MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2025 / nummer 3
PDF  

Wie ziet de onzichtbaren?

Over arbeid, erkenning en waardigheid
Albert Rutten
1 oktober 2025

Samenvatting

Polarisatie, bestaanszekerheid en het verlies van vertrouwen staan al jaren hoog op de politieke agenda. De ‘gewone Nederlander’ staat in deze discussie centraal, maar zelden krijgen deze mensen het woord. Socioloog Fabian Dekker brengt hier in zijn nieuwste boek De onzichtbaren. Opvattingen en emoties van praktisch geschoolde arbeiders verandering in. Hiermee geeft hij ruimte aan stemmen die in het maatschappelijk debat zelden worden gehoord.

Dekker heeft met 73 mensen gesproken uit verschillende beroepsgroepen, variërend van circusartiesten en nachtwerkers tot fabrieksarbeiders. Deze verhalen vormen een beeld van de ervaringen van de arbeidersklasse van vandaag. Het zijn mensen die het land draaiende houden, maar ook het gevoel hebben dat er niet altijd naar hen geluisterd wordt, zowel op de werkvloer als in het maatschappelijk debat.

Het resultaat is een boek dat inzicht geeft in de persoonlijke levens van praktisch geschoolden. Daarnaast houdt het boek een spiegel voor aan de samenleving: hoe vertaalt het gevoel van onzichtbaarheid zich door naar democratie en sociale cohesie? In deze recensie bespreek ik hoe Fabian Dekker dit vraagstuk uitwerkt, welke inzichten het biedt en waar het boek een stap verder had kunnen zetten.

Stemmen uit de schaduw

De onzichtbaren is een boek dat een academische analyse weergeeft in een verhalende vertelvorm. De achtergrond van de auteur als socioloog klinkt hierin door, maar de verhalende vertelvorm zorgt ervoor dat dit boek voor een breed publiek aantrekkelijk is. In dit boek combineert Dekker kwalitatieve interviews met reflecties op bredere maatschappelijke ontwikkelingen. Voor dat laatste gebruikt hij zowel cijfers als literatuur van toonaangevende onderzoeksinstituten binnen Nederland (onder andere het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en het Sociaal en Cultureel Planbureau). Hierdoor komen drie thema’s prominent naar voren.

Het eerste thema is de rol van emotie en de miskenning ervan. Academisch geschreven beleidsstukken gaan vaak uit van een maatschappelijk probleem. Vervolgens bestaat de oplossing uit het goed richten van de financiële prikkels om het probleem op te lossen. Een goed voorbeeld zijn de rapporten over de energietransitie. De energietransitie moet op stoom komen, maar de menskracht hiervoor ontbreekt. Daarom moet er geld beschikbaar komen voor scholing, zodat mensen de vaardigheden kunnen aanleren die nodig zijn voor het uitoefenen van een nieuw beroep. En verder helpt het ook als de salarissen in deze industrie stijgen, om de aantrekkelijkheid van deze nieuwe beroepen te vergroten.

Fabian Dekker De onzichtbaren. Opvattingen en emoties van praktisch geschoolde arbeiders
Van Gennep | 2025 | 189 pp. | € 22,50 | ISBN 9789461646347

Dit boek laat zien dat een beroep meer is dan een transactie tussen werkgever en werkenden, ofwel een transactie van loon in ruil voor kennis en tijd. Zo voelen circusartiesten zich al van jongs af aan aangetrokken tot het vak. Dat is dan ook de primaire reden dat ze kiezen voor een beroep in het circus. Dit geldt ook voor andere mensen. Werknemers in de industrie ervaren trots voor de eindproducten die ze afleveren en het bedrijf waar zij onderdeel van zijn. Een uniform van een bedrijf is voor hen geen kledingstuk, maar een symbool van dat je ergens bij hoort. Deze vormen van beroepstrots vormen een belangrijke motivatie voor mensen voor het kiezen van een beroep. Financiën spelen daarin slechts een beperkte rol.

Het tweede thema is het verlies van vakmanschap. Het uitvoeren van werk is door mondialisering, financialisering en technologische vernieuwing veel efficiënter dan voorheen. Tegelijkertijd maken deze processen het werk voorspelbaarder. Het gevolg is dat de voorspelbaarheid en herhaling in het werk toenemen. Dit maakt het moeilijker om het werk als zinvol te ervaren. Daarnaast zorgt de toegenomen flexibiliteit op de arbeidsmarkt voor zowel een afname van een teamgevoel als een toenemende protocolisering. Als arbeid makkelijk vervangbaar is, vertrekken mensen vaak en moet de overdracht van werk soepel plaatsvinden. Dit is alleen mogelijk als mensen ‘volgens het boekje’ werken. Dit zorgt voor een lage autonomie in de uitvoering. Daarmee dragen de focus op efficiency en de flexibiliteit bij aan een uitholling van vakmanschap.

