Metsola: ‘EU is sterker uit de crises gekomen’
Samenvatting
Eind maart hield Roberta Metsola in Den Haag de Schmelzerlezing over buitenlands beleid. Metsola is christendemocraat, voorzitter van het Europees Parlement en afkomstig van Malta. Omdat de lezing precies tussen de deadline van CDV en de verschijningsdatum viel, stelden we haar vooraf enkele schriftelijke vragen. In haar antwoord benadrukt ze dat de EU wat haar betreft sterker is geworden door de recente crises, ook als het gaat om buitenlands beleid. ‘Een meerderheid van de EU-burgers wil meer EU, en steeds meer landen zien Europa als baken van hoop, vrede en vrijheid.’
Wat is uw inzet als voorzitter van het Europees Parlement als het gaat om het buitenlands beleid van de EU? Heeft het EP, gezien het feit dat de buitenlandse politiek primair door de lidstaten wordt bepaald, hierover wel iets te vertellen?
‘Hoewel het klopt dat de Europese Raad het besluitvormingsorgaan is als het gaat om buitenlands beleid, denk ik dat de Russische inval in Oekraïne heeft aangetoond dat het Europees Parlement een zeer sterke leidersrol heeft. Wij waren de eersten die opriepen tot zware sancties en tot het EU-lidmaatschap van Oekraïne. Wij waren het eerste parlement ter wereld dat president Zelensky toesprak, slechts enkele weken na de invasie.’
‘Wij doen dit ook geregeld via resoluties, verklaringen en het werk van de permanente delegaties van het EP met betrekking tot vele landen en regionale blokken. Het Europees Parlement is vaak de eerste en meest uitgesproken verdediger van de mensenrechten in de wereld, of het nu gaat om de verdediging van de rechten en vrijheden van vrouwen in Iran en Afghanistan, of om de veroordeling van ongerechtvaardigde opsluitingen in Wit-Rusland.’
‘Een van onze komende prioriteiten is nu de versterking van ons veiligheids- en defensiebeleid. Door de Russische agressie in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico’s voor de EU is deze doelstelling nog dringender dan voorheen. Voor het welslagen hiervan is het van cruciaal belang dat alle lidstaten op één lijn zitten en samenwerken. Concreet betekent dit dat wij onze defensie-uitgaven beter moeten benutten, gezamenlijk moeten inkopen en dubbel werk moeten vermijden. Het is ook van cruciaal belang dat wij onze banden met de NAVO verder aanhalen en niet in concurrentie maar in samenwerking werken aan een sterkere Europese defensie.’
De EU heeft zich vooral intern ontwikkeld: een interne markt met open binnengrenzen en allerlei regels. Tegenwoordig is er naast kritiek op interne regels vooral behoefte aan een Europa dat sterk in de wereld staat en zijn burgers beschermt tegen aanvallen van buitenaf, zowel economisch vanuit China als militair vanuit Rusland. Moet de EU haar agenda niet veranderen en zich van binnen naar buiten klappen: minder interne regels, en meer extern EU-beleid?
‘Zowel intern als extern beleid is zeer belangrijk. Ze zijn ook verenigbaar en sluiten elkaar niet uit, dus we moeten op beide gebieden vooruitgang blijven boeken. De afgelopen decennia waren maatregelen zoals de oprichting van een gemeenschappelijke interne markt, onze gemeenschappelijke munt of het Schengengebied enorme successen. De laatste tijd hebben we ook gezien dat de EU geleidelijk een sterk extern beleid heeft ontwikkeld, dat heeft bijgedragen tot een betere en veiligere wereld. Onze partners in de wereld vragen om een actievere EU op het wereldtoneel.’
‘Dit betekent echter niet dat we zelfgenoegzaam moeten zijn. Er is zeker ruimte voor verbetering en ontwikkeling van ons beleid. In die zin heeft de oorlog in Oekraïne aangetoond dat wij op veel gebieden vooruitgang moeten boeken. In feite doen wij dat al, zoals het verminderen van onze energieafhankelijkheid van autocratische derde landen, of in het defensiebeleid dat ook gericht is op cyberaanvallen en op het bevorderen van middelen om desinformatie en inmenging van derde landen te bestrijden. En er moet vóór de Europese verkiezingen van 2024 een akkoord komen over het migratie- en asielpact.’
Roberta Metsola
Bron: Europees Parlement
Non-discriminatie
Zou het voor de externe kracht van de EU niet beter zijn als de lidstaten, conform een recent rapport van het Martens Centre,1 elkaar meer ruimte geven in kwesties waarin ze van elkaar verschillen vanwege hun culturele en religieuze traditie, bijvoorbeeld als het gaat om abortus, homohuwelijk en familiewaarden?
‘Europa is divers. Dat is een feit: we hebben vele talen, tradities, geschiedenissen. Ik ben ervan overtuigd dat deze diversiteit een van onze belangrijkste troeven is; zij verrijkt ons en stelt ons in staat om de gemeenschappelijke uitdagingen waarmee wij vandaag worden geconfronteerd, beter aan te gaan. Al onze lidstaten dragen bij tot onze Unie. Door de aanhoudende agressie in Oekraïne bijvoorbeeld, hebben wij het zwaartepunt van onze besluitvorming en invloed naar het oosten zien verschuiven.’
‘Tegelijkertijd is onze eenheid onze grootste kracht. Door verenigd te blijven, door met één stem te spreken, zullen we geloofwaardig zijn, zullen we invloed hebben en zullen we groeien.’
Wat vindt u van de kritiek in sommige Oost-Europese landen dat het Westen zijn progressiefliberale agenda aan het Oosten wil opleggen? Hoe ver kan volgens u de diversiteit tussen de lidstaten gaan?
‘De EU heeft haar fundamentele waarden, en daarover kan niet worden onderhandeld. Gelijkheid en non-discriminatie behoren tot die waarden. Mensen hebben het recht om te leven zoals ze willen en lief te hebben wie ze willen, openlijk, vrij en zonder het risico van vergelding. Zonder onze waarden zouden we tot niets gereduceerd zijn.’
We moeten het populisme, de valse hoop op gemakkelijke oplossingen en desinformatie tegengaan
Bent u blij met de vertegenwoordiging van populistische partijen in het Europees Parlement? Is het goed dat hun stem zo gehoord wordt, of ziet u de opkomst van populistische partijen als een bedreiging voor de eenheid van de EU?
‘Europese burgers in elke lidstaat kiezen democratisch de leden van het Europees Parlement, dus ik heb diep respect voor hen allemaal.’
‘Wat het populisme betreft herinner ik eraan dat enkele jaren geleden een aantal politieke krachten suggereerden dat het beter was de EU te verlaten. Vandaag is dat echter niet langer het geval. Sinds de brexit en postcorona heeft er een grote omslag plaatsgevonden in het publieke discours. Een meerderheid van de EU-burgers wil méér EU, en steeds meer landen zien Europa als een baken van hoop, vrede en vrijheid, en willen lid worden van onze Unie. Daarom zou ik zeggen dat de verschillende crises waarmee de EU de afgelopen vijftien jaar is geconfronteerd, de Unie niet hebben verzwakt, maar juist sterker hebben gemaakt.’
‘Om dit voort te zetten, moeten we volgens mij beter communiceren over de voordelen van de EU voor de burgers. We moeten het populisme, de valse hoop op gemakkelijke oplossingen en desinformatie tegengaan, en we moeten ervoor zorgen dat het constructieve pro-Europese centrum van de politieke arena wordt geconsolideerd. Daarom hebben we leiders en leiderschap nodig. We hebben mensen nodig met politieke moed om de uitdagingen die voor ons liggen aan te gaan. Mensen die deze uitdagingen kunnen omzetten in positieve aanjagers voor verandering, die ze kunnen zien als kansen, en die onze Unie kunnen versterken.’
Constructief pro-Europees
Wat is voor u de waarde van de christendemocratie ten opzichte van andere politieke stromingen?
‘Ik geloof dat alle politieke stromingen die in het Europees Parlement vertegenwoordigd zijn, belangrijk zijn en een rol moeten spelen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen hen, want dit is de essentie van democratie, om vanuit verschillende ideologische standpunten te kunnen werken voor het beste van de samenleving, te debatteren en te discussiëren alvorens beslissingen te nemen.’
‘Voor mij, als voorzitter van het Europees Parlement, is het belangrijkste dat wij kunnen werken met een constructief pro-Europees centrum. Dat wij opkomen voor onze Europese waarden: de rechtsstaat, gelijkheid, rechtvaardigheid en vrijheid.’
Noot
- 1.Anne Blanksma Çeta en Federico Ottavio Reho, Standing in unity, respecting diversity. A survey into citizens’ perspectives on the future of Europe. Brussel: Wilfried Martens Centre for European Studies, 2022. Zie ook Anne Blanksma Çeta, ‘Nationale trots gaat steeds vaker samen met vertrouwen in EU’, Christen Democratische Verkenningen 42 (2022), nr. 3, pp. 36-39.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.