Het CDA heeft de weg omhoog weer gevonden [2]
Samenvatting
Het gaat goed met het CDA, horen we met regelmaat vanuit de partij. Ik wil de feestvreugde liever niet bederven, maar laat de feiten spreken.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen haalde het CDA dit jaar evenveel stemmen als vier jaar eerder (2010). Toen als heel slecht beoordeeld, nu verwelkomd als prachtig resultaat. In de grote steden telt het CDA nauwelijks meer mee. D66 heeft de steden ‘veroverd’. Het CDA is sterk in het achterland, maar de verstedelijking zal verder toenemen. Dus? De uitslag van de Europese verkiezingen werd enthousiast ontvangen met een verlies van ruim twintig procent van de kiezers. Door een lijstverbinding werd het aantal zetels nog wel net behouden, en dat voor een partij die tot de dragers van Europa behoort. Wat zegt dat? Het ledenaantal daalde de afgelopen drie jaren van 61.000 naar nu zo’n 56.000. Weinig bemoedigend.
Waarop kan die ‘weg omhoog’ dan wel gebaseerd worden? Het CDA ‘peilt’ al enige tijd rond de 20 zetels. Fors meer dan de 13 zetels die het CDA als alltime low haalde bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Ongeveer het niveau van 2010. Ik roep in herinnering dat het CDA toen in zak en as zat. Gezakt van 41 naar 21 zetels. Het rapport-Frissen (Verder na de klap, kennen we het nog?) beschreef onomwonden hoe slecht het CDA functioneerde. De partij was verwaarloosd op inhoud en profiel en had een partijcultuur en organisatie die vervreemdde. De kiezer had zich afgekeerd.
‘De weg omhoog is gevonden’ klinkt me nog te mooi. Er worden zeker stappen gezet. Sybrand Buma en Ruth Peetoom hebben knap de rust weten te brengen waarop het herstel nu verder plaats moet vinden. Die aanpak verdient veel waardering. Maar ik mis nog een helder inhoudelijk christendemocratisch ‘verhaal’, een consequente ‘boodschap’ die herkenbaar is in het politiek handelen van alledag. Daar wordt door fractie en bestuur hard en goed aan gewerkt. Vele commissies en (meta- en visie)groepen denken mee. De ‘zeven principes’ van de fractie zouden daarbij de inhoudelijke leidraad worden. Maar die zijn nog onvoldoende uitgewerkt. De samenleving schreeuwt ondertussen om andere verhoudingen tussen overheid, politiek, instituties en burgers. Ligt daar niet de kans?
***
De verzorgingsstaat heeft maatschappelijk initiatief en ‘eigenaarschap’ van burgers verdrongen. Overheidsbemoeienis, paternalisme, de zogenoemde professionalisering – ze leiden allemaal tot schaalvergroting, anonimiteit en vervreemding binnen en van instituties. Ze creëren calculerende burgers, consumenten. Bij elk maatschappelijk vraagstuk en bij elke onzekerheid of onvrede wordt om ‘overheidsoptreden’ gevraagd. Bij overheid, politiek en ook bij het CDA bestaat de ontembare drang om te veel voor de burgers te willen regelen. Het komt voort uit de wens om alle mogelijke risico’s uit te sluiten, een hang naar zogenoemde ‘professionaliteit’, ‘controle en toezicht’, ‘beheersing’, bureaucratie, technocratie en afstandelijkheid met een overmaat aan regelzucht, met loze beloftes aan burgers dat de politiek zorgt dat ‘het goed komt’. Soms lijkt het op cliëntelisme: de behoeftige burger vraagt en de politiek draait. Maar een samenleving waarin (te) veel burgers hun gevoel van individuele verantwoordelijkheid kwijtraken, is een samenleving die aan vitaliteit inboet. Die uiteindelijk vastloopt.
Staat het CDA niet bij uitstek voor die verantwoorde samenleving, big society, menselijke maat en particulier initiatief? Te vaak staat het dagelijks politieke doen en laten daarmee nog in schril contrast. Politici, ook van ons eigen CDA, gaan mee in de roep van de burger, de tucht van de media, incidentenpolitiek en misschien wel het allerergste: de illusie van risicouitsluiting, waardoor sectoren als onderwijs en zorg een verstikkende lawine aan regels over zich heen gestort krijgen, die leerkrachten en zorgverleners soms tot wanhoop drijven.
Voor de menselijke maat en particuliere maatschappelijke initiatieven, waar risico’s en verschillen bij horen, zal weer ruimte moeten komen. Het droombeeld dat decennialang is opgeroepen, namelijk dat de overheid de vele problemen van de mensen oplost, moeten we achter ons laten. Het CDA, toch de Partij van de Samenleving, van sámen-leven, staat voor een samenleving en politiek waarin de overheid stappen terug doet. De vitaliteit van een samenleving zit juist bij mensen; daar moet meer ruimte voor zijn. Overheid, politiek en politieke partijen bieden lang niet altijd de oplossing, maar zijn nogal eens een wispelturige sta-in-de-weg. CDA-politiek moet herkenbaar zijn omdat die aansluit bij de kracht van mensen, in plaats van zo gericht te zijn op instituties, centralisatie, macht, beheersinstrumenten en schaalvergroting.
***
De samenleving ‘terug’ naar de burgers, burgers ook mogen aanspreken op de eigen rol en verantwoordelijkheid – zeker ook naar elkaar –, en nabijheid en betrokkenheid stimuleren: zou dat niet het herkenbare CDA-geluid kunnen en moeten zijn, toe te passen naar alle beleidsterreinen? Het paradigma van ‘oude’ politieke scheidslijnen, links of rechts, conservatief of liberaal, socialisme of kapitalisme, past niet goed meer bij een fundamentele revitalisering van de verhouding tussen burger, overheid, politiek en markt. Het vraagstuk van actieve burgerparticipatie en betrokkenheid gaat over de oude ideologische grenzen heen, maar is wel hét CDA-verhaal. Laten we daar consequent en goed inhoud aan geven. Met een goed herkenbaar christendemocratisch geluid krijgen we de weg omhoog écht te pakken.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.