Onze boerderij in Europa
Samenvatting
Als het CDA de stikstofproblematiek vanuit Europees perspectief benadert, ontstaat meer ademruimte omdat duurzaamheid in Europa niet enkel het milieu betreft, maar ook de economie en sociale relaties. De eerste stappen van zo’n Europese aanpak zijn: in Brussel gedaan krijgen dat uitgekochte boeren elders, waar de milieubelasting toelaatbaar is, hun bedrijf mogen voortzetten, en dat op beperkte schaal kartels van boerenorganisaties worden toegelaten.
In het populaire programma Onze boerderij in Europa bezoekt Yvon Jaspers, de presentatrice van Boer Zoekt Vrouw, boerderijen in de EU om inspiratie en frisse ideeën op te doen en om de verschillen te ervaren met boeren in Nederland.
Ook bij de aanpak van politieke problemen in de agrarische sector kan het de moeite lonen om in het Europese buitenland inspiratie en frisse ideeën op te doen. Sterker nog: de oplossing van die problemen kan weleens in Europa te vinden zijn, omdat er al sinds 1958 geen nationaal landbouwbeleid meer bestaat, maar alleen een Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).1 Het GLB heeft de volgende doelstellingen: de productiviteit van de landbouw verhogen door de technische vooruitgang te bevorderen en een optimaal gebruik van de productiefactoren, met name arbeidskrachten, te verzekeren; de landbouwbevolking van een redelijke levensstandaard verzekeren; de markten stabiliseren; de voorziening veiligstellen; redelijke prijzen voor de consument waarborgen. De Nationale Strategische Plannen van het GLB 2023-2027 besteden 32% van het totale budget, oftewel ongeveer 100 miljard euro, aan specifieke milieuvoordelen voor het klimaat, water, bodem, lucht en biodiversiteit, en aan dierenwelzijn.
Voor het CDA, waarvan de voorgangers aan de wieg van de Europese integratie stonden, zou deze virtuele buitenlandse reis weleens een herbronning kunnen betekenen, en het terugvinden van onze idealen en kracht. Dit kan onze politiek geloofwaardiger maken en zowel de Nederlandse landbouwimpasse oplossen als ook de electorale impasse doorbreken waarin onze partij zich momenteel bevindt.
De electorale impasse
Het zetelaantal dat het CDA volgens een middeling van de resultaten van drie peilbureaus zou behalen als er nu Tweede Kamerverkiezingen zouden worden gehouden is 7, een alltime low, tegen 15 in april 2021.2 Het is te gemakkelijk om deze precaire situatie met ‘Het zijn maar peilingen’ af te doen. Er bestaat, absit reverentia vero, een evident manco aan geloofwaardigheid van onze waardevolle boodschap. Dit speelt al sinds 2010. Volgens Haagse journalisten weet niemand nog waar het CDA voor staat.
Tegelijk moeten we als een partij die volgens haar statuten politiek bedrijft als antwoord op de oproep van het evangelie, altijd hoop hebben. Waarom niet, met name op het terrein van boeren en stikstof, ons weer laten inspireren door buiten ons land? We kunnen in Europa rondkijken, daar frisse ideeën opdoen, ons herbronnen en onze politiek weer geloofwaardig en attractief maken. Onze politiek moet wervend zijn. Anders is een land met meer gerechtigheid, solidariteit, rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid pure theorie, een talent in de grond begraven (Matteüs 25:25).
Het heeft te lang geduurd voordat boeren extra nationale middelen kregen om door innovaties de uitstoot van zowel stikstof als broeikasgassen te reduceren
Boerenproblematiek
Zoals bekend is de afgelopen jaren de intensieve productiewijze, die het kleine Nederland tot de tweede landbouwexporteur in de wereld maakte en die de Nederlandse regering ertoe aanzette in Brussel voortdurend aan te dringen op afschaffing van subsidies uit het GLB, tegen Europese grenzen gestoten. Bij de onderhandelingen over de Meerjarenbegroting van de EU bereikten de zogenaamde ‘vrekkige vier’ (Nederland, Denemarken, Oostenrijk en Zweden) dan ook een verkleining van het Europese landbouwbudget met 10% of 60 miljard euro.3 Banken zoals de Rabobank hebben de intensieve productiewijze door hun kredietverlening bevorderd en supermarkten betaalden niet voor een fair inkomen van de boer, laat staan voor verduurzamingsmaatregelen. 36% van de boeren in Nederland verdient minder dan de gemiddelde nationale arbeidsproductiviteit, en vier op de tien boeren hebben een inkomen beneden het wettelijk minimum loon.4
De flora en fauna van door de EU erkende natuurgebieden mag nu van de rechter niet langer achteruitgaan door de stikstofuitstoot van de agrarische sector, in het bijzonder de veeteeltsector (63% van de totale Nederlandse uitstoot). De laatste is overigens ook verantwoordelijk voor hoge emissies van broeikasgassen (omgerekend in CO2 14% van de totale emissie), die volgens de Europese Green Deal5 de komende jaren sterk verlaagd dienen te worden.6
Het heeft te lang geduurd voordat boeren extra nationale middelen kregen om door innovaties de uitstoot van zowel stikstof als broeikasgassen te reduceren.7 Vandaar dat de implementatiegraad van dergelijke innovaties tot nu toe laag is en de miljarden uit het stikstoffonds daar verandering in kunnen brengen. In het coalitieakkoord van de huidige regering staat dat de stikstofuitstoot in 2030 gehalveerd dient te zijn. Onderdeel van dit beleid zijn naast innovaties het opkopen van bedrijven (tegen 120% of 100% van de bedrijfswaarde), met name van zogenoemde piekbelasters in de buurt van natuurgebieden, en mogelijk ook onteigening van bedrijven indien er te weinig boeren vrijwillig willen stoppen met hun bedrijf.
De zeer moeizame totstandkoming van het zogenoemde Landbouwakkoord – het overleg van belanghebbenden bij de agrarische productie met de minister over perspectief voor boeren ondanks de toegenomen milieueisen – toont hoe moeilijk het is om de boerenproblematiek te overwinnen zonder Europees perspectief.
Inspiratie en inzichten uit Europa
Een internationaal gerichte en verbonden partij als het CDA krijgt zuurstoftekort als ze zich alleen richt op de Haagse arena. Een paar uur kijken naar een Kamerdebat is genoeg voor die conclusie. De christendemocratische visie laat zich nu eenmaal niet vangen binnen grenzen, terwijl partijen als BBB, PvdD, FVD, VVD en PVV slechts een puur nationale horizon hebben en geen politieke filosofie maar een deelbelang najagen. Hier geldt, met andere woorden, aan het adres van het CDA de raad van Forrest Gump: ‘If you can’t stand the heat, get out of the oven’, en: ‘Whatever you do, try to have a reason to do it.’8 De blik naar buiten, inspiratie in Europa opdoen – naar het voorbeeld van Onze boerderij in Europa –, kan meer gespreide verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap opleveren, in het bijzonder voor de casus stikstof en boeren.
Meer gespreide verantwoordelijkheid
Voor het CDA als onderdeel van de Europese Volkspartij (EVP) is de politieke verantwoordelijkheid voor wat er in Nederland gebeurt gespreid over het Europese niveau als hoogste autoriteit, het nationale niveau, het regionale niveau, het lokale niveau, de gezinnen en de individuele burger. Alleen als het lagere niveau het niet aankan, schiet het hogere te hulp.
Dit is het zogenoemde subsidiariteitsbeginsel, dat door Ruud Lubbers in het Verdrag van Maastricht uit 1992 is terechtgekomen.9 Dit wordt goed onder woorden gebracht door het citaat uit Quadragesimo Anno dat is aangebracht boven de provinciewapens op de gebrandschilderde ramen van het station van Maastricht: ‘Wij moeten hetgeen wij te doen hebben begrijpen als een onmisbaar onderdeel van het geheel en dankbaar aanvaarden dat ons dit is opgedragen.’ Bij het oplossen van de stikstofproblematiek zal het hele politieke speelveld gebruikt moeten worden, niet alleen het nationale. Dat Nederland zogenaamd onlangs van de Europese Commissie gedaan heeft gekregen dat boeren uitgekocht konden worden zonder dat dit beschouwd zal worden als staatssteun, was niet veel meer dan een open deur intrappen. Voor herstructurering van Europese landbouwsectoren zoals wijn, tabak en suiker wordt binnen het kader van het GLB voortdurend geld uitgegeven zonder dat dit als staatssteun geldt. De voorwaarde van de Europese Commissie dat uitgekochte boeren zich niet elders in de EU mogen vestigen en niet mogen kiezen voor verduurzaming is echter in kennelijke strijd met de beginselen van de interne markt en daarom vatbaar voor heronderhandeling en herziening of desnoods beroep bij het Europese Hof van Justitie.10 Binnen de interne markt geldt dat productie daar plaatsvindt waar deze tegen de laagst mogelijke kosten, ook milieukosten, gebeurt. Een boer die uitgekocht is en graag boer blijft in Europa, moet dat kunnen doen. Van belang is dat er zonder overheidstoestemming geen boerenbedrijven in Nederland bijkomen, dat er geen productiecapaciteit bijkomt, en dat de productiecapaciteit van gestopte boeren, al dan niet uitgekocht, in mindering wordt gebracht op een nationaal productieplafond. Ook bij het herstructureren van de wijnsector in Europa is dit beleid gevolgd.11 Gelet op de relatief lage stikstofemissies van de akkerbouw kunnen boeren er ook voor kiezen hun veeteeltbedrijf ten minste deels om te zetten naar een akkerbouwbedrijf. Hierbij worden immers emissies gereduceerd. Verder is, aanvullend, met innovaties veel op te lossen. De implementaties die de emissies verminderen zitten om financiële redenen in Nederland nog niet op 15% van de mogelijkheden.12 Boeren hebben dus in het algemeen niet de financiële middelen om de transitie naar lagere emissies te maken, omdat ze de kosten hiervoor niet kunnen doorberekenen aan hun klanten. Hiervoor zal boven op het stikstoffonds aanvullend budget, zowel uit Den Haag als uit Europa, beschikbaar moeten komen, maar dit is een rendabele investering in de toekomst waarvoor extra staatsschuld mag worden aangegaan. De staatsschuld is in Nederland, in tegenstelling tot in andere landen, een schuld van Nederlanders aan onszelf.13 Waarbij ook nog eens geldt dat er meer vraag naar staatsschuld door investeerders is dan aanbod door de overheid.
De weg van koude sanering had nooit tot enige Europese integratie gevoerd
Meer gerechtigheid
Tot nu toe is het beleid van de EU op landbouwgebied steeds geweest om landbouwers niet te duperen voor keuzes die zij in het verleden hebben gemaakt. Naar het woord van Steve Jobs: ‘Have no regrets about what you did in the past, at some point in time it was just what you wanted.’ Of zoals de Engelsen zeggen: ‘Do not cry over spilled milk.’ Het verleden is niet te veranderen en de norm van de gerechtigheid en het rechtsbeginsel van de rechtszekerheid gebiedt boeren niet te bestraffen voor keuzes uit het verleden. Dus ook bij piekbelasters dient vrijwillige uitkoop voorop te staan. Vijf gewone belasters die willen stoppen is net zo goed als één piekbelaster die stopt. In de EU is er in de landbouwsector sinds 1958 steeds sprake geweest van voortschrijdend inzicht. Dat wil zeggen dat impliciete of expliciete subsidies op het verbouwen van bijvoorbeeld tabak, suikerbieten en droogvoer en het promoten van wijn en bier werden afgeschaft, maar dat dit altijd gepaard ging met een faire herstructurering, waaraan volgens tussentijdse evaluaties de tijd en middelen gegeven werd die daarvoor nodig was, zodat er nooit sprake was van koude sanering. Zonder dit principe waren de EGKS, de EEG en de interne markt nooit tot stand gekomen.14 De weg van koude sanering had nooit tot enige Europese integratie gevoerd. België en Duitsland hebben hun steenkolenmijnen niet zo snel gesloten als Nederland; zij hebben zo de noodzakelijke herstructurering niet op één generatie laten drukken, en hebben daarmee negatieve sociale uitwerkingen op een regio voor de komende eeuw vermeden. Hiervan moeten we leren voor de stikstofproblematiek. Het feit dat deze door voorgaande regeringen verwaarloosd is, mag volgens de norm der gerechtigheid niet ineens met turbosnelheid op één beroepsgroep worden afgewenteld, zonder zachte herstructurering. Zoiets is in Europa sinds 1953 nooit vertoond. Meer gerechtigheid betekent voor het CDA ook ervoor zorgen dat met behulp van de Europese moederpartij EVP het door de Europese Commissie ingediende voorstel van een Natuurbeschermingswet ook sociaal en economisch duurzaam wordt gemaakt, zodat de boeren niet alleen meer verantwoordelijkheid nemen voor het milieu, maar tegelijk ook in hun bestaan kunnen blijven voorzien.15
Meer solidariteit
Ook in de VS vormen de boeren maar een kleine minderheid, maar zij dekken wel de totale vruchtbare ruimte af. Steden beslaan in de VS nog geen 5% van het totale oppervlak. Ook in Nederland is het urbane gebied maar 25%, in Duitsland 16%, en in de meeste andere lidstaten nog veel minder. In Amerika is er vanwege de solidariteit binnen een federatie evengoed een genereuze Farm Bill, die bijvoorbeeld de boeren van het Midden-Westen beschermt tegen de risico’s van hun vak en probeert de met een zwakke machtspositie samenhangende welvaartsverschillen met de rest van bevolking te verkleinen. Van de Europese boeren verdient 74 procent zelfs met de landbouwsteun (voor Nederland circa 400 euro per hectare, in totaal bijna 1 miljard euro per jaar) niet een inkomen dat gelijk is aan de gemiddelde arbeidsproductiviteit in het betreffende land.16 Dat is uniek en vraagt om categorale solidariteit. Uit Europese solidariteit kan in Nederland niet een beleid gevoerd worden dat de rurale ruimte op achterstand zet, ook al beslaat die een kleiner deel dan in de andere lidstaten. Door Europese milieueisen te ontlopen hebben de Nederlandse boeren de afgelopen decennia een hoger inkomen gegenereerd dan de Europese collega’s, die vaak – anders dan in Nederland – de grond die ze gebruiken niet in eigendom hebben. Daar moet een einde aan komen, maar bij voorkeur door het Europees GLB. Dat beleid is al in 2023 ingezet en zal in het nieuwe GLB dat vanaf 2025 wordt ontwikkeld – toevallig onder regie van de voormalige Nederlandse assistent van oud-VVD-Europarlementariër Jan Mulder, Gijs Schilthuis – naar alle waarschijnlijkheid worden versterkt om te voldoen aan de eisen van de Green Deal en de van-boer-tot-bordstrategie.17 Laatstgenoemde moet gezonder, duurzaam voedsel opleveren: minder pesticiden, meer dierenwelzijn, meer biologische landbouw, en een eerlijk deel van de winst uit de productie van duurzaam voedsel voor de landbouwers.
Meer rentmeesterschap
Wij denken in Nederland bij duurzaamheid meteen aan het milieu, maar in het Brusselse jargon kennen we ook economische en sociale duurzaamheid. Die oriëntaties wijzen niet altijd in dezelfde richting. Zo kan de internationale solidariteit met de voedselproblematiek van arme landen in het gedrang komen wanneer de op één na grootste exporteur ter wereld ineens alleen maar dure biologische waar gaat verkopen. Dit is zichtbaar in het belang van exporteur
Oekraïne voor het voeden van gebieden met een grote importbehoefte voor graan, zoals Oost-Afrika. Maar milieuduurzaamheid met terugwerkende kracht, bij wijze van spreken in één klap afdwingen, ten koste van economische en sociale duurzaamheid, is niet het goede pad. Een goed voorbeeld is in Europa de zorg voor de bijenpopulatie, waaraan jaarlijkse vele miljoenen worden besteed.18 Dit gaat gepaard met geleidelijk strengere wetgeving op het gebied van insecticiden en trouwens ook met het bestrijden van de varroamijt. Maar ineens alle insecticiden afschaffen is niet de weg van de Europese integratie. Als de Nederlandse bestuursrechter meent dat duurzaamheid met één klap kan worden opgelost, is het hoog tijd het Europese Hof van Justitie in Luxemburg op te zoeken. De uitvoerende macht is weliswaar ondergeschikt aan de uitspraken van de rechterlijke macht en moet daarop met haar beleid reageren, maar tot het onmogelijke is niemand geroepen. Ook Eurocommissaris Frans Timmermans heeft zich in deze zin uitgelaten aan het adres van BBB-leider Caroline van der Plas en via haar aan dat van de Nederlandse politiek: verbeter de situatie van de natuurgebieden in Nederland door minder stikstofuitstoot. Maar in plaats van een streefjaartal, zoals de EU altijd doet, een hard jaartal te plakken op de reductie van de stikstofuitstoot, verwaarloost de economische en sociale duurzaamheid. Natuurlijk moet wel onmiddellijk begonnen worden met reductie van de stikstofuitstoot, en dat is precies wat tot nu toe niet serieus is gebeurd. Ook Brussel had trouwens wel wat beter mogen letten op de resultaten van zijn Habitat- en Natura 2000-richtlijnen in Nederland, maar dat is nu een gepasseerd station. Een hard jaartal plakken op de stikstoftransitie doet geen recht aan de bijzonder gecompliceerde interventielogica van maatregel tot milieuimpact. Hier geldt aan de politiek het devies: ‘Do not hang yourself.’ Bij een geleidelijke, rechtvaardige maar vastbesloten stikstofreductie wordt van de boeren, net als van elke burger in Nederland, respect voor het algemeen belang verwacht, en dit moet desnoods worden afgedwongen. Maar niet op onredelijke, ongebalanceerde wijze.
Het is nodig om de macht van de supermarkten, die aan de boeren te lage prijzen betalen, te breken
Wopke Hoekstra’s verzet tegen de harde deadline van een stikstofemissie van 50% in 2030 is dus volkomen terecht, maar hij zal dit echt Europees moeten inkaderen om geloofwaardig te zijn. Met een knipoog naar hoe Ruud Lubbers op briljante wijze het kruisrakettenprobleem oploste, moet Hoekstra zeggen dat 2030 alleen mogelijk is als er hulp uit Europa komt. Dan zal dit ook voor alle partijen beter aanvaardbaar zijn, inclusief D66 en Volt met hun pro-Europese koers. Hoekstra zal de partijen moeten overtuigen dat een benadering van fat justitia pereat mundus cru gezegd neerkomt op je gat afvegen met het hele proces van Europese integratie, en dus ook met de Habitat- en Natura 2000-richtlijnen. Voorbijzien aan economische en sociale duurzaamheid is niet hoe de Europese integratie in het algemeen, en de richtlijnen in het bijzonder, bedoeld zijn. Ook hier geldt dat zonodig de weg naar het Europese Hof van Justitie moet worden bewandeld.
Het bewaken van de economische en sociale duurzaamheid zou daarom ook centraal moeten staan in het Landbouwakkoord.19 Het voert te ver om hierop uitvoerig in te gaan, maar op dit punt zal stevig moeten worden doorgepakt, om de macht van de supermarkten, die aan de boeren te lage prijzen betalen, te breken. Aan het oplossen van dit probleem zijn in de EU namelijk al miljarden aan studies, pilots en subsidies besteed, zonder resultaat. Een mogelijke oplossing kunnen we afleiden uit de aanpak in de EU-hopsector.20 Daar moet wegens het machtsverschil tussen de biergiganten en de hopboeren elk termijncontract door een onafhankelijke nationale instantie worden goedgekeurd; contracten die geen iustum pretium (gerechte prijs) opleveren, gaan niet door.21 Ook kan gedacht worden aan een aan de supermarkten opgelegde flexibele superheffing van ongeveer 8%, die weer teruggesluisd wordt naar de Nederlandse boeren en hun organisaties. Als er uit Brussel commentaar komt moet het antwoord zijn: dan hadden jullie in je mededingingsbeleid maar geen kartels van supermarkten (en banken) moeten toelaten. De uiterst beperkte, om niet te zeggen ronduit zielige bijdrage die de Nederlandse banken aan de oplossing van het stikstofprobleem, dat zij mede veroorzaakt hebben, willen leveren, kan het best ter kennisgeving worden aangenomen. Zoals de Chinezen zeggen: ‘Waar niet geluisterd wordt, hoeft ook niet gesproken te worden.’ Het is beter bij de massieve herstructurering naar duurzame veeteelt zaken te doen met de Europese Investeringsbank (EIB) in Luxemburg, die daarvoor is opgericht. Wopke Hoekstra moet daar onmiddellijk aankloppen voor de financiering van een groot verduurzamingspakket voor de Nederlandse agrarische sector, naar het model van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, dat vergroeningsmaatregelen van particulieren zacht financiert.
Bij de massieve herstructurering naar duurzame veeteelt is het beter zaken te doen met de Europese Investeringsbank
Meer antwoorden op de oproep van het evangelie
Europa is meer dan regels. Er hoort ook een inspirerend mensbeeld bij dat er door de founding fathers als het ware is ingelegd en niet is weg te branden. De Gasperi, Spaak, Monnet, Beijen, Luns, Adenauer, Schuman: zij waren allemaal overtuigde christenen die via functionele integratie de vrede in ruime zin in Europa wilden bestendigen.22 En niet te vergeten Alfred Müller-Armack, Walter Eucken en Ludwig Erhard, aan wie de Europese Unie haar model van sociale markteconomie te danken heeft.23 Alle founding fathers geloofden in verschillende mate in het devies dat Piet Steenkamp bij de geboorte van het CDA als lijfspreuk meegaf aan die partij: ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’ (Johannes 15:5). Maar er waren ook jongere founding fathers die er veel later bijvoorbeeld voor zorgden dat een permanente dialoog met de kerken deel uitmaakt van het Europese Verdrag,24 en dat elementen van de universele sociale leer het Verdrag nog altijd doordrenken.25 In de preambule van de grondwet van de invloedrijkste lidstaat, Duitsland, staat nog altijd dat politiek wordt bedreven in het bewustzijn van verantwoording aan God en aan de mensen.26 Wat er ook gebeurt: de twaalf sterren uit het embleem van de EU blijven de sterren uit Openbaring (Openbaring 12:1), en het hoofdgebouw van de Europese Commissie blijft de vorm van een kruis hebben. Opdat we niet vergeten met welk idealisme Europa gebouwd is als instrument van vrede, die naar de bekende woorden van Johannes Paulus II alleen de vrucht van de gerechtigheid kan zijn.27 Aan die gerechtigheid wordt in Europa dagelijks gebouwd, ook voor wat betreft een duurzaam landbouwbeleid.
Conclusie
Bij de aanpak van het stikstofprobleem moet de Nederlandse politiek, en in het bijzonder het CDA, uit de schaduw van de nationale benadering springen en kiezen voor een Europese aanpak. Dat biedt goede kansen om deze problematiek op te lossen, waarbij aan de economische, sociale én milieuduurzaamheid recht wordt gedaan. Het zorgt ook voor meer gespreide verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap in het beleid. Op deze manier neemt ook de geloofwaardigheid van het CDA toe en kan iedereen weer weten waar de partij voor staat. Ongetwijfeld zal, met of zonder de val van het huidige kabinet, het CDA dan ook een factor van belang in de Nederlandse politiek blijven, ten voordele van het algemeen belang en alle Nederlanders.
Noten
- 1.Zie het Verdrag over de Werking van de Europese Unie uit 2012, artikel 38-44. Het voerde met artikel 42 de tussen de lidstaten en de EU gedeelde bevoegdheid in. Zie https://www.europarl.europa.eu/factsheets/nl/sheet/103/het-gemeenschappelijk-landbouwbeleid-glb-en-het-verdrag
- 2.Zie https://peilingwijzer.tomlouwerse.nl/grafiek_trends.html
- 3.‘Onderhandelingen over meerjarenbegroting Europese Unie mislukt, top afgebroken’, De Limburger, 21 februari 2020.
