de wereld te staan moet de EU onvermoeibaar werken aan haar concurrentiepositie en innovatievermogen. Samenwerken in Europa betekent weliswaar compromissen, maar een markt van 500 miljoen mensen betekent heel veel invloed in de wereld. Hier past ook een opmerking over de Kompetenzkatalog, de wens tot strikte inperking van de EU-bevoegdheden: daarmee had de eurocrisis niet kunnen worden opgelost; en de langdurige verbeten kabinetsinspanning om beleidsterreinen te vinden die van Brussel terug moesten naar Nederland leverde vooral ondergeschikte punten op.
De christendemocatie moet met het concept van de socialemarkteconomie de sociale dimensie van Europa nieuwe inhoud geven. De oprichters van de EU gingen uit van economische groei en sociaal beleid als communicerende vaten. De laatste twee decennia verwaterde die link. Ook in onverwachte hoeken is op dit moment veel aandacht voor de ongewenste economische effecten van toenemende ongelijkheid in de samenleving en de noodzaak van inclusieve groei.5
Solidariteit vraagt om een ander discours dan nu. In een hechte Unie moet solidariteit structureel zijn, niet à la carte; zij moet een anker van zekerheid bieden. Met kopgroepen zonder een Europese grootmacht als Polen en zonder strategie om de achterblijvers weer bij te halen valt de EU uit elkaar. Beperking van het vrij verkeer van Bulgaren en Roemenen past daar ook niet bij. Die miskent dat de oorzaak van de geconstateerde problemen vooral ligt bij onze nationale controles; het vrij verkeer is onlosmakelijk verbonden met de interne markt en is de tegenprestatie voor de massale toegang van onze exporten en investeringen tot de Centraal-Europese markten; naast chauffeurs en schilders gaat het ook om hooggekwalificeerde krachten waaraan hightechbedrijven schreeuwende behoefte hebben. Solidariteit vergt een inspanning van de ontvanger, maar ook erkenning van de enorme inspanningen geleverd door Centraal-Europese landen en Griekenland om aansluiting bij de EU te krijgen en te behouden, en van de voordelen voor de EU dat zij het blok kwamen versterken. Het beeld dat het nijvere noorden moet betalen voor het zorgeloze zuiden is te simpel.6
De bestaande democratische instrumenten van Europa moeten optimaal worden gebruikt. Het debat over het vermeende democratisch tekort in Europa doet soms wonderlijk aan. Het Verdrag van Lissabon is wellicht het meest democratisch tot stand gekomen internationale verdrag ooit, zeker als men het jarenlange proces in de aanloop naar het eerdere Grondwettelijk Verdrag daarbij meerekent. De EU biedt twee volwaardige instrumenten van representatieve democratie: de nationale parlementen die de Raad controleren, en het Europees Parlement. Bij de gewone wetgevende procedure zijn de Raad en het EP gelijkwaardige beslissers; uiteindelijk bepaalt in de EU dus steeds de burger wat er gebeurt. De Commissie is niet democratisch opgezet, maar zij is ook geen wetgever maar een sturende, uitvoerende macht. Er is in Nederland een neiging om het EP niet als een ‘echt’ parlement te zien, onder meer omdat er geen Europese ‘demos’ zou zijn. Dat is in strijd met de juridische en feitelijke realiteit7 – het EP heeft grote bevoegdheden en behandelt wetgeving en verdragen zeer inhoudelijk – en zet burgers op het verkeerde been. Wel moet de betrokkenheid van nationale parlementen bij Europa versterkt worden.
Het CDA moet werken aan een beter doorklinken van de visie van het Nederlandse middenveld op het Europese niveau, en op versterking van de invloed van het Europese middenveld in Brussel. Als burgers het gevoel hebben dat hun stem niet alleen via de politiek, maar ook via hun belangenorganisaties in Brussel gehoord wordt, zal het draagvlak voor de EU toenemen. In Nederland zetten Rutte I en II de zeis in het maatschappelijk middenveld (cultuur, ontwikkelingssamenwerking, publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie), een van de pijlers van het CDA-denken. Op Europees niveau speelt de civil society echter een grote rol. Veel maatschappelijke groepen zijn Europees georganiseerd en de Commissie betrekt hen steeds intensiever bij de beleidsvoorbereiding.
