Een toekomst voor de christendemocratie
Samenvatting
Wil het CDA een rol blijven spelen, dan moet het weer een basispartij worden die aanwezig is in wijken, dorpen en gemeenten. Er is nog steeds een brede groep in de samenleving die zich niet thuis voelt bij het libertaire en tevreden electoraat van voornamelijk D66 en VVD, of bij het onvrede-electoraat dat bij meer populistische partijen zijn heil zoekt. Als het CDA zich door ‘evangelische waarden’ als verbinding, spiritualiteit, zorgzaamheid en matigheid laat leiden, kan het met een heldere visie, vernieuwde partijorganisatie en aansprekend leiderschap nog altijd een belangrijke middenpartij zijn.
Dat het niet goed gaat met het CDA is wel duidelijk. Er is ook al heel wat over geschreven. Niet alleen de christendemocratie zit in de problemen. Ook de sociaaldemocratie heeft het moeilijk. De voormalige grote volkspartijen verliezen hun vaste electorale aanhang en slagen er niet in brede groepen in de samenleving te verbinden op basis van een gemeenschappelijke ideologie met een bijbehorend beleidsprogramma dat net voldoende herkenbaar blijft in coalitieregeringen.
Al lang is een proces gaande van deideologisering en ver-bestuurlijking van de politieke partijen, die onderdeel zijn geworden van ‘de overheid’. Tegelijk ondervinden ze de concurrentie van identiteitspolitiek, one-issuepartijen en de dynamiek van ‘bewegingen’ die tijdelijk een onvrede-electoraat aan zich weten te binden. In de afgelopen kwarteeuw is de politiek vooral bestuurlijk en technocratisch geworden, onder invloed van het marktdenken met zijn doelstellingen en doelmatigheid en de normerende werking van modellen en EU-richtlijnen. Vooral partijen met een zwak ideologisch profiel zijn daar kwetsbaar voor.
Een verdeelde partij
De problemen van het CDA zijn niet recent. In grote lijnen loopt de electorale aantrekkingskracht al ruim dertig jaar terug, met een tijdelijke opleving in 2002 en 2006, toen de partij onder Balkenende het gat wist te dichten dat ontstond door de moord op Fortuyn, de implosie van zijn beweging en de maatschappelijke turbulentie. De verklaringen zijn ook wel zo ongeveer bekend. Ontzuiling en secularisatie hebben de verbindende kracht van de christendemocratie verzwakt. Het CDA heeft het meest verouderde electoraat en ledenbestand. Het aantal partijleden daalde in twintig jaar van ruim tachtigduizend naar iets meer dan dertigduizend nu. De partij heeft al jaren geen aansprekend leiderschap meer, en ten opzichte van VVD, CU en BBB heeft zij ook op geen enkel relevant gebied issue ownership. In de huidige en vorige coalitie was het optreden kleurloos, onvast, opportunistisch en reactief.
Het beruchte partijcongres van 2010 maakte zichtbaar dat er binnen de partij en de achterban twee richtingen bestaan met een verschillende opvatting over wat de christendemocratie zou moeten zijn. Ook nu lijkt het CDA op alle bestuursniveaus uit een andere partij te bestaan. Het is veelzeggend dat de partijleiding op ‘luistertour’ moet. Kennelijk is de actieve communicatie met leden, achterban en andere burgers in het slop geraakt. Het is mooi dat de partij zich sinds kort ineens weer het welzijn van de regio en heel Nederland realiseert, nu PVV, JA21 en BBB zich met succes de onvrede van burgers over leegloop en verschraling toe-eigenen. Het CDA heeft zich er als bestuurspartij de afgelopen jaren weinig herkenbaar voor ingespannen.
De koers van het CDA lag in handen van partijstrategen en de marketingafdeling
Drie opties
Een politieke partij in de problemen kan haar koers door drie overwegingen laten bepalen. Zij kan zich blijven richten op de traditionele achterban en proberen deze zo goed mogelijk te bedienen in zijn concrete belangen. Het CDA is een soort conglomeraat van bestuurders en gevestigde belangenorganisaties geworden, zoals Bouwend Nederland, agrarische koepels, werkgeversverbanden en de Rabobank. Deze strategie belooft voor de partij niet veel toekomst. Er is geen opening naar een nieuw en breder electoraat.
Een tweede optie is per verkiezing op zoek te gaan naar electoraal marktaandeel door met aansprekende actuele programmapunten de brede markt van zwevende kiezers op te gaan. Dat is wat het CDA net als veel andere partijen de afgelopen jaren gedaan heeft. De koers ligt in handen van partijstrategen en de marketingafdeling. Elke paar jaar wil de partij wat anders. Dit levert incidenteel succes op, maar op termijn holt het de geloofwaardigheid en herkenbaarheid van de partij alleen maar uit.
Herbronnen dan maar weer? Want dat is de derde optie. Wat is er mogelijk voor een christendemocratische middenpartij in een moderne ontzuilde en geseculariseerde samenleving? De Nederlandse politiek is traditioneel een driestromenland. Momenteel bestaat het electorale veld voor een behoorlijk deel uit min of meer geslaagde en tevreden kiezers met een materialistische, libertaire en seculiere signatuur. Die zitten voornamelijk bij de VVD, deels bij D66, deels bij links. Aan de andere kant staat een heterogeen onvredeelectoraat, dat zich niet meer bediend voelt door de sociaaldemocratie. De sociaaldemocratische progressieve partijen slagen er niet in de belangen en het levensgevoel van beide groepen te combineren en er greep op te krijgen. Er is ook een brede middengroep van burgers die stabiliteit en bestaanszekerheden zoeken en eigenlijk best een vast politiek huis zouden willen hebben maar nu per verkiezing ergens aanhaken.
Op zich is er voldoende ruimte voor een betrouwbare partij voor ‘middenland’, het Nederland van de randgemeenten, Vinex-wijken, de middelgrote plaatsen waar de meerderheid van de bevolking woont en werkt. Het levenspatroon en de waarden van de burgerlijke middenklasse zijn nog steeds dominant, al is dat in modernere vormen dan in het verleden. Maar waaruit bestaat dan de specifiek christendemocratische inspiratie? Vanouds vormen de Bijbel en daaruit afgeleide christelijke waarden en geloofstraditie het richtsnoer. Een politiek op die basis wordt echter al goed vertegenwoordigd door de ChristenUnie en de SGP. De traditionele christelijke geloofscultuur is zeker nog belangrijk voor een deel van de CDA-achterban, maar biedt weinig toekomstperspectief voor een brede volkspartij.
‘Evangelische’ inspiratie
Wat wel kan, is een meer ‘evangelische’ inspiratie, met een vertaling naar de moderne samenleving. Ook in de geseculariseerde maatschappij bestaat nog veel behoefte aan zingeving, spiritualiteit, binding en gezamenlijkheid. In een evangelisch geïnspireerde christendemocratie vormen waarden als humaniteit, menselijke waardigheid, zorgzaamheid, hulpvaardigheid, gerechtigheid en matigheid het richtsnoer voor de vormgeving van beleid. Die inspiratie voedt een coherente visie op het openbaar bestuur, de ontwikkeling van de samenleving en de toekomst van Nederland, als deel van de EU en andere internationale verbanden.
De christendemocratie richt zich vanouds op de samenleving, tussen staat en markt. De overheid is geen grote regelneef, maar faciliteert waar nodig. De markt is belangrijk en nuttig, maar moet ten dienste staan van het maatschappelijk belang. De christendemocratie bevordert de civil society, de zelforganisatie van de samenleving. Haar politiek onderhoudt de maatschappelijke samenwerkingsverbanden, in wijken en regio’s, tegen individualisering, atomisering en verschraling. Dat betekent dat het CDA weer een basispartij moet worden, die aanwezig is in de wijken, dorpen en gemeenten en daar het gemeenschapsleven en burgerinitiatieven bevordert en zorg draagt voor bereikbaarheid van publieke voorzieningen. Geen partij van koepelbesturen, maar een samenlevingspartij.
Het sociaal-economisch beleid heeft niet nivellering en gelijkheid als doel, en het staat evenmin aan de kant van het grootkapitaal. Christendemocratische politiek streeft naar behoud van een gelijkmatige samenlevingsorde, waarin sociaal-economisch evenwicht bestaat, zonder extreme welstandsverschillen, die altijd ook machtsverschillen zijn. Zij bevordert overleg tussen werkgevers en werknemers en een verantwoordelijke, sociale bedrijfsvoering.
Ook in de geseculariseerde maatschappij bestaat nog veel behoefte aan zingeving, spiritualiteit, binding en gezamenlijkheid
Een evangelisch geïnspireerde christendemocratische partij in een burgerlijke middenklassemaatschappij mag gematigd conservatief zijn als het gaat om levenswaarden en culturele waarden. Progressiviteit is geen doel op zich; het bestaande, de traditie, de ervaring en respect voor erkende, breed levende Nederlandse en Europese waarden zijn het uitgangspunt voor een realistische en veranderingsbereide politiek. Dat betekent overigens ook dat christendemocratie gastvrijheid biedt aan Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond, onder meer vanwege het gemeenschappelijke respect voor confessie, geloof en culturele tradities. De bevolkingssamenstelling van Nederland verandert. Een brede middenpartij die toekomst wil hebben, moet inclusief willen zijn om maatschappelijke integratie en cohesie te bevorderen.
Keuzes maken
Ten aanzien van de grote uitdagingen van de komende decennia – energie, klimaat, migratie, zorg, economisch verdienmodel – kan de christendemocratie nog best vooruit met het idee van ‘goed rentmeesterschap’, maar dan wel met duidelijke keuzes voor de invulling daarvan. ‘Een verhaal voor heel Nederland’, zoals het CDA nu presenteert, is alleen zinvol in de betekenis van een algemene visie op Nederland, niet als iets ‘voor alle mensen’, want moderne politiek is keuzes maken. Dat is de kracht van one-issuepartijen. Natuurlijk is dat moeilijker voor brede middenpartijen, maar het is noodzakelijk en het kan, als er een consistente redenering achter zit.
De zwakte van het CDA is momenteel dat het niet overtuigend keuzes durft te verdedigen. Het ‘moet vanwege de coalitie’, maar ook het verkiezingsprogramma probeert nog voortdurend kool en geit te sparen. Dat is niet nodig. De energie- en de klimaattransitie zijn onontkoombaar, en natuurwaarden behoren tot het erfgoed. Goed rentmeesterschap erkent dat en zoekt naar maatwerk en overheidssteun bij de uitvoering. Het impliceert bestuurlijke betrouwbaarheid en integriteit, uitvoerbaarheid, realiteitszin en consistentie van wet- en regelgeving. Illusiepolitiek, tactische leugentjes en windowdressing zijn misschien penny wise, maar op den duur pound foolish.
Een dergelijke invulling van christendemocratie kan in principe nog steeds brede groepen in de samenleving aanspreken, die hechten aan stabiliteit, perspectief, een betrouwbare overheid en oprechte aandacht. Dat betekent dat de partij nabij en zichtbaar moet zijn, niet louter in campagnetijd. Een districtenstelsel en regiovertegenwoordiging zijn niet noodzakelijk zolang politieke partijen echt geworteld zijn in de samenleving en de burgerstem het Haagse bestuurlijke centrum dagelijks voedt.
Wil de christendemocratie toekomst hebben, dan moet het beleid overeenstemmen met de principes
De moderne representatietheorie leert dat politiek een actief vormgevend vermogen heeft. Electoraten liggen niet al klaar om vertegenwoordigd te worden; politieke partijen creëren aanhang en maatschappelijke formaties door hun visie, programma en leiderschap. Politieke partijen zijn entrepreneurs, en momenteel zijn vooral de populistische bewegingen daar goed in. Wil het CDA als brede christendemocratische middenpartij een toekomst hebben, dan is ten eerste een herkenbare eigen visie nodig op de agenda en de uitdagingen van de komende decennia. Die visie moet integer, betrouwbaar en consistent zijn en vanuit de eerdergenoemde ‘evangelische’ principes de praktische uitvoeringsconsequenties bepalen, per dossier, per bestuursperiode, per verkiezing.
De partij zal ten tweede moeten investeren in een vitale partijorganisatie die tot in de haarvaten van de samenleving aanwezig is.
Aansprekend leiderschap
Essentieel is, ten derde, aansprekend leiderschap, want zonder dat zal het niet gaan in de hedendaagse media-bepaalde samenleving. Burgers willen in politici authenticiteit, oprechte betrokkenheid en daadkracht zien. Moderne politieke partijen moeten dynamiek uitstralen, want veel burgers willen worden ‘meegenomen’. Helaas heeft het CDA op dit gebied een slechte reputatie. In deze typische bestuurderspartij gaat het leiderschap steevast naar ijverige partijfunctionarissen met veel dienstjaren, of naar een vermeende stemmentrekker zonder authentiek CDA-DNA. Een levensvatbare partij moet niet alleen de durf hebben om programmatische keuzes te maken, maar ook om uit eigen kring te kiezen voor authentieke partijvertegenwoordigers met mediakwaliteit en uitstraling aan wie burgers hun vertrouwen willen geven.
Dat vertrouwen is onmisbaar om een stabiele middenpartij te kunnen zijn. Burgers willen best veel aan politiek en bestuur overlaten, als het vertrouwen er is dat er gewerkt wordt aan resultaat en oplossingen. Dat vertrouwen vraagt betrouwbaarheid. Daarom komt het belangrijkste advies als laatste. Wil de christendemocratie toekomst hebben, dan moet het beleid – anders dan helaas al heel wat jaren het geval is – herkenbaar in overeenstemming zijn met de principes: practice what you preach.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.