MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2024 / nummer 4
PDF  

Was Kuyper een populist?

Intermezzo
Johan Snel
9 december 2025

Samenvatting

De vraag wordt me bij haast elke lezing over Abraham Kuyper (1837-1920) wel gesteld: was hij ook een populist? Het is kennelijk een onvermijdelijke, maar net zo goed ook aardige vraag om even bij stil te staan.

De voorvraag is natuurlijk: wat is populisme dan precies? Voor mijn studenten moet ik soms kiezen tussen een korter en een langer antwoord. Een korte definitie luidt: populisten zijn een kleine elite van kleptocraten. De conclusie is dan eenvoudig: nee, Kuyper was geen kleptocraat, hij had soms de steun van vrienden nodig om de eindjes aan elkaar te knopen. En nee, hij vocht eerder zijn hele leven tegen de elite dan dat hij erbij hoorde. Geen populist dus.

‘Het volk’

In iets meer woorden kun je populisten ook typeren als een kleine elite van kleptocraten die ‘dingen benoemen’ waarmee ze ‘het volk’ zeggen te vertegenwoordigen. Hun standpunten kunnen morgen omgekeerd zijn; denk aan de 180-gradendraai in de populistische kritiek op het coronabeleid. De inhoud doet er dus weinig toe.

Er is wel één constante: populisten keren zich tegen vluchtelingen, Afrikanen, joden, moslims, andersgelovigen en andere minderheden, als schuldige zondebok. En ook één allesoverheersend doel: zelfverrijking, want alles draait om geld en persoonlijk gewin. Daarom blijken populisten extreem vatbaar voor landverraad: tal van Europese en Amerikaanse politici zijn betrapt op betalingen door China, Rusland, Egypte en andere landen, en tegen vrijwel alle anderen – bij ons bijvoorbeeld de hele FvD-leiding – bestaan gerede verdenkingen.

Ook zo bezien valt er in Kuyper moeilijk een populist te ontdekken. Geen van de voornoemde zonden pleegde hij in het openbaar; telkens is eerder zijn tegenovergestelde portfolio opvallend. Zo opereerde hij vanuit rotsvaste overtuigingen, pleitte hij als een warme pluralist meer dan wie ook voor de rechten van minderheden, joden net zo goed als atheïsten, toonde hij zich onkwetsbaar voor financiële verlokkingen, laat staan dat hij deed aan zelfverrijking, enzovoort.

Blijft dus alleen dat eerste punt over: de claim van populisten dat ze het gewone volk vertegenwoordigen.

Abraham Kuyper

Democraat

Natuurlijk is dat de achtergrond van onze vraag. Stond ook Kuyper niet een halve eeuw pal voor ‘het volk achter de kiezer’? Wilde hij niet de leider zijn van ‘kleine luyden’, die vaak pas na de Eerste Wereldoorlog stemrecht zouden krijgen? Beriep hij zich niet op het ‘volksgeweten’ dat in opstand kwam tegen de onderdrukkende liberale elite?

Meer dan wie ook voor 1900 was Kuyper een ‘democraat naar Amerikaanse snit’, om het in de woorden van zijn aartsvijand jonkheer Willem Hendrik de Beaufort te zeggen. De Beaufort bedoelde dat natuurlijk vernietigend: een democraat, zeker een Amerikaanse, was voor hem zo ongeveer wat we nu een populist noemen – iemand die het volk ophitst tegen de gevestigde orde. Kuyper, met zijn eindeloze geroffel op de trom van de democratie, was voor de liberaal een stukmaker van alles wat gaaf en goed was aan onze standenmaatschappij.1

Inderdaad was Kuyper praktisch onze eerste democraat, een rotsvaste overtuiging die hij vanaf zijn allereerste optredens koesterde, al krijgt hij nog niet vaak de eer die hij daarvoor verdient. Lang voordat er radicalen waren met soortgelijke ideeën, stond Kuyper al een democratische samenleving voor. Ook zijn mede-antirevolutionairen, vaak eerder oligarchisch angehauchte spitsburgers, moesten eraan wennen.