Europa is een van de lagen van onze identiteit: Europeanen zijn verbonden door een eindeloze variatie aan gemeenschappelijke ervaringen op velerlei gebied: geschiedenis, cultuur, religie, enzovoort.8 De EU en de lidstaten moeten een gezamenlijke inspanning leveren om die gedeelde ervaringen zichtbaar te maken. Een mooi voorbeeld was minister Timmermans die in het tv-programma De Wereld Draait Door hartstochtelijk vertelde over de rijke cultuur die Europa maakte tot wat het nu is.9 Wat Europeanen gemeenschappelijk hebben is soms gemakkelijker zichtbaar van verre – vanuit China, Afrika, Rusland of de VS – dan in Europa zelf. De gemeenschappelijke identiteit en gemeenschappelijke waarden zijn uiteindelijk het cement van de Europese integratie. Met cijfers en rationaliteit alleen, of met zielloos pragmatisme, red je het niet.
En dan tot slot: we moeten blijven vertellen waar het in Europa om gaat, overtuiging uitdragen. Europa is ingewikkeld en past niet in een slogan. Te veel meegaan in de zorgen van de burger kan ook een selffulfilling prophecy worden. We moeten angst vervangen door hoop.
***
Voor de uitdagingen en de transformaties die zich aandienen kunnen we niet zonder Europa. Waar meer gas nodig is, moet niet op de rem getrapt worden: de nabije toekomst vraagt moedige stappen, de wereld wacht niet. Daarom zijn draagvlak voor Europa en leiderschap nodig. Het CDA zal voor de mensen een brug moeten slaan naar de realiteit en de toekomst. Het CDA is decennialang een thought leader in het Nederlandse Europabeleid en in Europa geweest. De kersverse Italiaanse premier Renzi stelt dat de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie ‘van Europa moet houden met de blik van een innovator’.10 Dat moet en kan ook de koers van het CDA zijn.
Noten
- 1.Bronnen: het CDA-verkiezingsprogramma Naar een slagvaardig Europa; het interview met Sybrand Buma bij de NOS op 11 mei 2014; het essay van Sybrand Buma, Esther de Lange en Ben Knapen, ‘Voor een slagvaardige Europese toekomst’; en het debat tussen Sybrand Buma en Alexander Pechtold in Nieuwsuur op 19 mei 2014.
- 2.Vgl. CDU, ‘Gemeinsam erfolgreich in Europa.’ Europapolitischer Beschluss des 26. Parteitags der CDU Deutschlands. Berlijn: CDU, 2014.
- 3.EVP-Fractie CDA, Bouwen aan een Europa waar elk mens telt. CDA Europa Manifest. Den Haag: EVP-Fractie CDA, 2013.
- 4.Zie bijvoorbeeld de kop op de voorpagina van NRC van 27 mei 2014: ‘Machtsstrijd in Brussel’.
- 5.Vgl. ‘Inequality, economists and growth’, in: Shell, New Lens Scenarios. Den Haag: Shell, 2013, p. 33; OECD, All on board. Making inclusive growth happen. Parijs: OECD, 2014.
- 6.Vgl. Caroline de Gruyter, ‘Foute boel’ (interview met Philippe Legrain), NRC, 28 mei 2014.
- 7.Adviesraad Internationale Vraagstukken, Nederland en het Europees Parlement. Investeren in nieuwe verhoudingen (AIV-advies 81). Den Haag: AIV, 2012.
- 8.Vgl. Pieter Steinz, Made in Europe. De kunst die ons continent bindt. Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2014.
- 9.De Wereld Draait Door, VARA, 21 mei 2014 (op nos.nl: ‘Monty Python helpt Timmermans Europa te promoten’); zie ook het initiatief van Commissievoorzitter Barroso ‘New Narrative for Europe’.
- 10.‘Matteo Renzi: “Changer l’Europe pour la sauver”’, Le Monde, 2 juni 2014.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.