Politieke versnippering is een groot probleem
Samenvatting
Op sommige plekken behoort het CDA al langer tot de kleintjes in de volksvertegenwoordiging. In de gemeenteraden van de twee grootste steden van het land is het CDA een eenpersoonsfractie. Maar hoe klein ook, ze leveren goed werk af. René Segers-Hoogendoorn is onlangs in Rotterdam verkozen tot beste raadslid van het jaar; Diederik Boomsma heeft zelfs de titel van beste raadslid van Nederland gewonnen. En zij zijn niet de enige eenpersoonsfracties die in de prijzen zijn gevallen of daarvoor genomineerd zijn.1
Ook in de landelijke politiek zijn er kleine partijen die het verschil maken. Sylvana Simons heeft als enig Kamerlid van haar partij BIJ1 maar twee jaar in de Tweede Kamer gezeten. Toch heeft zij een belangrijk stempel gedrukt op discussies over racisme en slavernij.2 Op haar beurt heeft de Partij voor de Dieren een belangrijke bijdrage geleverd om klimaat en dierenrechten op de agenda te zetten, al was het maar omdat haar electorale concurrenten die thema’s meer gingen benadrukken. DENK-fractievoorzitter Farid Azarkan heeft een belangrijke rol gespeeld in de parlementaire controle op het toeslagenschandaal. SGP-voorman Kees van der Staaij kreeg alom lof toegezwaaid voor zijn rol in het parlement; bovendien weet zijn partij al ruim honderd jaar een kleine bevolkingsgroep aan het politiek bestel te verbinden. Kleine partijen kunnen dus de volksvertegenwoordigende taken als agendering van maatschappelijke problemen, controle van de regering en het opkomen voor bepaalde bevolkingsgroepen prima vervullen.
Thorbecke
En net zoals grote partijen klein kunnen worden, kunnen kleine partijen groot worden. Zoals Behoorlijk Bestuur Den Helder, dat in 2018 met één zetel in de raad kwam, om in 2022 de grootste te worden met zeven zetels. Ook landelijk zijn er voorbeelden van, zoals de SP (van 2 zetels in 1994 tot 25 in 2006) en D66 (van 3 in 2006 tot 24 in 2021). En wie weet hoe groot de BBB wordt in november. De conclusie is dus dat kleine partijen van betekenis kunnen zijn. Dat is een hoopvolle boodschap voor het CDA in deze tijden.
Met de verdergaande versplintering benaderen de volksvertegenwoordigingen steeds meer het ideaal van de negentiende-eeuwse staatsman Johan Rudolph Thorbecke waarin individuele volksvertegenwoordigers ongebonden met elkaar overleggen en vervolgens naar eigen inzicht besluiten wat het beste is voor het algemeen belang. Niettemin staat versplintering niet goed bekend. En daar valt ook wel wat voor te zeggen. Het maakt meerderheidsvorming er soms niet makkelijker op. En ook het behoud van coalities is lastiger. Het vergt vaak meer overleg. Vergaderingen zijn vaak langer, omdat alle partijen hun zegje willen doen, soms ook om zich te profileren ten opzichte van de vele concurrenten. Daarnaast is het nog lastiger om een belangrijk verwijt van veel kiezers het hoofd te bieden: dat partijen hun beloften niet nakomen. Want met meer partijen die nodig zijn voor een meerderheid, verdwijnen die beloften al snel in compromissen. Er zijn daarom geregeld pleidooien voor een kiesdrempel te horen.
Met een kiesdrempel verdwijnen de kleinste fracties; niet alleen de slechte, maar ook de goede. Is het het waard om die prijs te betalen? Want wat blijft er over: een kleiner aantal grotere partijen. Het is echter niet gezegd dat die beter werk afleveren. Er zijn inderdaad goede grote fracties geweest, waarin volksvertegenwoordigers zich jaar en dag verdiepten in een bepaald thema en zo collega’s en de regering scherp konden houden. Er zijn echter ook grote fracties geweest die vooral bestonden uit stemvee zonder al te veel inhoudelijke inbreng. De kwaliteit van de inbreng van partijen hangt dus (ook, en wellicht vooral) af van andere factoren dan fractiegrootte, zoals de expertise, de maatschappelijke worteling en het gezag van een volksvertegenwoordiger. Bovendien is niet gezegd dat een groter aantal partijen per se de onderlinge verhoudingen bemoeilijkt. Er zijn versplinterde gemeenteraden waar in redelijke harmonie wordt samengewerkt. Bovendien kunnen felle conflicten ook uitbreken met slechts enkele partijen in de volksvertegenwoordiging of in het bestuur. De kans is dus groot dat de aanpak van versplintering, bijvoorbeeld met een kiesdrempel, weinig effect sorteert. Dan zit het probleem dus niet zozeer in versplintering.
Dat neemt niet weg dat politieke profileringsdrang stil en grondig volksvertegenwoordigend werk in de weg kan zitten, terwijl raden, Staten, algemene besturen en Kamers worstelen met hun taken. Daarvoor zijn echter andere maatregelen dan kiesdrempels te overwegen. Vergroting van de gemeenteraad en het parlement zou kunnen helpen.3 Daarnaast zouden langere periodes tussen verkiezingen ertoe kunnen bijdragen dat volksvertegenwoordigers minder vaak op de campagnestand staan, en ook nog langer ervaring kunnen opdoen om effectief hun werk te doen.4 En zoals al zo vaak bepleit, zou ook meer ondersteuning voor volksvertegenwoordigingen nuttig zijn.5 Daarmee kunnen volksvertegenwoordigers, van de vele grote én kleine partijen, beter hun ambt vervullen.
Noten
- 1.Zie Hans Vollaard, Lars van Rooij en Barbara Vis, De potentiële waarde van eenpersoonsfracties in gemeenteraden [rapport in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden]. Utrecht: Universiteit Utrecht, Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap, 2023.
- 2.Wafa Al Ali en Thijs Niemantsverdriet, ‘Sylvana Simons heeft een blijvende invloed op het politieke debat, zeggen collega’s’, NRC Handelsblad, 28 juli 2023.
- 3.Hanke Bruins Slot, Kamerbrief betreffende ‘Versterking decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen’, 4 september 2023 [kenmerk 2023-0000419189]; Simon Otjes, ‘Hoeveel zetels moet de Tweede Kamer hebben?’, parlement.com, 26 oktober 2020. Zie https://www.parlement.com/id/vld2lpwf8xxo/nieuws/hoeveel_zetels_moet_de_tweede_kamer
- 4.Zie Hans Vollaard, ‘Waarom we de Europese en de nationale verkiezingen moeten laten samenvallen’, Nederlands Dagblad, 8 november 2021.
- 5.Zie bijvoorbeeld Raad voor het Openbaar Bestuur, Gcede ondersteuning, sterke democratie. Over de ondersteuning van decentrale volksvertegenwoordigingen. Den Haag: ROB, november 2020.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.