MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2024 / nummer 4
PDF  

Volkspartij vraagt vleugels en filosofie

Frank A.M. van den Heuvel
9 december 2025

Samenvatting

Door het verwaarlozen van de vleugels en hun eigen gedachtegoed boden volkspartijen ruimte aan het populisme. Een geprofileerd gedachtegoed geeft partijen stabiliteit en herkenbaarheid. Vleugels geven de partij kleur en voorkomen radicalisering van binnenuit. Geloof in het bestaansrecht van klassieke volkspartijen is meer dan ooit nodig.

In juni 2010 verloor het CDA de verkiezingen en ging van 41 zetels in de Tweede Kamer naar 21 zetels. De PVV steeg van 9 naar 24 zetels. In de jaren daarna gingen we als partij naar 13, en vervolgens naar 5 zetels. Dan houdt het in wezen op een echte (brede) volkspartij te zijn. Terwijl de volkspartij het beste antwoord is op populisme, zoals ik eerder schreef in Het Financieele Dagblad.1 Goed functionerende volkspartijen hebben twee belangrijke kenmerken: ze hebben vleugels en opereren vanuit een filosofie. Deze combinatie onderscheidt hen van populistische partijen.

Filosofie

Volkspartijen als PvdA, CDA en VVD hebben een ideologie, of nauwkeuriger geformuleerd, een filosofie, een fundament.2 Of dit nu is vanuit een katholieke, protestantse, socialistische of liberale levensvisie. Deze partijen ontstonden in een tijd van verzuiling, waarbij de Nederlandse samenleving keurig verdeeld was met in de politieke arena genoemde volkspartijen; rechtsvoorgangers van CDA, VVD en PvdA. Een filosofie betekent dat je als partij ergens van uitgaat en inhoudelijk ergens op kunt terugvallen. Het gedachtegoed van deze partijen is soms in vele tientallen jaren opgebouwd, gevormd en gemodelleerd aan de hand van principes, uitgangspunten, denkers, activisten, boeken, het evangelie, levensvisies, enzovoort. Naar voren gebracht door geëngageerde politici. Deze partijen en hun voorlieden hadden een toekomstbeeld met wortels en wilden dat uitdragen. Deze partijen hebben de toon gezet tot aan het eind van de vorige eeuw. Pim Fortuyn kwam op en toen werd alles anders.

De radicalere, populistische partijen kiezen een andere aanpak. Ze nemen één issue of hebben een welsprekende leider of iets anders dat op dat moment past. Soms is alleen ‘tegen zijn’ al een basis; hoe kortstondig en vluchtig ook. De leider gaat de mensen niet vooruit, maar volgt, reageert op de stemming onder het volk.

Het langetermijnbeleid is dan minder belangrijk. Dat is een logisch gevolg van het niet hebben van een ideologie, wortels, uitgangspunten. Daarom blijken deze partijen vaak ook footloose, kwetsbaar en vluchtig. Zie de opkomst en neergang van LPF, Forum voor Democratie, BBB, NSC. En ja, dan is het nu de vraag: hoe kwetsbaar is de PVV? Gedurende vele decennia waren de volkspartijen het anker van en in de Nederlandse politiek. En toch hebben deze partijen, meegaand met de tijdgeest, hun ideologie verwaarloosd, zoals Tom van der Meer, hoogleraar politicologie, beschrijft.3 Hierdoor zijn mensen, kiezers, elders houvast gaan zoeken, en dat betekent vaak de lokroep van de populisten. Terwijl zwevende kiezers altijd stabiele partijen zoeken; maar partijen zijn gaan zweven. Volkspartijen mogen dus weer meer perspectief schetsen op basis van doorleefde uitgangspunten. En ja, dan mogen er ideologische waarden onder liggen. Populisten doen dat niet en zijn daarom geen echt alternatief voor de volkspartijen.