- 4.Algemene Rekenkamer, Rapport bij de Nationale Verklaring 2019. Oordeel bij de verantwoording van lidstaat Nederland over Europese fondsen in gedeeld beheer. Den Haag, mei 2019, p.40
- 5.De Europese Green Deal is een pakket maatregelen van de EU, waaronder de Natuurherstelwet, dat een antwoord moet zijn op klimaatverandering en milieuaantasting en dat de EU moet omvormen tot een moderne, grondstoffenefficiënte en concurrerende economie: een netto-uitstoot van broeikasgassen van nul tegen 2050, economische groei zonder uitputting van grondstoffen, geen mens of regio die aan zijn lot wordt overgelaten.
- 6.Europese Commissie, Evaluation study of the impact of the CAP on climate change and greenhouse gas emissions. Brussel, 2019.
- 7.Andre Kolodziejak, ‘Liberaal landbouwbeleid en verduurzaming gaan niet samen’, Economisch Statistische Berichten 105 (2020), nr. 4791S, p. 86-88; Sociaal-Economische Raad, Versnelling duurzame veehouderij (Advies 16/06). Den Haag: SER, oktober 2016.
- 8.Winston Groom, Gumpisms. The wit and wisdom of Forrest Gump. Londen: Corgi Books, 1994, p. 23, 82.
- 9.Artikel 5 lid 3 Verdrag betreffende de Europese Unie.
- 10.‘Europese Commissie keurt uitkoop grote stikstofuitstoters goed’, Trouw, 2 mei 2023.
- 11.Europese Commissie, Evaluation of the CAP measures applicable to the wine sector. Brussel, 2019.
- 12.Kolodziejak 2020.
- 13.Dirk Schouten, Het wankele evenwicht in de economie. Leiden: Stenfert Kroese, 1986.
- 14.Hendrik Vos, Dit is Europa. De geschiedenis van een Unie. Gent: Borgerhoff & Lamberigts, 2022.
- 15.Europese Commissie, Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende natuurherstel (COM(2022) 304 final). Brussel, 22 juni 2022.
- 16.Europese Commissie, Evaluation study of the impact of the CAP measures towards the general objective ‘viable food production’. Brussel, 2020.
- 17.Europese Commissie, ‘Farm to Fork strategy for a fair, healthy and environmentally-friendly food system’. Zie https://food.ec.europa.eu/horizontal-topics/farm-fork-strategy_en
- 18.Europese Commissie, Evaluation of measures for the apiculture sector. Brussel, 2014.
- 19.Sociaal-Economische Raad, Naar duurzame toekomstperspectieven voor de landbouw (Verkenning 21/06). Den Haag: SER, mei 2021.
- 20.Europese Commissie, Evaluation of the CAP measures related to hops. Brussel, 2013.
- 21.Jan Hallebeek, ‘De iustum pretium-leer en het evenredigheidsbeginsel’, Ars Aequi (2023), januari, pp. 59-64.
- 22.Victoria Martín de la Torre (2014), Europe, a leap into the unknown. A journey back in time to meet the founders of the European Union. Brussel: Peter Lang; Anjo G. Harryvan, Jan van der Harst en Sandra van Voorst, Voor Nederland en Europa. Politici en ambtenaren over het Nederlandse Europabeleid en de Europese integratie, 1945-1975. Den Haag: Boom, 2001, hoofdstuk 8, ‘Vraaggesprek met drs. W.K.N. Schmelzer’, pp. 233-257; Vos 2021; Mathieu Segers, Reis naar het continent. Nederland en de Europese integratie, 1950 tot heden. Amsterdam: Bert Bakker, 2013; Wim van Meurs e.a., Europa in alle staten. Zestig jaar geschiedenis van de Europese integratie. Nijmegen: Vantilt, 2013; Jules Hermans, Uitgerekend Europa. Geschiedenis van de Europese integratie. Amsterdam: Het Spinhuis, 2004.
- 23.Matthias Zimmer, Person und Ordnung. Einführung in die Soziale Marktwirtschaft. Freiburg: Herder, 2020.
- 24.Artikel 17 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.
- 25.Andre Kolodziejak en J. Peil, ‘Sociale leer en het economisch systeem’, in: Vefie Poels (red.), Verantwoord ondernemen. Best: Damon, 1999.
- 26.Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland, Präambel.
- 27.Johannes Paulus II, Sollicitudo Rei Socialis. De ontwikkeling van de mens en de samenleving. Oegstgeest: Stg. RKVoorlichting, 30 december 1987.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.