Het werken in de nacht dient als buffer tegen deze trends. Zo geven nachtwerkers in de zorg aan dat zij minder bureaucratie ervaren. Ook waarderen ze de onderlinge samenwerking, en hebben ze meer tijd voor patiënten. Dezelfde patronen zien we ook terug bij andere nachtwerkers. Treinmedewerkers voelen zich ’s nachts meer als team opereren. Horecamedewerkers ervaren minder last van regels en procedures. En politieagenten vertellen dat zij minder last ervaren van administratie, en dat dit tijdstip bij uitstek de mogelijkheid biedt om het échte politiewerk uit te voeren. Het donker biedt daarmee een vluchtroute voor bureaucratie, individualisering en het gevoel van zinloosheid.

Nachtwerkers in de zorg geven aan dat zij minder bureaucratie ervaren

Het derde thema is de economische onzekerheid die de onzichtbaren ervaren. Dit gaat enerzijds over de onmacht om jezelf te verzekeren tegen risico’s. Circusartiesten, veelal zzp’ers, hebben niet de mogelijkheid om zich betaalbaar te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Ook voor een carrière na het circus zijn de mogelijkheden beperkt op het gebied van om- en bijscholing. Anderzijds maken werkenden zich zorgen over de hang naar efficiency. Daardoor is het maar de vraag hoelang hun baan nog in Nederland blijft bestaan, als het bedrijf in een ander deel van de wereld goedkoper kan produceren.

Dekker beschrijft deze zorgen zonder in negativiteit te verzanden. Zo heeft hij ook oog voor de goede financiële beloning voor nachtwerkers en arbeiders in de industriële sectoren. Ook constateert hij dat technologisering het werken in de industrie veiliger heeft gemaakt. Verder merkt de auteur op dat de negatieve houding over arbeidsmigratie op de werkvloer vrijwel niet aanwezig is. Met uitzondering van enkele communicatieproblemen zijn de onzichtbaren lovend over het arbeidsethos van arbeidsmigranten. Het boek schetst geen doembeeld, door ook de positieve kanten te benoemen.

Onzichtbaren zijn lovend over het arbeidsethos van arbeidsmigranten

Een spiegel voor de samenleving

Het boek verschijnt in een periode waarin discussies over bestaanszekerheid, lonen en waardering voor werk hoog op de agenda staan. De stakingen in het onderwijs en in de zorg, waarin de roep tegen de bureaucratisering en voor meer vrijheid in het uitoefenen van het vak centraal staan, zijn daarvan enkele voorbeelden. Dekker merkt dan ook terecht op dat Nederland in 2025 een van de gelukkigste landen ter wereld is, maar dat tegelijkertijd het aantal stakingen nog nooit zo hoog is geweest als in de afgelopen vijftig jaar. In dat kader is het ook geen toeval dat CDV in een eerder nummer aandacht heeft besteed aan het belang van mensen op de werkvloer.

Het is van belang om daarbij te benadrukken dat de ervaren kloof uit twee componenten bestaat. Enerzijds is er de economische component, die bestaat uit de onzekerheid over de toekomst en het uithollen van vakmanschap. Anderzijds is er een waarderingskloof, waarbij het gevoel van ergens bij horen centraal staat. Werkenden willen geen pion zijn in een schaakspel dat ‘arbeidsmarkt’ heet.

De kernboodschap van het boek is dan ook duidelijk: zonder de erkenning van de emoties en perspectieven van praktisch opgeleiden blijft de samenleving uit balans. De kloof tussen gezien en ongezien, gehoord en genegeerd, wordt dan alleen maar groter.

Eindreflectie

Het grootste pluspunt van De onzichtbaren is dat het boek een stem geeft aan groepen die zelden gehoord worden. De persoonlijke verhalen maken abstracte maatschappelijke thema’s concreet en invoelbaar. Daarnaast is de timing van het boek uitstekend: de discussie over ongelijkheid en waardering voor werk is actueler dan ooit.

De kracht van dit boek ligt in het aanwakkeren van debat. Het is geen beleidsplan, maar eerder een oproep om te luisteren naar de noden van praktisch geschoolden. Het heeft daarmee een goede spiegelfunctie voor de samenleving in het geheel en beleidsmakers in het bijzonder. Voor een breed publiek is het boek daarmee een eyeopener.

Tegelijkertijd zijn de aanbevelingen die de auteur doet vrij algemeen. Meer sociale bescherming, meer inspraak en herwaardering van arbeid zijn generieke begrippen die de auteur summier uitwerkt. De lezer blijft daardoor met de vraag zitten: hoe bereiken we dit concreet? Politieke partijen zijn hopelijk in staat om hierop een antwoord te formuleren in de komende jaren.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 3, herfst 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl