Het CDA heeft de weg omhoog weer gevonden [1]
Samenvatting
Het CDA heeft te maken met een structurele neergang. In 1980 had het CDA nog 49 zetels, dat zijn er sinds 2012 nog 13. Het feit dat we bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement omgerekend uitkwamen op zo’n 21 zetels is bemoedigend te noemen, maar dat is eigenlijk al een te positieve term: de verkiezingen stoppen een neergaande trend, maar ook niet meer dan dat. Het CDA wil geen kleine beginselpartij zijn, maar een brede volkspartij. Dat lukt alleen als de partij een verhaal heeft dat een brede groep mensen, ook niet-christenen, aanspreekt. Zo ver zijn we nog niet.
***
In het rapport Om eenheid en inhoud. Evaluatie Tweede Kamerverkiezingen 2012 hebben we het verlies in 2012 verklaard uit drie O’s: onenigheid, onbekendheid en onduidelijkheid. De onenigheid is gelukkig voorbij. Tussen gekozen politici en in het dagelijks bestuur is de rust weergekeerd. Het is nu zaak om bij de komende herverkiezing van de partijvoorzitter en de programmatische keuzes nieuwe onenigheid te voorkomen. Want iedereen weet dat de kiezer bij intern gedoe afhaakt; niemand wil op een verdeeld huis stemmen.
De onbekendheid betrof vooral het feit dat de zittende CDA-ministers van destijds geen prominente rol meer speelden in de campagne en dat onze lijsttrekker moest opboksen tegen politici die al geruime tijd op het Binnenhof en op televisie de hoofdrol opeisten. Fractievoorzitter Buma is nu duidelijk zichtbaarder, al genieten politici als Pechtold en Roemer altijd nog meer bekendheid. We hebben dan wel een enthousiaste en hardwerkende Tweede Kamerfractie, maar die is – enkele uitzonderingen daargelaten – nog niet heel nadrukkelijk aanwezig op het grote toneel van de nationale politiek. Dat zou nog wel kunnen verbeteren.
Het grootste probleem is nog altijd de onduidelijkheid. Buma heeft met zijn zogenoemde ‘zeven principes’ een serieuze poging gedaan om een inhoudelijk programma neer te zetten. Die principes waren welgekozen en sommige zelfs verrassend goed. Het vervangen van het woord ‘gezin’ door ‘familie’ is een vondst. Daarmee vermijdt de partij een te enge opvatting van gezin; alleenstaanden, samenwonenden en homopartners mogen niet worden uitgesloten. Tegelijkertijd is de partij, onder leiding van de partijvoorzitter, bezig met meta- en visiegroepen rond bepaalde thema’s. Dat is belangrijk voor het langetermijnverhaal van de partij. Maar het is wel zaak om de eerder genoemde zeven principes van de fractievoorzitter en de uitkomsten van deze meta- en visiegroepen niet met elkaar te laten conflicteren.
De kunst is om thema-eigenaar te worden van vier of vijf thema’s, die langdurig mee kunnen en die belangrijk zijn voor burgers. Het CDA had voor de verkiezingen in 2012 drie onderwerpen gekozen waarmee het zich wilde profileren: gezin, samenleving en werk. Deze items sloten echter niet aan bij wat de kiezers belangrijk vonden. Uit onderzoek bleek dat zij zich zorgen maken om hun werk en huis en dat ze vooral een stabiele economie en goede, betaalbare zorg willen. Dan wordt het al snel moeilijk om het CDA-verhaal relevant te laten zijn. Toch is het belangrijk om een verhaal te vertellen dat verder reikt dan de financiële zorgen over de economische crisis. In de gemeenteraadsverkiezingen is eenzijdig de nadruk gelegd op lastenverlichting. We mogen echter het christendemocratische gedachtegoed over noties als internationale en nationale solidariteit, gerechtigheid, rentmeesterschap niet verloochenen. Een mens leeft niet bij brood alleen. Het gaat ook om de vraag hoe we met elkaar omgaan, hoe we voor elkaar zorgen. Daarin onderscheidt het CDA zich van andere partijen. De VVD kijkt alleen naar internationale solidariteit als we er economisch beter van kunnen worden. Wij zijn de partij van de barmhartigheid, die de zeven werken van barmhartigheid in de praktijk brengt en aan mensen voorhoudt. De hongerigen voeden, de naakten kleden, de vreemdelingen herbergen – op alle ‘barmhartigheidsdossiers’ doen we wel mee, maar we lopen niet voorop. Wij moeten vooraan staan bij het kinderpardon, bij de Zonnebloem, bij de voedselbank. Daarnaast is het de kunst om het verhaal over de relevantie van het CDA in een elevator pitch te vertellen. Het verhaal waarmee je kiezers wilt trekken kan echt geen halfuur meer duren. Je komt een kiezer in de lift tegen, en je krijgt een halve minuut: ‘Als u op het CDA stemt, kunt u ervan uitgaan dat wij ons inzetten voor uw huis, uw baan en uw pensioen, maar u mag van ons ook meer verwachten, want wij zijn niet de partij van de overheid of van het eigen ik: wij zijn de partij van de samenleving, waar mensen met en voor elkaar verantwoordelijkheid nemen.’
***
Zijn we er al weer? Nee, dat gaat niet in veertig dagen. Het moet ook geen veertig jaar durende reis worden, op weg naar het beloofde land. Maar de weg van het CDA heeft toch wel iets van die reis door de woestijn: het zal minstens veertig maanden duren voordat de partij zich weer herpakt heeft. Dat is logisch. Ook banken, woningcorporaties, ziekenhuizen en hogescholen hebben al gauw jaren nodig om verloren vertrouwen terug te winnen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.