MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2024 / nummer 3
PDF  

‘Gezinspolitiek is grote afwezige op politieke agenda’

Arjen Siegmann
2 oktober 2025

Samenvatting

Wie over arbeidsmigratie spreekt, kan niet om de vraag heen naar de gebrekkige demografische groei als gevolg van het lage geboortecijfer in Nederland, vindt Jan Latten, voormalig hoofddemograaf van het CBS. Pieter Omtzigt heeft hier volgens hem een punt te pakken. ‘Waarom wordt er niet gezegd: we moeten eens praten hoe we in de toekomst kunnen voorkomen dat we nog meer arbeidsmigranten nodig hebben?’

Terwijl het thema migratie voortdurend in de media en politiek blijft opsteken, is het verrassend stil rond het Nederlandse geboortecijfer. Dat is de afgelopen twintig jaar aan een gestaag dalende trend bezig. Ooit was het al zorgelijk met 1,6 kind per vrouw, maar nu daalt het richting de 1,4. Iemand die hier een sterke mening over heeft is Jan Latten. Latten was jarenlang hoofddemograaf van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en bijzonder hoogleraar sociale demografie aan de UvA.

U staat bekend als iemand met een sterke mening, klopt dat?

‘Ik heb inderdaad een duidelijke mening, maar die is geheel gebaseerd op objectieve data. Mijn zorg is dat veel mensen maar wat roepen, zonder echt naar cijfers te kijken. Bijvoorbeeld. We zien heel duidelijk dat de bevolking explosief groeit: we deden er vijftien jaar over om van 16 naar 17 miljoen mensen te gaan. En we hebben maar acht jaar gedaan over de sprong van 17 naar 18 miljoen mensen. Ik noem dat explosief, omdat de groeisnelheid vrijwel is verdubbeld. Het gaat harder, niet zachter. Maar in de Haagse burelen wil men hier niet van horen. “Het is een tijdelijke stijging”, zegt men dan. Dat is struisvogelpolitiek, zonder dat ik daarmee iemand wil kwetsen. Ik zie gewoon feiten, die men kennelijk liever als aberratie onder het tapijt wil vegen.’

Jan Latten

Zegt u dat politiek-correcte feiten vaak incorrect zijn?

‘Ik kan niet inschatten wat de drijfveren zijn van ambtenaren en politici om bepaalde feiten minder nadruk te geven. Maar ik zie wel dat er een heel sterke neiging is om problemen te bagatelliseren. Men vindt het misschien ongemakkelijk om problemen te benoemen waar geen pasklaar antwoord op is.’

‘Maar u vroeg naar mijn mening over demografie, laat ik die meteen even geven. Het gaat me om drie dingen. Ten eerste wordt de levensverwachting voor AOW’ers te optimistisch ingeschat. Ten tweede wordt het dalende kindertal te optimistisch voorgesteld. Ten derde: de bevolking groeit te hard, explosief zelfs.’

Die harde stijging van de bevolking is een probleem dat u al aankaart sinds 2018. En misschien al eerder. Wat zou de politiek moeten doen?

‘Mijn waarschuwing betreft het feit dat we dit allemaal maar laten lopen. Het is geen keuze, we laten het gebeuren. Dat vind ik niet eerlijk naar de Nederlandse kiezer toe. En dan zeg ik ook meteen: die stijging is veel te hard. We hadden al veel eerder maatregelen moeten nemen om immigratie te beperken, wat overigens iets anders is dan een stop op immigratie.’

Waarom vindt u precies dat migratie beperkt moet worden?

‘Immigratie gaat niet alleen om aantallen. Immigranten brengen normen en waarden mee.

Zeker nu immigranten uit andere werelddelen met andere culturen komen. Er wordt daarbij te gemakkelijk gedacht dat immigranten uit andere culturen in deze digitale wereld hun opvattingen achterlaten en die van hier overnemen. Zo blijkt uit onderzoek van het SCP dat een groeiend deel van de tweede generatie Turken en Marokkanen orthodoxere opvattingen aanhangt dan de eerste, en vaker afstand neemt van de Nederlandse samenleving. Het gaat dus om solidariteit in de bevolking, die niet vanzelfsprekend is. Door de snelle toestroom van nieuwe inwoners met andere normen gaat een deel van de mensen zich vervreemd voelen. Het gaat dus om de mate van migratie, en de snelheid van verandering. Het gaat te snel, zeker als de al aanwezige bevolking ook nog eens langs natuurlijke weg sneller gaat krimpen.’

De reële wereld is zo ingewikkeld dat we meer met extreme demografische scenario’s rekening moeten houden

Gezinsmigratie

Er zijn demografen, zoals Hein de Haas, die beweren dat er niets te doen is aan arbeidsmigratie. Alleen door onze economie kapot te maken, zullen mensen wegblijven.

‘Ik ken het standpunt. Migratie is ingewikkeld, dat deel ik. En ik kan alleen maar toejuichen dat er meer aandacht komt voor migratie, zoals door het werk van De Haas en Jan van de Beek. Dat debat is te lang weggewuifd. En in dat debat is mijn inbreng dat ik minder pessimistisch ben over de mogelijkheden om migratie te beïnvloeden.’

