Vrede zoeken in oorlogstijd
Samenvatting
De oorlog in Israël, Gaza en nu ook Libanon blijft de gemoederen bezighouden, ook in eigen land. Hoe te voorkomen dat de situatie verder polariseert en verhardt? We moeten alles op alles zetten om binnen ons land de eenheid te blijven bewaren. Geen groepen tegenover elkaar zetten, maar naast elkaar plaatsen, en met elkaar in gesprek gaan. Zo’n dialoog tussen moslims, christenen en joden, Palestijnen en Israëliërs zou ook het CDA actief kunnen ondersteunen.
Er zijn maar weinig internationaal politieke conflicten die ook de Nederlandse gemoederen zo bezighouden als de huidige oorlog in Israël, Gaza en nu ook Libanon. Dat wij in dit land hiermee zo breed maatschappelijk verbonden zijn vindt zijn oorzaak niet alleen in het heden. En dan denk ik bijna vanzelfsprekend aan de pijn en frustratie die de Nederlandse samenleving heeft overgehouden aan de verwoesting van de Nederlands Joodse gemeenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. In die Holocaust werden meer dan honderdduizend Joden vanuit Nederland gedeporteerd naar de concentratiekampen om daar te worden omgebracht. Sinds 1945 bestaat er een onverwerkt verleden vanwege dat deel van onze samenleving dat heeft toegekeken of zijn medewerking hieraan heeft verleend.
De eerste decennia ná die oorlog toonde Nederland een bijna vanzelfsprekende verbondenheid met de jonge Joodse Staat die in 1948 werd opgericht: ‘Wij hebben iets goed te maken.’ Maar die bijna onvoorwaardelijke liefde was toch ook weer aan erosie onderhevig onder druk van latere oorlogen in de zestiger en zeventiger jaren. De liefde maakte aanvankelijk plaats voor een kritische vriendschap, die inmiddels in deze tijd dreigt om te slaan in een soort ongenuanceerde animositeit.
De tanende liefde voor Israël heeft meerdere oorzaken. Een van de hoofdoorzaken is vanzelfsprekend dat ook in ons land de wil steeds groter wordt om te erkennen dat er op dat plekje in het Midden-Oosten niet alleen een Staat Israël bestaat maar ook een Palestijnse gemeenschap met duidelijke nationale aspiraties. Aspiraties die politiek gesproken weer haaks staan op hoe de Staat Israël denkt over zijn veiligheid en hoe hij zichzelf ziet in deze wereld.
En dan dit alles ook nog mét de bemoeienissen van partijen als Hamas, Hezbollah en niet te vergeten Iran.
Toch blijft op de een of andere manier die verbondenheid met wat zich daar allemaal afspeelt voortwoekeren, en wel op zo’n manier dat wij als Nederlandse samenleving allemaal vinden dat we hier ook politiek verder mee moeten om een bijdrage te leveren aan een bestendige vrede voor alle partijen. De vraag is wel hoe we dit zouden moeten doen.
Terug naar het begin
Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst terug naar hoe het, al meer dan honderdvijfentwintig jaar geleden, allemaal begonnen is.
In 1896 publiceert Theodor Herzl, een van de grondleggers van het huidige zionisme, zijn kleine boekje Der Judenstaat.1 Het antisemitisme in Europa neemt zulke vormen aan dat het oprichten van een Joods thuisland een laatste redmiddel is – en dat Joodse thuisland zou Palestina moeten zijn. Na de nodige zionistische wereldcongressen, na een Eerste Wereldoorlog én na een Tweede Wereldoorlog met een Holocaust is de oprichting van het huidige Israël in 1948 een feit. Echter, door de Palestijnse bevolking die op diezelfde plek woont waar Joden uit de hele wereld zich sindsdien zijn gaan vestigen, wordt deze Joodse Staat gezien als een aantasting van haar rechten op dit stukje land. Vanaf 1948 ontvouwt het conflict zich in alle hevigheid. Te midden van elkaar opvolgende oorlogen in 1948, 1956 en 1967 krijgt het zionistische ideaal vorm, terwijl de Palestijnse entiteit nationaal en internationaal niet alleen geen plaats krijgt, maar in de marge van haar voortbestaan ook een lijdensweg blijft ondergaan.
Voor een christelijk geïnspireerde partij als het CDA is het begrijpelijk dat het huidige Israël ook theologisch een spanningsveld kan vormen, net zoals dit het geval is binnen het kerkelijk gebeuren in ons land. Vanuit het Bijbelse gedachtegoed bestaat er een onlosmakelijke christelijke verbondenheid met het Joodse volk. Dat is wat de theologie ons voorhoudt. Maar de vraag is natuurlijk of dit ook geldt voor deze Staat Israël. Israël is niet een-op-een het jodendom. Het gedachtegoed van de zionistische grondleggers van het eerste uur getuigen daar ook van. De noodzaak om een Joodse Staat op te richten werd gevoed door de angst voor dat antisemitisme en door het volstrekt seculiere denken van Herzl en degenen die zijn gedachtegoed deelden. En dat is weer een heel ander verhaal dan wat de profeten in de Tenach, de Bijbel, ons voorhouden over een Joodse Staat, waarbij het Joodse Volk terugkeert vanuit de diaspora. De component Messias waar de Bijbel in die context over spreekt, ontbreekt ten enenmale in het verhaal van het zionisme dat diende als basis voor het huidige Israël.
De confessionele en christelijk geïnspireerde politieke partijen waartoe ook het CDA behoort zijn er echter wel van overtuigd dat de Nederlandse samenleving nog steeds die eerdergenoemde ereschuld na de Tweede Wereldoorlog aan de Joodse gemeenschap draagt: ‘Wij hebben iets goed te maken.’ Een verbondenheid en een solidariteit met dat land waar de weinigen die de Holocaust overleefden uiteindelijk een plek vonden om verder te leven na eeuwen van vervolgingen in – en deels: door – christelijk Europa, ligt bijna voor de hand. Daarnaast ervaren deze fracties ook steeds meer die verantwoordelijkheid voor een rechtvaardige plaats voor de Palestijnen in het hele conflict.
En nu?
Welke weg moet het CDA bewandelen om politieke verantwoordelijkheid te kunnen nemen in dit gecompliceerde strijdperk, om daarmee een bijdrage te leveren aan het politieke discours? Dit is minder ingewikkeld dan het vaak lijkt.
Allereerst moeten wij blijven beseffen dat wij dat meer dan honderd jaar durende conflict hier in Nederland niet kunnen oplossen. Het primaat daarover is echt in handen van de daar conflicterende partijen. Met alle respect voor de politieke leiders van ook onze partij, premier Netanyahu of president Abbas gaat niet luisteren naar wat het CDA hier in Nederland ervan vindt. Net zomin als een Hamas of een Hezbollah dit zal doen. Maar dit betekent natuurlijk geenszins dat wij dan maar met gevouwen handen moeten blijven toekijken. Om te beginnen moeten we ervoor zorgen dat het conflict niet wordt geïmporteerd naar dit land.
Wij kunnen het meer dan honderd jaar durende conflict hier in Nederland niet oplossen
Alleen al de gebeurtenissen rond de huidige Gazaoorlog in die lange jaren van strijd laten zien dat in ons land verschillende groeperingen zich verbonden voelen met de ene dan wel de andere kant van het conflict. Daardoor moeten wij blijven beseffen dat in de vrijheid die ons gegund is binnen de Nederlandse rechtsstaat, beide kanten recht van spreken hebben. En dat ook beide het recht wordt gegund om hun gelijk op te eisen.
Wat dit betreft is de huidige Gazaoorlog op zijn minst een wake-upcall. De christendemocratie moet beide meningen het recht gunnen dat ernaar geluisterd wordt. Beide groeperingen voelen de boosheid, de pijn, de zorgen en het verdriet. Met de CDA-waarden van humaniteit, solidariteit en het stimuleren van een wereld van vrede en welvaart voor iedereen moeten wij juist met deze gevoelens de partijen in ons land dichter bij elkaar brengen, zoals dat ook op talrijke andere platforms buiten de politiek gebeurt.
Misschien is er te lang met een onevenredige aandacht geluisterd naar het Israëlische belang, zonder diezelfde consideratie voor de verlangens van de Palestijnen.
Oorlogstijd
Veel politiek denken, nationaal en internationaal, is vaak niet gebaseerd op feiten, maar veeleer op beeldvorming die op allerlei manieren wordt gecreëerd. Het is oorlogstijd. De propagandamachines draaien op volle toeren. Daarnaast is er sprake van oorlogscensuur. Oorlogsgebieden zijn vaak moeilijk toegankelijk om tot de feiten te kunnen doordringen.
Breng via gesprekken groepen dichter bij elkaar
Willen wij als politieke partij met onze waarden blijven bijdragen aan een vreedzame samenleving, dan moeten wij er duidelijk voor kiezen bij de feiten te blijven zoals deze voorhanden zijn, en niet gebruikmaken van grote woorden die het goed doen maar veelal niet op de waarheid zijn gebaseerd.
Het belang van de voortdurende dialoog
Het is vanzelfsprekend dat het CDA voortdurend een bijdrage moet blijven leveren aan een internationale wereld waarin oplossingen worden uitgedacht. Onze eigen regering, de Europese Unie, de VN en de grootmachten hebben daar allemaal een zegje in. Vanuit de rol die het CDA nu in ons land vervult in de oppositie moet de partij wel degelijk daarin haar stem ook laten horen. Nee, oplossen kunnen wij het niet, maar een stem laten horen om waar mogelijk bij te sturen, kunnen we zeker wel. Hier in ons land kennen wij meerdere gesprekspartners die de Palestijnse belangen proberen uit te dragen. En dan doel ik op die gesprekspartners die dat op een waardige manier doen, binnen de regels en de normen van onze rechtsstaat.
Onderhand echter, met de feiten zoals wij ze kennen, moeten we alles op alles zetten om binnen de grenzen van ons eigen land de eenheid te blijven bewaren. Geen groepen tegenover elkaar zetten, maar ze naast elkaar plaatsen. Met elkaar in gesprek gaan. Moslims, christenen en joden, Palestijnen en Israëliërs. Zo ben ik zelf betrokken bij organisaties zoals Saïd&Lody, die voortdurend dit gesprek op gang houden. Binnen Saïd&Lody zijn wij in gesprek op scholen, binnen de wereld van de media, bij overheidsdiensten zoals gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie. Het zou zo mooi zijn wanneer ook het CDA vanuit zijn grondprincipes zich bij deze initiatieven aansluit of zelf initiatieven ontwikkelt voor deze tweegesprekken, die in ieder geval in ons land de groeperingen dichter bij elkaar brengen.
De ervaring van de afgelopen jaren hebben mij in ieder geval geleerd dat dit in Nederland heel wel mogelijk is en ten behoeve van het sociale welzijn en het afbreken van wederzijdse animositeit veel vruchten afwerpt. Ook in oorlogstijd.
Noot
- 1.Theodor Herzl, Der Judenstaat. Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage. Leipzig en Wenen: M. Breitenstein’s Verlags-Buchhandlung, 1896.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