Pas na Kuypers breuk met De Savornin Lohman in 1894 kon hij helemaal vol op het orgel van de democratie. Als ‘een christen-democraat’ hoopte hij te sterven, antwoordde hij Troelstra in de Kamer – met dus de klemtoon op dat tweede element, ‘democraat’. En passant gaf hij daarmee de christendemocratische beweging – Kuyper dacht ook aan de katholieken, zijn oorspronkelijke antipapisme was hij allang kwijt – een nieuwe naam.

Maar daarmee is de kous nog niet af. Iets nog over dat woord ‘joden’, dat al twee keer viel.

Antisemitisme

Populisten in letterlijk heel Europa, we weten het, zijn antisemitisch. Van de neonazistische AfD tot de vrienden met wie Wilders en Baudet hun Europese fracties vormen, van Orbán en Salvini tot Konfederacja en de FPÖ. Misschien niet FvD maar dan toch wel de PVV lijkt op die regel een uitzondering. Hoewel een Kamerlid als Jeremy Mooiman nazisympathieën koestert en Martin Bosma voor de camera van PowNews antisemitische complottheorieën over George Soros verkondigde, liggen in Nederland de verhoudingen anders.

Na de Zesdaagse Oorlog kwam bij ons een spontane Israëlliefde tot bloei en bleek niet enkel nog de PvdA de Nederlandse kampioen van de joodse zaak. Uiteindelijk zongen zelfs de ‘kleine christelijke partijen’ (die zich in hun partijprogramma’s ook na de Holocaust nog openlijk anti-joods hadden betoond) mee in het koor. Wilders’ pro-Israëlhouding, al reikt ze niet dieper dan haar bruikbaarheid in zijn kruistocht tegen de islam, is uniek Nederlands. Normale populisten keren zich tegen moslims én joden, maar in Nederland kun je bij gelegenheid een telg uit een typisch NSB-gezin als Theo Hiddema waarnemen met een keppeltje.

En Kuyper? Bij zijn inhuldiging in de Ridderzaal in mei 1940 zou Seyss-Inquart hem met instemming citeren. Kuypers brochure Liberalsten en Joden uit 1878 – zijn meest omstreden geschrift – had gewaarschuwd voor het gevaar dat van de ‘verjoodsing’ van Europa uitging. Met hun afval van het christendom vormden liberalen én joden een serieuze bedreiging van onze cultuur.2

De historici George Harinck en Bart Wallet analyseerden nog eens Kuypers ideeën.3 Hoewel hij een warm pleitbezorger was van joodse burgerrechten en nauwe vriendschappen met joden onderhield, valt hij niet vrij te pleiten van de smet van antisemitisme, concluderen ze.

Zo had Kuyper dus toch iets populistisch. Maar, ironisch genoeg, enkel met een tegengesteld verhaal.

Noten

  • 1.Meer over Kuyper in: Johan Snel, De zeven levens van Abraham Kuyper (vijfde, geheel herziene en uitgebreide druk). Amersfoort: Vuurbaak, 2024.
  • 2.Abraham Kuyper, Liberalisten en Joden. Amsterdam: Kruyt, 1878.
  • 3.George Harinck, ‘Bittersweet. Abraham Kuyper’s view on Jews in relation to the reception of Gerhard Kittel’s view in neo-calvinist circles in the Netherlands’, in: Lukas Bormann en Arie W. Zwiep (red.), Auf dem Weg zu einer Biographie Gerhard Kittels (1888-1948). Tübingen: Mohr Siebeck, 2022, pp. 346-362; Bart Wallet, ‘Waarom het antisemitisme uiteindelijk niet aansloeg in de Nederlandse christelijk-sociale traditie’, Sophie 6 (2016), nr. 3, pp. 28-33.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, winter 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl