CDA, ga samenwerking met kerken meer aan
Samenvatting
De internationale situatie waarin democratie en waarheid onder druk staan, moet het CDA ertoe aanzetten zijn gedachtegoed en presentie in de samenleving opnieuw te doordenken. Daarbij kunnen kerken een belangrijke rol spelen. Niet zozeer om enkel het expliciet christelijke gedachtegoed te verspreiden, maar om vanuit hun onderscheidende rol het gesprek over waarheid, desinformatie en democratie te bevorderen.
Aan oproepen om meer te doen met het intellectuele kapitaal van de christendemocratie is geen gebrek. Maar hoe kan dit erfgoed praktisch worden toegepast, nu de vragen over oorlog en vrede, rechtsstatelijkheid en populisme de haren te berge doen rijzen? Mijn doel is als christendemocraat in Noord-Amerika bij te dragen aan de positiebepaling van het CDA, met gebruikmaking van inzichten uit de politieke filosofie die perspectief bieden op politieke en cultureelmaatschappelijke vernieuwing.
Weinig christendemocraten zullen geneigd zijn voor inspiratie of heroriëntatie te kijken naar Canada, een land dat vele malen minder aandacht trekt dan zijn grote zuiderbuur. Toch is daar alle reden toe. Niet alleen spelen maatschappelijke instituties die door Nederlandse migranten zijn gesticht nog steeds een rol van betekenis, maar ook kunnen vanuit Canada de politieke bewegingen in de wereld bijzonder goed worden waargenomen. De internationaal georiënteerde journalist Jonathan Manthorpe betoogde tijdens de COVID-19-pandemie dat ‘Canada can no longer count on its traditional minders, Britain and the U.S., both of which have gone rogue. For its own survival, Canada needs with some urgency to promote the construction of an alliance of middlepower democracies in the Indo-Pacific, Europe, Latin America and Africa.’1 De Europese christendemocratie kan hierbij aansluiten, en heeft veel praktische politieke ervaring te bieden.
Derdewegpolitiek
In Noord-Amerika verschijnt de christendemocratie of wat daarop lijkt primair als een vorm van derdewegpolitiek, breed opgevat. Een ander raakpunt is de zogenoemde Red Tory-traditie in Canada, die sociale bewogenheid combineert met een gematigd conservatieve moraal en af en toe verrassende inzichten produceert. Zo betoogde de politiek denker George Grant (1918-1988) in 1965 dat het conservatisme onmogelijk was geworden in Noord-Amerika: de conservatieve Brits-Canadese traditie van ‘peace, order, and good government’ had de strijd verloren van het progressieve maakbaarheidsdenken dat al sinds de Amerikaanse Revolutie inherent is aan de VS. Helaas is Grants punt nog altijd actueel. Donald Trump, de held van de Amerikaanse evangelicalen, is immers onmogelijk conservatief te noemen, en zeker niet in de Canadese zin.2
In de VS is christelijke derdewegpolitiek vooral te vinden bij een enkele denktank3 en bij de marginale American Solidarity Party. In Canada is er iets meer: er functioneert nog altijd een door Nederlanders gestichte vakcentrale,4 en er zijn een paar denktanks en onderwijsinstellingen die affiniteit hebben met het christendemocratische gedachtegoed.5 Het zijn naar Noord-Amerikaanse maatstaven kleine instellingen met beperkt onderscheidend vermogen en grote gerichtheid op de eigen nationale context. Bij politicologen is de Europese christendemocratie, laat staan de Nederlandse, amper bekend, en ze roept vooral verwarring op.6
Trump is onmogelijk conservatief te noemen, en zeker niet in de Canadese zin
Wie de aandacht vestigt op Canada ziet algauw overeenkomsten met zowel de VS als Nederland. Er is sprake van een aanzienlijk democratisch tekort, met name door het falen van instituties en door de mogelijkheden van de provincies om grondwettelijke vrijheidsrechten aan de kant te schuiven.7 De conservatieve regeringen van Ontario, Quebec en Alberta hebben niet veel op met democratische checksand-balances, terwijl de federale regering-Trudeau van schandaal naar schandaal hobbelt en alle bezielend vermogen is kwijtgeraakt. Kortom, ook zonder dramatische fiasco’s als brexit en Trump en toeslagenschandalen is Canada behoorlijk in de problemen geraakt. Dit gegeven is om meerdere redenen voor het CDA van belang.
Ten eerste hoop ik ermee te signaleren dat er vanuit Noord-Amerika niet veel goeds te verwachten valt. De kans is groot dat Donald Trump straks de Amerikaanse verkiezingen wint en de populistische conservatief Pierre Poilièvre een jaar later de federale verkiezingen in Canada, met onvoorspelbare gevolgen. Het CDA en de Nederlandse politiek in bredere zin kunnen zich niet afsluiten voor een dergelijk scenario en zullen erop moeten anticiperen.
De tweede reden is dat de politieke crises overal in de westerse wereld geen toeval lijken te zijn. Dit sluit aan bij de inzichten van George Grant, waar ik eerder aan refereerde, en die van de door hem bewonderde Duits-Amerikaanse filosoof Leo Strauss (1899-1973). Er zit in de liberaal- individualistische, seculiere, door technologie en consumptie gekarakteriseerde cultuur van dit moment een bepaalde dimensie die tot versnippering en isolement leidt. Het gaat misschien wat ver om van een cultuurcrisis te spreken, maar er is toch ook wel aanleiding toe. Zo is in Noord-Amerika het vertrouwen in universiteiten, in wetenschappelijke kennis en in expertise in algemene zin sterk gedaald, en dat is een wezenlijk probleem. In dit licht vind ik George Grant interessant omdat hij een verbindende schakel vormt tussen de politieke filosofie van Strauss en een authentiek, christelijk georiënteerd en zelfs enigszins mystiek bevlogen conservatisme dat onder omstandigheden sociaal-progressief kan werken.
Democratisch conservatisme
Mijn pleidooi voor het CDA komt neer op de ontwikkeling van een democratisch conservatisme van het politieke midden dat bij deze kritische Noord-Amerikaanse denkpatronen probeert aan te sluiten.8 Dit vereist dat de binnenlandse politiek van het CDA en de internationale situatie met elkaar in gesprek worden gebracht, en zelfs zo dat de internationale context in belangrijke mate richtinggevend wordt voor de positionering van het CDA. Dat is niet zo vreemd als het misschien lijkt, omdat als er inderdaad sprake is van een crisis van de westerse cultuur, wat internationaal ‘werkt’ ook grote kans heeft te werken in Nederland. Hierna volgt een korte uitwerking.
Om te beginnen lijkt mij dat een helder onderscheid tussen de christendemocratie als sociaal-religieuze beweging, als politieke partij en als intellectueel programma absoluut noodzakelijk is. Dit inzicht is niet nieuw, maar ik stel voor verder te gaan.9 Kerken, partij, en intellectuele kaders moeten dusdanig onderscheiden van elkaar opereren dat ze elkaar kritisch kunnen bevragen wanneer dit nodig is, ook wanneer er af en toe een heilig huisje moet sneuvelen.
Kort en goed zou ik het CDA zowel zijn overbodigheid als zijn onmisbaarheid willen meegeven. Een expliciet christendemocratische politieke partij is niet altijd en overal noodzakelijk. Ze heeft zekere nadelen, bijvoorbeeld dat ze niet-christenen lijkt buiten te sluiten, maar biedt ook mogelijkheden.10 Wat wel noodzakelijk is voor een democratische samenleving is het geëngageerde, goed doordachte en in zekere mate gecoördineerde functioneren van christelijke organisaties en van de mensen die deze organisaties handen en voeten geven. Dat is naar zowel christelijke als christendemocratische overtuiging onmisbaar.
Vanuit de politieke filosofie kan men stellen dat het de kerken van oudsher te doen was om waarheidsvinding. Daarbij hoort naar katholieke opvatting (die teruggaat op Aristoteles) niet alleen de waarheid over God en de mens, maar ook de waarheid van wetenschappelijk onderzoek, van cultuurhistorisch erfgoed en van sociaal-economische vraagstukken. Dit inzicht kan ook goed Bijbels-theologisch worden gefundeerd.
In de huidige tijd kan waarheidsvinding heel praktisch betekenen dat kerken lokaal relevante gegevens en verhalen bij elkaar brengen over een actuele maatschappelijke uitdaging en afspraken maken wie zich waarop bijzonder richt. Het CDA kan stimuleren dat kerken en aanverwante groepen dit ook daadwerkelijk doen. Ook op bovenlokaal niveau – ziehier subsidiariteit in actie – kunnen de kerken ertoe bijdragen dat de uitstekende journalistiek, non-fictie, ervaringskennis en onderzoeksverslagen die er nog steeds zijn, de weg vinden naar een dynamisch publiek debat.
In aansluiting hierop kan het onderscheid met de politieke partij duidelijker gesteld worden. Een politieke partij draait om gevoel, om teamspirit, om de drive om van de gegeven omstandigheden en met de beschikbare partners het beste te maken. ‘Accept, adjust, advance’, zo schreef Jennifer Granholm over haar tijd als gouverneur van Michigan.11 Dat te doen op basis van de christendemocratische traditie dient het bonum commune, dat, zoals Maurice Glasman recent benadrukte, een uitkomst van onderhandelingen is en noodzakelijk dicht bij het politieke midden ligt.12 Voor een christendemocratische partij is de democratie belangrijker dan het eigenbelang van de kerken of het verdedigen van de relevantie van de christelijke traditie. De vraag van Glasman waarom er van de katholieke sociale leer zo weinig terechtkomt, mag van mij een stuk feller en luider worden gesteld. In de jaren tachtig hielden de Amerikaanse bisschoppen een brede landelijke consultatie die leidde tot de pastorale brief Economic justice for all. Waarom kan zoiets nu niet, en dan in oecumenisch verband?
Voor een christendemocratische partij is de democratie belangrijker dan het verdedigen van de relevantie van de christelijke traditie
Pinokkio’s
De internationale situatie biedt ook aanknopingspunten voor actuele Nederlandse dilemma’s. De filosofie van Strauss en Grant suggereert dat in de samenwerking van het CDA met andere partijen niet de juridisch gekleurde vraag van de rechtsstatelijkheid, maar het democratisch gehalte van de bewegingen centraal moet staan. Waarheidsvinding en democratie hangen immers nauw met elkaar samen, zoals ik ooit in Trouw beargumenteerde ten tijde van de ‘gedoogconstructie’.13 Een feitenvrije werkelijkheid is niet acceptabel; bepaalde opvattingen verdienen geen rol in de openbare meningsvorming. Iemand zal in het debat de pinokkio’s moeten uitdelen.
In de hele westerse wereld is er schreeuwende behoefte aan een democratisch conservatisme dat doet wat het belooft: het behoud van wat waardevol is, waaronder stabiliteit, vrijheid en democratie, en betrouwbare maatschappelijke instituties. Dat moet voor de christendemocratie en ook voor de kerken de inzet zijn.
Noten
- 1.Jonathan Manthorpe, ‘Canada has a serious democratic deficit’, The Globe and Mail, 28 augustus 2020.
- 2.Zie over dit fenomeen: Kristin Kobes Du Mez, Jesus and John Wayne. How white Evangelicals corrupted a faith and fractured a nation. New York: Liveright, 2020.
- 3.Het Center for Public Justice in Washington D.C.
- 4.De vakcentrale C.L.A.C. is met inbreng van het CNV opgericht; zie Ed Grootenboer, In pursuit of justice. So far, so good. The first 50 years of the Christian Labour Association of Canada, 1952-2002. Mississauga: CLAC, 2005.
- 5.Relevante instituties zijn de denktank Cardus en het Institute for Christian Studies, beide in Toronto, en Citizens for Public Justice in Ottawa.
- 6.In een online column ging ik hierop in: Matthijs Kronemeijer, ‘Themareeks Christendemocratie (2): Het christelijke aspect’, Christendemocraat.nl, 25 juni 2020. De sociaaldemocratische beweging in Europe is veel beter bekend.
- 7.Zie ook: Donald J. Savoie, Democracy in Canada. The disintegration of our institutions. Montreal/ Kingston: McGill-Queen’s University Press, 2019.
- 8.Een enigszins vergelijkbare oproep is te vinden in: Tony Judt, Ill fares the land. Londen: The Penguin Press, 2010.
- 9.Zie voor de stap naar partijvorming: Stathis N. Kalyvas, The rise of Christian democracy in Europe. Ithaca: Cornell University Press, 1996.
- 10.De Noord-Amerikaanse situatie laat zien dat christendemocratisch denken en handelen ook mogelijk is zonder expliciet christendemocratische politieke partij, al zou deze bijvoorbeeld een samenbindende rol kunnen vervullen. De Zweedse christendemocrate Maria Maric wees mij erop dat jongeren de benaming ‘conservatief’ wél begrijpen, maar ‘christendemocraat’ niet. Dit zou een reden kunnen zijn deze benaming los te laten, temeer daar het CDA juist geen getuigenispartij wil zijn, zoals Thomas Steenkamp onlangs nog beargumenteerde: Marc Janssens, ‘Steenkamp: “Fusie CDA en ChristenUnie nog niet aan de orde”’, Christen Democratische Verkenningen 43 (2023), nr. 3, pp. 72-78. Het gaat erom wat er onder de motorkap van de partij schuilgaat, niet om de benaming.
- 11.Jennifer M. Granholm en Dan Mulhern, A governor’s story. The fight for jobs and America’s economic future. New York: PublicAffairs, 2011.
- 12.Maurits Potappel en Marc Janssens, ‘“Wees een christen, wees een democraat”’, Christen Democratische Verkenningen 43 (2023), nr. 1, pp. 16-22.
- 13.Matthijs Kronemeijer, ‘Islam is een godsdienst en géén ideologie’, Trouw, 6 augustus 2010.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.