Vleugels en emancipatie

Volkspartijen hebben de populisten laten opkomen en groeien. Met het minder profileren van het eigen gedachtegoed verloren deze partijen veel. Een echte volkspartij opererend vanuit een eigen filosofie heeft vleugels en weet draagvlak, steun en stemmen te verwerven breed onder de mensen. Wel met een gemeenschappelijke noemer. Voor de PvdA was dat de sociaaldemocratie en voor het CDA de christendemocratie. Zoals gezegd: in de verzuilde tijd hadden we enkele expliciete volkspartijen onder socialisten, katholieken, liberalen en protestanten. Hoewel hier een nuance op aan te brengen is, want de protestanten waren alweer versnipperd en de socialisten hadden ook weer niet alle klassen evenredig vertegenwoordigd in de gelederen. Misschien waren de Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP) en later de Katholieke Volkspartij (KVP) wel de enige echte volkspartijen die we gekend hebben in Nederland. Catch-all-partijen die werkelijk in alle lagen van de bevolking aanhang hadden; de rijke industriëlen en adel in Brabant, Limburg en Twente, maar eveneens de arme boeren en wevers op de Brabantse zandgronden en de arbeiders in Tilburg, Oss en het Limburgs mijngebied. En de reden was dat een dergelijke volkspartij, onderdeel van een eigen zuil, dé manier was om te emanciperen, om door te dringen in het bastion van Nederlandse liberalen en protestanten. De katholieken wilden erbij horen. Dus alle mensen van deze groep moesten samenwerken rondom dat ene doel; vanuit het brede katholieke denken. Was iedereen het binnen de RKSP en de KVP het nu met elkaar eens? Welnee. Deze partijen hadden allerlei facties, groepen en vleugels. De linkervleugel werd sterk beïnvloed, en aangevoerd, door leiders van de arbeidersbeweging als Alphons Ariëns en Wiel Nolens. De elite kende in Ruys de Beerenbrouck en baron Van Wijnbergen haar voorlieden. Juist dat fenomeen van de pluriformiteit, de gevarieerdheid en vooral de vleugels maakten deze partijen tot volkspartijen. Ook de socialisten kenden in de PvdA na de oorlog, na een fusie van drie linkse partijen, een volkspartij, die in de tweede helft van de vorige eeuw een belangrijke, emancipatoire, rol speelde. Ook de PvdA kende vleugels, zij het minder pregnant dan bij de katholieken en later het CDA het geval was. De VVD werd in de jaren zeventig een volkspartij onder haar leider Hans Wiegel met een links-liberale poot en een meer conservatieve; een soort vleugels.

Zwevende kiezers zoeken altijd stabiele partijen, maar partijen zijn gaan zweven

Zuurstof via de vleugels

De positionering van deze partijen was lang helder en werd inhoudelijk gevoed vanuit genoemde vleugels. De katholieke encyclieken golden hierbij vanaf eind negentiende eeuw als inhoudelijke zuurstof voor alle delen van de RKSP en later de KVP. Voor de linkervleugel waren deze encyclieken de weg naar betere omstandigheden en voor de katholieke elite om haar kiezers, Gods volk onderweg, te behoeden voor kille liberalen en atheïstische marxisten. Dit volkspartijkarakter was er ook lang bij het CDA in de eerste decennia na de fusie. Dat maakte het CDA een pluriforme lappendeken, waarin iedere groep, iedere klasse, iedere persoon zijn eigen plek had. Een volkspartij is nooit een zwart-witverhaal, maar heeft juist kleur omdat ze vele tinten grijs heeft. Deze pluriformiteit betekent dat een echte volkspartij in verschillende regio’s ook verschillende kleuren kan, mag, moet hebben; bloedgroepen krijgen dan profiel. Met vleugels als aanvaller richting andere partijen, maar eveneens in een verdedigende rol: voorkomen dat kiezers naar extremen op links en rechts lopen. En dan komen we meteen bij een belangrijk en sterk punt van een echte volkspartij: door de mix van smaken, kleuren en invalshoeken worden extremen afgezwakt, gepolijst, meer mainstream en uiteindelijk een werkbaar compromis. En juist daarom is het goed dat er vleugels zijn, want die brengen hun unieke invalshoek. De rechtsbuiten krijgt binnen de volkspartij juist profiel door de linksbuiten. Dat was ook de kracht van het CDA. Vleugels voorkomen radicalisering. De scherpslijper binnen de partij wordt, zittend op de linker- of rechtervleugel, in zekere zin ‘gecorrigeerd’ en naar het midden getrokken, maar dan worden ondertussen wel zijn punten en zorgen meegenomen. Het door de vleugel geagendeerde issue wordt opgepakt. De populist wordt overbodig. Naast vleugels, die met name over de positionering gaan, hadden de oude volkspartijen ook facties waar bepaalde issues besproken werden en binnen het gedachtegoed van de volkspartij meegenomen en zo nodig de knelpunten opgelost. Zo hadden boeren, vakbonden, scholen, de gezondheidszorg sterke posities binnen de volkspartijen; zeker ook binnen het CDA.