‘Heel simpel: we hebben in Nederland te weinig beleid dat arbeidsparticipatie van bevolking stimuleert en te weinig beleid dat arbeidsmigratie afremt. De Staatscommissie Demografische Ontwikkeling 2050 wees er onlangs nog op. Als je nu eens ingrijpt op arbeidsmigratie, dan zul je zien dat het ook effect heeft op gezinsmigratie.’

Uw kritiek op modellen en voorspellingen is niet mals. Ik neem aan dat u hier veel reactie op krijgt?

‘Dat klopt. Een voormalige CBS-collega reageert op Twitter dat er géén explosieve bevolkingsgroei is en doet de trendverandering van de afgelopen jaren af als uitzonderlijke afwijking. Of hij wijst naar het “meest waarschijnlijke” toekomstscenario, waarin de groei volgens het rekenmodel wat afvlakt.’

‘Mijn punt is dan ook niet dat de toekomst met volle zekerheid is te voorspellen. Maar de reële wereld is zo ingewikkeld dat ik denk dat we meer met extreme demografische scenario’s rekening moeten houden. En dat lijkt men niet te willen. De politiek acteert alleen op het “meest waarschijnlijke” scenario. Wat net zo zeldzaam is als een kind bij het consultatiebureau dat precies op de groeicurve zit. Dat gebeurt vrijwel nooit, niemand is precies gemiddeld. Voor demografie moeten we daarom meer met het onverwachte, met hoge en lage scenario’s, rekening houden. Het belang hiervan staat buiten kijf, toch?’

Is dit de befaamde ‘modellenkritiek’? Dat hebben we recent veel gehoord, bijvoorbeeld bij

de modellen van het CPB voor koopkracht en het RIVM voor coronabesmettingen en stikstof. We zijn te veel afhankelijk geworden van modellen, die niemand goed begrijpt en die gesloten zijn voor publiek debat.

‘Het heeft er wel mee te maken ja. De modellen van het CBS zijn op zich prima, en wetenschappelijk onderbouwd. Maar het samenspel tussen beleid en model, daar gaat iets enorm mis. Je hebt aan de ene kant de statistici die een model maken, heel verantwoord. Maar aan de andere kant worden allerlei politieke beslissingen en beleid gemaakt op basis van dat model alsof dat een beleidsdoel is.’

‘Demografische voorspellingen worden gebruikt om de woningbouwopgave te plannen. Als een prognose zegt dat er nog maar weinig mensen bij komen, dan beperken politici de woningbouw. Het model voor de voorspellingen is daarmee niet meer neutraal. Dus moeten de makers van het model, of het instituut dat dit produceert, zich ook bewust zijn van hoe het model gebruikt wordt.’

‘Door het gebruik van extremere scenario’s dwing je de politiek om ook andere realiteiten onder ogen te zien die ze anders kunnen negeren. Het is goed voor de democratie, noodzakelijk zelfs, om meer van de onzekerheid te zien over de demografische toekomst.’

Omtzigt onderschrijft het probleem van de lage geboortecijfers en brengt die ook in verband met immigratie op de lange termijn

Scenario’s

Het werken met scenario’s is een techniek die veel gebruikt wordt in het bedrijfsleven. Het is enorm behulpzaam. Maar

kan de gewone man die onzekerheid wel aan? Of de kiezer?

‘Het serieus nemen van kiezers lijkt me een belangrijke richting voor onze democratie, ook voor het CDA toch?’

Kiezers zijn onderdeel van een cultuur; ze zwemmen in het water van onze

cultuur. Tom-Jan Meeus ziet bijvoorbeeld de behoefte aan ‘duidelijkheid’ als een enorm dominante waarde, bij politici, media en kiezers.1 Alles moet in korte soundbites verkocht worden. Kunnen politici, bijvoorbeeld van het CDA, wel aankomen met een genuanceerde visie? ‘Het kan meer of minder worden; we weten het niet.’ Politici houden niet van onduidelijkheid.

‘Gelukkig werk ik niet voor een politieke partij, dat scheelt me een heleboel kopzorgen. Maar laat ik het omkeren: hoeveel perspectief is er voor een politieke partij, voor jullie als CDA, als ze de werkelijkheid, de feiten blijft negeren die actueel anders lopen dan volgens het uitgedokterde model? Kiezers zullen vroeg of laat rekenschap vragen van hoe je politiek bedrijft. Als je niet wilt reflecteren op grote problemen omdat ze te lastig zijn, dan duw je automatisch de kiezer van je af.’

Sommige mensen zullen u een populist vinden omdat u bijvoorbeeld de term ‘explosieve bevolkingsgroei’ gebruikt.

‘Ja, vooral mensen die niet kunnen rekenen, zeg ik dan. Maar ik zie mezelf juist als boodschapper van feiten, zo je wilt dwarsdenker. Ik breng problemen onder de aandacht waar politici liever niet over praten. Zoals de voor- én nadelen van migratie. En het taboe op gezinspolitiek en de financiële mogelijkheden van ouders om kinderen op te voeden.’

U bent heel optimistisch over de mogelijkheid om het geboortecijfer op te krikken. Daar krijgt u veel kritiek op. Economen

vinden heel weinig bewijs dat geboortepolitiek werkt. Wat men ook probeert, er is nog geen beleid gevonden dat structureel effecten heeft op het geboortecijfer.

‘Dank voor deze aanzet. Dit is precies waar ik inderdaad anders denk en wat ook aantoonbaar is. Gezinsbeleid heeft in diverse landen effect. Het gaat mij er niet eens om het geboortecijfer hoog op te krikken; ik wil het vooral niet nog verder laten wegzakken. Sinds kort vind ik Pieter Omtzigt aan mijn zijde.2 Hij onderschrijft het probleem van de lage geboortecijfers, en ook hij brengt die in verband met immigratie op de lange termijn. Ik vind dat je het thema moet agenderen en politiek iets moet proberen, ook als er nog geen duidelijk bewijs voor is. Als reactie krijg ik dan terug: “Zelfs áls het werkt, dan plukken we de vruchten pas over minimaal twintig jaar.” Maar daar gaat het volgens mij juist om, want anders komt er over twintig jaar een extra bittere pil. Ik wijs dan naar studies waar men de behoefte aan werknemers in 2050 voorspelt, en dan ook concludeert: “We hebben migratie nodig.” Terwijl 2050 al 26 jaar in de toekomst ligt. Op die horizon kan gezinspolitiek ook effecten hebben. Toch wordt er niet gezegd: “We moeten eens praten over babyschaarste en hoe we kunnen voorkomen dat we in de toekomst nog meer arbeidsmigranten nodig hebben.” Waarom eigenlijk niet?’

‘En dan dit: je ziet dat het voor jongvolwassenen uitdagend is om kinderen op de wereld te zetten. Er is een tekort aan betaalbare woningen, mensen hebben te vaak een flexbaan, en toeslagen worden als heel gevaarlijk gezien. Uit studies weten we dat zulke onzekerheden effect hebben op de keuze om al of niet kinderen te krijgen. Dus doe er wat aan!’

‘Bovendien zijn de dingen die ik noem – woningbouw, baanzekerheid en toeslagen – sowieso goed voor de samenleving. Je hebt positieve bijwerkingen, om het medisch te zeggen. Het is goed voor het geluksgevoel van iedereen.’

Hoeveel perspectief is er voor een politieke partij als het CDA wanneer ze de werkelijkheid blijft negeren?

Taboe

Alles overziend lijkt de samenleving wel in ‘barensnood’. Ligt er een taboe op het onderwerp gezinspolitiek?

‘Dat vind ik wel. Mensen associëren het soms met een soort verplichting of morele druk om kinderen te gaan baren. Dat is niet mijn bedoeling. Het is juist een groot goed dat we meer individuele vrijheid hebben. Maar als de optelsom van individuele beslissingen leidt tot een forse natuurlijke krimp, terwijl het inwonertal in hoog tempo met miljoenen zal toenemen, dan moet je erover durven praten als collectief probleem.’

‘En ik zie in tal van analyses dat er veel hindernissen zijn ontstaan voor het krijgen van kinderen. En te weinig morele druk om fulltime te werken, en meer neiging om een flexbaan te zien als “normaal”. En kinderopvang blijft duur, met enorme risico’s in de toeslagen. De eerste politieke partij die dit durft te adresseren op een constructieve manier en bereid is iedereen financieel en moreel bij te staan in de opvoeding van kinderen, die zal ook de waardering van kiezers krijgen. Daar ben ik van overtuigd.’

Tot slot: een hoger geboortecijfer leidt mogelijk tot een hogere bevolkingsgroei. Hoe

is dit te rijmen met uw waarschuwing voor de explosieve groei?

‘Het gaat mij om de solidariteit in de samenleving, Die sociale solidariteit wordt geremd als de lijnen van natuurlijke krimp en groei door immigratie in hoog tempo uiteen gaan lopen. Als de natuurlijke krimp minder heftig zal verlopen via een minder sterk dalend geboortecijfer, en als groei door immigratie gematigder verloopt, leidt dat tot minder disruptie van de sociale cohesie. En daar gaat het mij om.’

Interview in het kort:

  • Politiek Den Haag is stil over het feit dat de bevolking de laatste jaren explosief is gegroeid

  • Omdat immigratie niet enkel om aantallen gaat maar ook om waarden en normen, moet hierover meer debat komen

  • Er is te weinig beleid om arbeidsmigratie af te remmen

  • Den Haag moet niet alleen rekening houden met het meest waarschijnlijke demografische scenario, maar ook met extreme scenario’s

  • Gezien het lage geboortecijfer in Nederland en het hoge immigratiecijfer is een gezinspolitiek hard nodig

Noten

  • 1.Tom-Jan Meeus, Duidelijkheid. Amsterdam: Pluim, 2024.
  • 2.Pieter Omtzigt, Denken in oplossingen. Een pleidooi voor meer regie en nieuwe ordening. HJ Schoo-lezing 2024. Amsterdam: Elsevier.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 3, herfst 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl