De stand van de democratie in drie diagnoses
Samenvatting
Een bioloog, een statisticus en een wiskundige zitten op een terras een kopje koffie te drinken. Aan de overkant van de straat zien ze twee mensen een leeg huis binnengaan. Even later komen er drie mensen naar buiten. Verbaasd kijken ze elkaar aan. ‘Ze hebben zich voortgeplant!’, roept de bioloog. ‘Welnee’, reageert de statisticus, ‘het is een afrondingsfout.’ Waarop de wiskundige zijn schouders ophaalt en rustig zijn koffie uitdrinkt. ‘Als er straks iemand naar binnen gaat, is het huis weer leeg.’
Dit mopje laat zich moeiteloos aanvullen met andere wetenschappelijke disciplines die weer anders kijken en dus andere dingen zien. Zoals je er ook een verhaal van kunt maken over een politicoloog, een bestuurskundige en een jurist die naar aanleiding van hun recent uitgekomen publicaties samen de stand van de Nederlandse democratie na november 2023 bespreken. ‘De prijs voor tien jaar waardenloze politiek’, stelt Tom van der Meer, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam, in zijn gelijknamige boek. ‘Als verkiezingen niet meer over de inhoud gaan, gaan ze uiteindelijk over de democratie zelf.’ ‘Een overduidelijke noodkreet van een steeds groter deel van de bevolking dat smacht naar verandering in hoe onze landen worden bestuurd’, concludeert Bram Verschuere, bestuurskundige aan de Universiteit Gent, in Politiek in tijden van wantrouwen. Burgers ervaren gebrek aan inspraak, transparantie en resultaten, of zoals bestuurskundigen zeggen: aan input-legitimiteit, throughput-legitimiteit en output-legitimiteit. ‘De uitslag lag voor de hand als mijn wet van behoud van onbehagen een electorale strategie wordt’, aldus Joris Backer, advocaat van Shell en jarenlang senator voor D66, in Over de democratie in Nederland. En dus is zijn vraag: ‘Staat onze democratie aan de rand van de afgrond of kan ze wel een stootje hebben?’
Tom van der Meer
Waardenloze politiek. Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het conflict verloor
Querido | 2024 | 208 pp. | € 20,00 |
ISBN 9789021489384
Bram Verschuere
Politiek in tijden van wantrouwen. Een nieuwe aanpak voor een falend beleid
Lannoo | 2024 | 224 pp. | € 22,99 |
ISBN 9789401497602
Joris Backer
Over de democratie in Nederland
Boom | 2024 | 224 pp. | € 29,90 |
ISBN 9789024463459
Geen grootschalige verbouwing
Voor zijn analyse sluit Backer aan bij het sociologische perspectief van Alexis de Tocqueville: democratie is een samenlevingsvorm die naar gelijkheid streeft. Dat impliceert een zekere mate van onbehagen die alleen maar zal toenemen. Want volgens de paradox van Tocqueville neemt de acceptatie van verschil af naarmate die verschillen kleiner worden. ‘Onbehagen hoort bij onze democratie, die voortkomt uit een historische ontwikkeling van individualisering, emancipatie en democratisering’, stelt Backer. Dat deels dezelfde ontwikkelingen het sociaal weefsel in de maatschappij verzwakken, wat volgens Tocqueville juist een voorwaarde voor een gezonde democratie is, ziet Backer zeker onder ogen. Maar dat verandert niets aan zijn oordeel. We moeten zeker niet terug naar een vorm van verzuiling, en een nieuw sociaal contract vindt hij ook overbodig. Hoe we dan wel moeten investeren in de ook door hem gewenste veerkracht van het sociale weefsel, laat de D66-senator in het midden. Gemeenschapszin ziet hij uiteindelijk als het resultaat van de juiste sociaal-liberale voorwaarden. Of zoals hijzelf schrijft: vrijheid + gelijkheid = broederschap.
De veerkracht van het sociaal weefsel is voor Backer één van de zeven deugden waarop de democratie rust. Hij onderscheidt er nog zes: de wellevendheid van de manieren, de kwaliteit van de politieke representatie, de weerbaarheid van de instituties, de rechtvaardigheid van de welvaartsontwikkeling, de wijsheid van het bestuur, en de betrouwbaarheid van de wetgeving en de rechtspraak. Het vergt enige moeite om in al die onderwerpen ook echt deugden te zien, maar de rode draad in de analyse is inderdaad gericht op houding en gedrag van burgers in plaats van op een grootschalige verbouwing van de structuren. Van de oorspronkelijke verzameling kroonjuwelen van D66 blijft eigenlijk alleen de rechtstreeks gekozen minister-president in de collectie.
Gebrek aan keuze
Het invoeren van een gekozen ministerpresident is volgens Van der Meer echter iets wat je juist niet moet doen. Het versterkt het conflict over poppetjes, terwijl we van onze verkiezingen al veel te veel premiersverkiezingen maken. Zelfs Bontenbal moest, met nog een paar CDA-zetels in de peilingen, van de journalisten zichzelf kandidaat stellen voor het Torentje. Terwijl er inhoudelijk steeds minder te kiezen valt. Partijen in het ideologische midden zijn steeds meer op elkaar gaan lijken en waren in de aanloop naar november 2023 volgens Van der Meer bijna bevreesd om inhoudelijk afstand van elkaar te nemen.
Staat onze democratie aan de rand van de afgrond of kan ze een stootje hebben?
Onder deze twee niveaus van conflict (poppetjes en inhoud) onderscheidt Van der Meer nog een derde niveau: het speelveld. Dat zijn de tegenstellingen over de onderliggende waarden: economisch links tegenover economisch rechts, kosmopoliet tegenover nationalist, platteland tegenover stad. En ook hier krijgen de middenpartijen ervanlangs: ze controleren die conflictlijnen onvoldoende, waardoor ze in campagnes vooral de gangmakers op het verkeerde feest blijken. Een CDA dat probeert op de thema’s economie en veiligheid de VVD de loef af te steken, of een VVD die meer grip op migratie gaat beloven dan de PVV. In beide gevallen reduceren de middenpartijen feitelijk de keuze voor de kiezer, omdat die mag kiezen tussen the real thing en een lightvariant. En als de middenpartijen geen echte keuze meer bieden, blijven technocratie en populisme over. Dan slaat het conflict over naar een nog diepere laag en wordt de democratie zelf de inzet. En dat is waar we volgens Van der Meer nu naar zitten te kijken.
Net als Backer ziet ook Van der Meer weinig institutionele knoppen om aan te draaien. Voor een slimme inpassing van een referendum zijn op zich goede argumenten te geven, maar een terugkeer van het pluralisme hoeven we daar niet van te verwachten. Dat laatste is meer een kwestie van politieke cultuur, en dan drogen de oplossingen al snel op. Van der Meer zou bijvoorbeeld graag zien dat politieke partijen weer sterkere verenigingen worden die inhoudelijke campagnes afdwingen bij hun politieke leiders en ideeën ontwikkelen. De betrokken lezers van dit blad zullen het daarmee graag eens zijn, maar hoe de middenpartijen aan meer leden moeten komen legt Van der Meer niet uit.
Niet-democratische vormen van bestuur
Ook Verschuere zou graag zien dat politieke partijen weer ‘plaatsen van open publiek debat worden waar leden echt inspraak hebben’, en hij suggereert dat de partijsubsidie meer afhankelijk gemaakt zou kunnen worden van echte partijdemocratie. Maar beter functionerende partijen zijn voor hem niet de kern van de analyse. Hij duidt de laatste verkiezingsuitslag als het resultaat van een bestuurskundig probleem. Verschuere ziet geen zeven democratische deugden, of drie lagen van politiek conflict, maar zes niet-zo-democratische vormen van bestuur: particratie (macht van partijbesturen), bureaucratie (macht van ambtenaren), kabinettocratie (dominantie van de uitvoerende macht), juristocratie (macht van rechters), lobbycratie (macht van deelbelangen) en technocratie (macht van de experts). Al deze ‘niet-zo-demo’-cratieën, zoals Verschuere ze noemt, voeden op hun manier de ontevredenheid omdat ze inspraak verminderen, transparantie blokkeren en oplossingen verhinderen. Dat vraagt om een nieuw evenwicht, stelt Verschuere, en dat kan uiteindelijk de burger alleen zelf regelen. Die burger ‘moet kunnen inbreken in de particratische driehoek tussen parlement, regering en politieke partij’. Aan het Romeinse republikeinse burgerschapsideaal moeten we meer actieve elementen van Grieks burgerschap toevoegen: minder passieve vertegenwoordiging en meer rechtstreekse participatie bij het bestuur.
Een conclusie?
Terug naar de bioloog, de statisticus en de wiskundige op het terras. Zoals zij door hun verschillende wetenschappelijke brillen anders tegen dezelfde kwestie aankeken, zo zien ook een jurist, een politicoloog en een bestuurskundige andere dingen als ze naar de verkiezingsuitslag van vorig jaar november kijken. Maar toch resulteren hun analyses op een bepaalde manier toch weer wel in een gezamenlijke conclusie. Zowel de deugden van een democratie, het functioneren van de middenpartijen als de actieve invulling van het burgerschap eindigen in de individuele verantwoordelijkheid. Zoals wij zijn, zijn de tijden: de democratie, dat zijn we zelf.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.