Macht speelt grote rol bij vredesonderhandelingen Oekraïne
Samenvatting
In het tweede jaar van de oorlog in Oekraïne wordt het tijd om zich af te vragen hoe aan deze oorlog een einde kan komen. De Golfgroep pleitte recent in een petitie voor onderhandelingen. Hij schuift het Handvest van de VN als hoogste vorm van internationaal recht naar voren.1
Natuurlijk is een kantiaanse vrede te prefereren boven een langdurige oorlog. Maar die kantiaanse vrede veronderstelt dat alle partijen bereid zijn hun politiek op internationaal recht te baseren. En dit is nu juist niet het geval. Want Rusland maakt de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne tot inzet van het conflict. Daardoor blijft het zwaard van Damokles boven de oorlog hangen: wat is een vrede waard als een van de partijen niet het bestaansrecht van de andere partij erkent? Vijf vragen behoeven daarom beantwoording.
Allereerst deze vraag: wanneer spreekt men van vrede? In mijn visie: bij meerdimensionale gerechtigheid – inclusief internationaal recht – en internationale veiligheid. Onderhandelingen over een nieuw internationaal veiligheidssysteem zijn daarom vereist.
Hiermee hangt de tweede vraag samen: wie worden er bij het ontwerpen van zo’n nieuw mondiaal veiligheidssysteem betrokken? Naar mijn oordeel kan het niet anders of ook de EU en de VS als wapenleverende partijen moeten bij de beëindiging van de oorlog in Oekraïne betrokken worden. Dat is des te meer logisch en noodzakelijk omdat zij belang hebben bij een pan-Europese vrede.
Maar daarmee zijn we er niet. Ook China moet bij de herijking van het internationale veiligheidssysteem betrokken worden. Die dialoog moet niet alleen achter de gesloten deuren van de VN-Veiligheidsraad gevoerd worden, maar via een multilaterale dialoog over de toekomst van de VN, waarin ook het vetorecht in de Veiligheidsraad herijkt wordt. Dit moge utopisch klinken, maar het is noodzakelijk. Want we zijn op weg naar een wereldorde die ontstijgt aan de kaders voor gerechtigheid en vrede die na de Tweede Wereldoorlog ontworpen zijn. De constructie van een nieuw mondiaal veiligheidssysteem vereist multilaterale onderhandelingen met opkomende machten.
Een belangrijk onderdeel van deze tweede vraag is echter: wie zitten er aan Russische zijde aan tafel? Is alleen het regime-Poetin de partner? Onderhandelingen met Rusland moeten mijns inziens rekening houden met een regime change in Rusland in de richting van een minder dictatoriale staat. Daarom moet de ‘westelijke’ zijde van de onderhandelingstafel rekening houden met de vorming van een schaduwregering op basis van toekomstige voorstellen van oppositieleider Navalny, en misschien zelfs – achter de schermen – bijdragen aan zo’n schaduwregering.
Moeten onderhandelingen niet veeleer gevoerd worden op basis van macht dan op basis van ethiek?
De derde vraag is: wat is ons beeld van onderhandelen? Moet machiavellisme hier niet prevaleren boven kantianisme? Oftewel: moeten onderhandelingen niet veeleer gevoerd worden op basis van macht dan op basis van ethiek? In het Westen wordt – vooral aan pacifistische zijde – de discussie over nut en noodzaak van onderhandelingen gevoerd alsof het om een of-ofkeuze gaat tussen gewapend conflict en onderhandelingen, waarbij de uitkomst een win-winsituatie kan zijn. Maar de realiteit is dat het succes van onderhandelingen in tijden van oorlog sterk afhankelijk is van militaire krachtsverhoudingen. Ze moeten daarom gevoerd worden op basis van een positie van kracht. Het stoppen van gevechten is, zo bezien, niet zozeer een startpunt van onderhandelingen als wel een factor in de uitkomst ervan. Dus onderhandelingen vereisen niet per se een voorafgaande stopzetting van de oorlog. Het of-ofdenken is een doodlopende weg.
Onderhandelingen over vrede moeten anno 2023 de vraag naar een nieuw mondiaal veiligheidssysteem vooropstellen, waarbij die onderhandelingen gedurende een gewapend conflict gevoerd moeten worden.
De vierde vraag is: wat wil ‘het Westen’ bieden aan Rusland? Denkt het hierbij niet te exclusief in termen van Oekraïense concessies, zoals het opofferen van de Krim? Is het niet veel belangrijker te denken aan het voorkomen van revanchisme, zoals dit na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland werd gevoed door het eisen van herstelbetalingen? Met betrekking tot de vraag wat het Westen wil bieden aan Rusland moet niet veronachtzaamd worden dat Rusland economisch danig verzwakt uit de oorlog zal komen; het land kan zich gaan ontwikkelen tot vazalstaat van China als het Westen Rusland niet economisch tegemoetkomt.
De vijfde vraag is of er wel vrede mogelijk is zonder onderhandelingen. Mijn antwoord daarop is: nee. Maar dit betekent niet dat het Westen Oekraïne militair moet laten verzwakken. Veeleer moeten voornoemde antwoorden startpunten zijn voor het voeren van onderhandelingen tijdens het conflict. Noodzakelijk zijn een nieuwe internationaal veiligheidssysteem, met alle partners die een rol spelen in het conflict (inclusief de Russische oppositie), en met oog voor economische en militaire krachtsverhoudingen voor en na deze oorlog.
Noot
- 1.Golfgroep, ‘Oekraïne-oorlog. Oproep tot onderhandelen’, 19 december 2022. Zie http://golfgroep.blogspot.com/2022/12/oekraine-oorlogoproep-tot-onderhandelen.html
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.