Volkspartijen profileerden zich via de vleugels, maar nu profileren de losgezongen vleugels zich via een radicalere zelfstandige variant

Een volkspartij is geen middenpartij

Hoe positioneren de voorheen volkspartijen zich nu? Absoluut verkeerd. Ook het CDA zegt vol trots dat het een ‘middenpartij’ is. Een gemiste kans. Middenpartij doet een volkspartij onrecht aan; is geen volkspartij. Het straalt ‘ingeklemdheid’ uit, het eigen speelveld beperkend, en doet de volkspartij juist verbleken. Hiermee maakt de volkspartij zich klein. Een volkspartij straalt breedte uit, opererend vanuit het midden. Ik, en velen met mij merk ik, voel de weerstand als ik zeg dat ik me thuis voel op de rechtervleugel van het CDA. Dat mag je in zekere zin niet meer zeggen. Veel oud-CDA-stemmers zijn naar populistische partijen gegaan de afgelopen decennia. De linkervleugel van de KVP (later CDA) vond, zeker onder partijleider Jan Marijnissen, onderdak bij de SP. En veel mensen die vonden dat het CDA hun partij niet meer was, doolden van vluchtheuvel naar vluchtheuvel: PVV, FvD, BBB en zo door. Zie de stemmengroei bij deze partijen in vooral de katholieke gebieden, maar ook elders in het land. Eveneens de PvdA en, bij de laatste verkiezingen, de VVD zagen hun mensen naar populistische partijen als de PVV lopen. Bij lokale verkiezingen was de lokale partij, vaak een afsplitsing van het CDA, een logische thuishaven voor veel kiezers in oeroude CDA-bastions. In Den Haag is Hart voor Den Haag onder leiding van Richard de Mos al jaren de grootste partij van de stad. Hij haalt zijn stemmen veelal in de oude volkswijken waar vroeger het CDA en de PvdA oppermachtig waren.

Terwijl voorheen de volkspartijen zich profileerden via de vleugels, profileren de losgezongen vleugels zich nu middels een radicalere zelfstandige variant. Dus ja: de volkspartijen hebben door het verwaarlozen, loslaten en zelfs afhakken van hun vleugels de radicale populistische partijen doen ontstaan. En dan hoort de achtergebleven romp niet meer wat de (extremere) punten zijn. Je kunt beter de polarisatie binnen de partij hebben en daar tot demping komen dan populistische partijen laten ontstaan.

Geschetste ontwikkeling, ontideologisering en ontvleugeling zijn geen Nederlandse fenomenen. Ook in andere Europese landen als Duitsland, Italië en Frankrijk zien we deze beweging. In het Europees Parlement is de Europese Volkspartij (EVP) de grootste politieke partij. De EVP is met vele schakeringen, culturen, vleugels, geluiden en nota bene vier Nederlandse partijen misschien nog wel een echte volkspartij.

Wat nu?

Passen volkspartijen nog bij deze tijd? Is het mogelijk deze breedte te hebben in onderwerpen en positionering? Of schuren ideologie en vleugels misschien wanneer ze onder het ene dak van een volkspartij zitten? Of is het gehoord willen worden, emancipatie, willen meedoen, iets wat nu beter kan via een populistische partij? Ik denk dat er nog steeds behoefte is aan volkspartijen. Ik geloof niet in een politiek landschap met louter getuigenispartijen, one-issuepartijen, antistemmen, partijen rondom één leider en opportunisme.4 Ik denk dat het mogelijk is pluriform te zijn in achterban. Daar horen een solide en doordachte filosofie en geprofileerde vleugels bij.

Artikel in het kort:

  • Volkspartijen als PvdA, CDA en VVD hebben een ideologie, of nauwkeuriger geformuleerd, een filosofie, een fundament. Een filosofie betekent dat je als partij ergens van uitgaat en inhoudelijk ergens op kunt terugvallen.
  • Een volkspartij is nooit een zwart-witverhaal, maar heeft juist kleur omdat ze vele tinten grijs heeft. Deze pluriformiteit betekent dat een echte volkspartij in verschillende regio’s ook verschillende kleuren kan, mag, moet hebben; bloedgroepen krijgen dan profiel.
  • Vleugels voorkomen radicalisering. De scherpslijper binnen de partij wordt in zekere zin ‘gecorrigeerd’ en naar het midden getrokken, maar ondertussen worden wel zijn punten en zorgen meegenomen. De populist wordt overbodig.
  • Middenpartij doet een volkspartij onrecht aan; is geen volkspartij. Een volkspartij straalt breedte uit, opererend vanuit het midden.

Noten

  • 1.Frank van den Heuvel, ‘Populisme: nee, volkspartij: ja. Likken aan de wonden van de verkiezingen’, Het Financieele Dagblad, 12 juni 2010.
  • 2.De christendemocratie definieert zich juist expliciet niet als ideologie. Haar politieke overtuiging moet steeds in confrontatie met concrete politieke problemen kritisch worden bevraagd en herijkt. Zie bijvoorbeeld: H.E.S. Woldring, Politieke filosofie van de christen-democratie. Budel: Damon, 2003, pp. 12-14.
  • 3.Tom van der Meer, Waardenloze politiek. Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het conflict verloor. Amsterdam: Querido, 2024.
  • 4.Frank van den Heuvel, ‘BBB en NSC concentreren zich rond personen en enkele issues’, Christen Democratische Verkenningen 43 (2023), nr. 4, pp. 14-15.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, winter 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl